Buitenland

Noord-Korea blaast wegen op na drone-incident

15-10-2024 10:11

Foto: Jung Yeon-Je/AFP/Getty Images.

Noord-Korea heeft dinsdag wegen opgeblazen die voorheen de twee Korea’s met elkaar verbonden. Deze actie volgt op beschuldigingen van Pyongyang dat Zuid-Korea drones over Noord-Koreaans grondgebied heeft laten vliegen.

 

Redactie, TPO, 15 oktober 2024 – De explosies vonden plaats aan de oost- en westgrens van Noord-Korea. Volgens Zuid-Korea, dat de explosies bevestigde, is er geen schade aangericht aan de Zuid-Koreaanse zijde van de grens. Uit voorzorg heeft het Zuid-Koreaanse leger waarschuwingsschoten afgevuurd in het gebied ten zuiden van de militaire demarcatielijn.

De opgeblazen wegen werden in het verleden aangelegd als een gezamenlijk project tussen Noord- en Zuid-Korea, waarbij Seoul de materialen en apparatuur leverde. Zuid-Korea veroordeelt de actie van Noord-Korea en noemt het een “buitengewoon abnormale” daad die inter-Koreaanse overeenkomsten schendt.

Provocaties

Hoewel het incident de spanningen op het Koreaanse schiereiland verder verhoogt, wijzen experts erop dat dit niet direct wijst op een dreigend militair conflict en is het vooral symbolisch bedoeld. Noord-Korea staat erom bekend provocaties uit te voeren in de aanloop naar belangrijke politieke gebeurtenissen in het buitenland, zoals de Amerikaanse verkiezingen.

De Noord-Koreaanse leider Kim Jong Un heeft maandag een spoedvergadering belegd over de vermeende drone-infiltraties. Pyongyang eist dat Seoul verantwoordelijkheid neemt voor de “oorlogsprovocatie” en dreigt met een “hoge prijs”. Zuid-Korea heeft nog niet gereageerd op de beschuldigingen.

‘Recht om buurland te vernietigen’

De vernietiging van de wegen is niet de eerste keer dat Noord-Korea symbolen van toenadering met Zuid-Korea aanvalt. In 2020 werd een inter-Koreaans verbindingsbureau gesloopt. Kim Jong Un heeft de mogelijkheid van een vreedzame hereniging met Zuid-Korea uitgesloten en stelt dat hij het wettelijke recht heeft om zijn buurland te “vernietigen”.

Bron: Bloomberg