Redactie, TPO, 9 december 2024 – De mate van die transformatie, van jihadistische extremist tot ‘aspirant-staatsbouwer’, wordt nu op de proef gesteld. Opstandelingen beheersen Damascus, Assad is ondergedoken in Moskou en voor het eerst in 50 jaar is het onduidelijk hoe Syrië zal worden bestuurd.
Syrië is een thuis voor diverse etnische en religieuze gemeenschappen, die vaak tegen elkaar werden uitgespeeld door de staat en door jaren van oorlog. Veel gemeenschappen vrezen nu dat soennitische islamitische extremisten de macht zullen grijpen.
Bovendien is het land gefragmenteerd tussen verschillende gewapende facties, terwijl buitenlandse machten zoals Rusland, Iran, de VS, Turkije en Israël allemaal invloed proberen uit te oefenen.
Uren na de inname van Damascus maakte al-Sharaa zijn verschijning in de iconische Omajjadenmoskee, de Grote moskee van Damascus, waar hij de val van Assad bestempelde als “een overwinning voor de islamitische natie.”
Een hoge rebellencommandant, Anas Salkhadi, verscheen op de staats-tv en zei: “Onze boodschap aan alle sektes van Syrië is dat we hen zeggen dat Syrië van iedereen is.”
Fotobijschrift: Abu Mohammad al-Julani op 8 december 2024 in de Omajjaden moskee in Damascus. Foto @Omar Albam/AP
Al-Sharaa werkte jarenlang aan het consolideren van zijn macht, geïsoleerd in de noordwestelijke provincie Idlib, terwijl Assad’s door Iran en Rusland gesteunde bewind elders in het land stevig leek. Hij manoeuvreerde tussen extremistische organisaties, elimineerde concurrenten en voormalige bondgenoten en werkte aan het oppoetsen van het imago van zijn feitelijke “reddingsregering” die Idlib bestuurde.
Hij zocht steun bij internationale regeringen en probeerde religieuze en etnische minderheden in Syrië gerust te stellen. Hij bouwde ook banden op met verschillende stammen en andere groepen.
In de loop van dit proces liet hij zijn harde islamistische guerrilla-imago los, droeg hij pakken tijdens persinterviews en sprak hij over het opbouwen van staatsinstellingen en het decentraliseren van de macht om de diversiteit van Syrië te weerspiegelen.
Hij verklaarde in een recent interview met CNN: “Syrië verdient een bestuursstelsel dat institutioneel is, niet een waarin één heerser willekeurige beslissingen neemt.”
Tijdens zijn opkomst in de extremistische kringen was al-Sharaa alleen bekend onder zijn jihadistische bijnaam Abu Mohammad al-Julani. Zijn banden met al-Qaida gaan terug tot 2003, toen hij zich aansloot bij opstandelingen die tegen Amerikaanse troepen in Irak vochten.
De Syrische extremist werd door het Amerikaanse leger gearresteerd, maar bleef in Irak. Tijdens die tijd nam al-Qaida controle over gelijkgestemde groepen en vormde de extremistische Islamitische Staat van Irak onder leiding van Abu Bakr al-Baghdadi.
In 2011 leidde een populaire opstand in Syrië tegen Assad tot een brute overheidsrepressie en mondde uit in een totale oorlog. De bekendheid van al-Julani groeide toen al-Baghdadi hem naar Syrië stuurde om een tak van al-Qaida te vestigen, genaamd het Nusra Front.
De Verenigde Staten bestempelden deze nieuwe groep als een terroristische organisatie. Deze aanduiding geldt nog steeds, en de Amerikaanse regering heeft een beloning van 10 miljoen dollar op hem gezet.
Naarmate de Syrische burgeroorlog in 2013 escaleerde, groeiden de ambities van al-Julani. Hij weigerde al-Baghdadi’s oproepen om het Nusra Front op te heffen en te fuseren met al-Qaida’s operaties in Irak om de Islamitische Staat van Irak en Syrië (ISIS) te vormen.
al-Julani bleef echter trouw aan al-Qaida, dat zich later distantieerde van ISIS. Het Nusra Front vocht tegen ISIS en schakelde een groot deel van zijn concurrenten uit binnen de Syrische gewapende oppositie tegen Assad.
In 2016 toonde al-Julani voor het eerst zijn gezicht in een videoboodschap waarin hij aankondigde dat zijn groep werd omgedoopt tot Jabhat Fateh al-Sham (het Front voor de Bevrijding van Syrië) en zijn banden met al-Qaida verbrak.
“Deze nieuwe organisatie heeft geen banden met enige externe entiteit,” zei hij in de video, gekleed in militaire kleding en een tulband.
Deze stap opende de weg voor hem om volledige controle te verkrijgen over versplinterende militante groepen. Een jaar later werd zijn alliantie opnieuw omgedoopt, ditmaal tot Hayat Tahrir al-Sham (de Organisatie voor de Bevrijding van Syrië), waarbij de groepen fuseerden en al-Julani’s macht in Idlib werd geconsolideerd.
HTS kreeg later te maken met conflicten met onafhankelijke islamistische militanten die tegen de fusie waren, wat al-Julani en zijn groep verder versterkte als de dominante macht in het noordwesten van Syrië.
Fotobijschrift: Syrische oppositietroepen staan op een veroverd gepantserd voertuig net buiten Hama, Syrië, op dinsdag 3 december 2024. Foto @Ghaith Alsayed/AP
Met zijn macht geconsolideerd, begon al-Julani transformatie die weinigen hadden verwacht. Hij verving zijn militaire kleding door een overhemd en broek, en begon oproepen te doen tot religieuze tolerantie en pluralisme.
Hij benaderde de Druzen in Idlib, die eerder door het Nusra Front waren aangevallen, en bezocht families van Koerden die door door Turkije gesteunde milities waren gedood.
“Ja, we hebben kritiek geuit op het Westen,” zei hij. “Maar een oorlog voeren tegen de Verenigde Staten of Europa vanuit Syrië, dat klopt niet. We hebben niet gezegd dat we wilden vechten.”
De toekomst zal moeten uitwijzen in hoeverre Abu Mohammad al-Julani – dan wel Ahmad al-Sharaa – een jihadistische wolf in schaapskleding blijkt.
Bron: AP