Redactie, TPO, 13 september 2024 – Dat blijkt uit een recent gepubliceerd rapport van de CTIVD, waarin wordt aangegeven dat belangrijke aspecten zoals veiligheid, geheimhouding en verslaglegging van de operaties zijn op orde.
Ook hebben de diensten volgens de CTIVD voldoende maatregelen genomen om de agenten te beschermen en hun identiteit geheim te houden.
Het zogeheten ‘Toezichtsrapport nr 79 over de inzet van virtuele agenten door de AIVD en de MIVD‘ beoordeelt de inzet van deze agenten, die in online omgevingen opereren, tussen 1 januari 2020 en 1 juni 2023. De inzet van virtuele agenten is wettelijk toegestaan en gericht op het verzamelen van gegevens via online platforms en handelsplaatsen.
Toch heeft de CTIVD ook enkele onregelmatigheden ontdekt. Zo waren niet alle toestemmingsaanvragen voor het inzetten van agenten goed onderbouwd en in één geval was de registratie van toestemming onvolledig.
Bovendien bleek bij de MIVD de toestemming voor het plegen van strafbare feiten door één agent niet tijdig verlengd, terwijl dergelijke handelingen wel zijn uitgevoerd.
Daarnaast werd in een geval de verkeerde juridische basis gebruikt voor de inzet van een agent en moet de verslaglegging rondom dataminimalisatie beter worden vastgelegd, vooral bij het verzamelen van bulkdatasets. De CTIVD benadrukt dat dit cruciaal is voor een zorgvuldige uitvoering van de taken.
De inlichtingendiensten hebben naar aanleiding van het rapport al verbeteringen doorgevoerd. De CTIVD doet tevens aanbevelingen om in de toekomst soortgelijke onrechtmatigheden te voorkomen en de zorgvuldigheid te vergroten.
De ministers van Binnenlandse Zaken en Defensie onderschrijven de conclusies en aanbevelingen uit het rapport. Zij hebben het rapport naar de Tweede en Eerste Kamer gestuurd voor verdere behandeling.
Lees ook: Toezichthouders kritisch op spoedoperaties AIVD: minister Uitermark ontvangt bezorgde brief