Er was vorige week het een en ander te doen rond de vrijheid van het internet. In Amerika stond de behandeling van twee wetsvoorstellen op het programma. Stop Online Piracy Act (SOPA) en Protect IP Act (PIPA). Als die wetten worden aangenomen betekent dat het einde van het vrije internet. Dat alles om ervoor te zorgen dat er vooral op het Amerikaanse auteurs- en merkrecht geen inbreuk wordt gemaakt. Om dat te bereiken hanteert men buitenproportionele maatregelen. Zo kan een site als YouTube op zwart worden gezet als een kind een liedje van haar favoriete artiest zingt. Wat is er aan de hand?
PIPA
In mei 2011 werd de Preventing Real Online Threats to Economic Creativity and Theft of Intellectual Property Act of 2011 opgesteld om door de Amerikaanse Senaat geloodst te worden. Die wet moest bescherming bieden voor Amerikaanse bedrijven en richt zich tegen de distributie van namaakartikelen en het verspreiden van auteursrechtelijk beschermd materiaal. Het Ministerie van Justitie zou de bevoegdheid krijgen om zoekmachines, hostingbedrijven en exploitanten van online advertenties opdracht te geven dergelijke sites te blokkeren. Daarmee krijgt het de macht over het volledige internet, zonder dat daar een rechter aan te pas komt. Slechts één overtreding is voldoende om een site op zwart te zetten. Bovendien zouden sites die in eigen land geen wet overtreden op basis van een Amerikaanse wet in de hele wereld geblokkeerd kunnen worden.
SOPA
Voortbordurend op PIPA werd in oktober 2011 de Stop Online Piracy Act ingediend bij het Huis van Afgevaardigden. Waar PIPA al het einde van het internet inhield, gaat SOPA verder. Naast de eerder genoemde blokkades krijgen de Amerikanen hiermee de bevoegdheid om complete domeinnamen te wissen en online betaaldiensten als PayPal te verbieden zaken te doen met betreffende sites. Ook hier gaat het om bescherming van vooral Amerikaanse auteursrechten en intellectueel eigendom. En ook hier hoeft geen rechter een oordeel te geven, zodat één illegaal bestand genoeg is om een site op zwart te zetten.
Verantwoordelijkheid en protest
Beide wetsvoorstellen zijn tot stand gekomen na een lobby van belanghebbenden uit de muziek en filmindustrie. Tijdens de hoorzittingen rond de omstreden wetten kregen vier particuliere voorstanders het woord. Hollywood-lobbyclub MPAA, Register of Copyright, Mastercard en farmaciereus Pfizer. Hun argumenten waren vooral gebaseerd op de enorme schade die geleden wordt door illegaal downloaden en het verkopen van namaak-artikelen. Slechts een tegenstander mocht zijn zegje doen. Dat leidde over de hele wereld tot protesten. In ons land trok Bits of Freedom aan de bel. De argumenten tegen behelsden met name de vrijheid van meningsuiting, de buitenproportionele sancties bij overtredingen en het opleggen van Amerikaanse wetten aan andere landen.
Vorige week werd een laatste hoorzitting georganiseerd. Dat was voor een groot aantal sites aanleiding om op zwart te gaan. Zo was dumpsite Reddit niet bereikbaar, ging het Engelstalige deel van Wikipedia op zwart en toonde Mozilla via Firefox bij het opstarten een zwart scherm. Google, Facebook en Twitter gingen niet op zwart maar ondersteunden het protest van harte. Ondertussen stroomden bij de verantwoordelijke senatoren de mailbox vol. Meer dan een miljoen verontruste Amerikanen trokken aan de bel. Hackerscollectief Anonymous bombardeerde ondertussen sites van de Amerikaanse overheid. De protesten hadden resultaat.
Uitstel of afstel
Republikein Lamar Smith trok het SOPA wetsvoorstel in. Naar eigen zeggen omdat hij wacht op brede steun. Ook het PIPA voorstel werd van tafel gehaald. In februari wordt gekeken of er nog animo voor de wetten bestaat. Inmiddels lijkt het erop dat de Amerikaanse politiek afstevent op een mildere vorm van SOPA en PIPA, waarbij er in elk geval een vorm van controle op de te blokkeren sites wordt uitgevoerd. De bezwaren van de tegenstanders blijven echter. Of van het uitstel het spreekwoordelijke afstel komt moet nog blijken.