Blij dat we in Nederland kunnen bogen op een uitstekende rechterlijke macht en voortreffelijke rechters. Maar de drempels tot het juridisch systeem zijn veel te hoog. Schoffel het om, zegt een club hemelbestormers.
Bij de Dag van de Rechtspraak in Leiden mocht ik een aantal rechters beluisteren en met hen spreken; een genot, de rationeel zuiver formulerende intellectuelen. De meesten hadden, anders dan politici en journalisten, geen cursus Socratisch redeneren meer nodig.
Natuurlijk, je betrapt de groep rechters op opwindende noch spectaculaire uitingen. Ze mag ook wat gevarieerder qua samenstelling worden, wat meer tussen dan boven het volk staan. Ik vind het curieus dat enkele rechters in Kijken in de Ziel beweerden dat juristen met sympathie voor de PVV – mijn partij niet, maar onderdeel van de rechtstaat – eigenlijk geen rechter zouden mogen worden.
De schijn van enige wereldvreemdheid van rechters trad in Leiden slechts sporadisch naar voren. Zoals na een verbluffende toespraak van een gezinsvoogd. Ze twijfelde hardop of de risicomijding zoals geëist door samenleving en kinderrechters niet te verregaande bemoeizucht met gezinnen in de praktijk tot gevolg heeft.
(Zie hier mijn verslag op Blendle van de Dag van de Rechtspraak, met als thema vrijheid versus veiligheid. Mooi onderwerp, inclusief de nuchtere vaststelling dat angst voor terrorisme en zware criminaliteit overdreven is.)
Wellicht ontging het u, maar we genoten ook van de Week van de Rechtspraak, inclusief open rechtbankdagen en lessen op school. Besef bijbrengen van het fundament van onze rechtsstaat kan geen kwaad, zeker niet op jonge leeftijd.
Is immers betrouwbare rechtspraak op hoog niveau niet essentiëler voor de samenleving dan ons salaris, Griekse schulden, voedselkwaliteit en al die dingen waarover we ons zo idioot druk maken?
Het gewicht van betrouwbare rechtspraak beseffen we meestal pas als het fout gaat, zoals met rechter Westenberg. Vriendjespolitiek of zwakte zal ook onder rechters vaker voorkomen, maar de rechterlijke macht krijgt bitter weinig journalistieke aandacht in vergelijking tot de politiek. Met uitzondering van de sappige strafzaken zoals van Wilders of Holleeder, uiteraard.
Rechters doen vaak uiterst consciëntieus hun werk, net als advocaten. Maar geldzucht, effectbejag en verdraaiing overschaduwen advocatuur vaker dan goed is. Rechters krijgen minder salaris dan advocaten, wat onterecht is. Hun 36-urige cao-werkweek is ook een farce, want ze formuleren vonnissen vaak tot in de kleine uurtjes, uit plichtsbesef en als hobby.
De tarieven van advocaten vormen een te hoge drempel voor toegang tot de rechtspraak. Je kunt in Nederland weliswaar – en steeds moeizamer – juridische bijstand krijgen. Maar de gemiddelde Nederlander moet spaargeld aanspreken om z’n recht te kunnen halen. Partijen met geld (van een ander), zoals bedrijven en overheden, zijn in het voordeel.
Toegang tot rechtspraak kan veel beter worden, maar niet alleen financieel. De onbekende, maar alleraardigste juridische denktank HiiL bracht in juni ‘Zes Suggesties voor Verbetering van de Toegang tot Recht’ uit.
De kern: regels sluiten niet aan op problemen die we ervaren, en de rechtspraak is verworden tot – populair gezegd – partijtjes armpjedrukken met complex gemaakte problemen waarbij de burgers het nakijken hebben. Dat houden juristen graag zo, want dat spekt hun portemonnee.
1. Moraliteit van juridisch vakmanschap ten dienste van de samenleving
Juristen moeten voortaan grondig opgeleid worden in ethische waarden, ook in permanente bijscholing. Kern: ’wat was ook weer de bedoeling, wordt mijn cliënt hiermee echt duurzaam geholpen?’. Juristen moeten staan voor waarden, zoals hoor en wederhoor, respect voor mensen met rare claims, erkenning voor een probleem dat ze boven het hoofd groeit, rechtvaardige en werkbare oplossingen. En bovenal transparante criteria die gelijke behandeling bevorderen.
2. Een IKEA-test helpt de regels praktischer maken
Nieuwe regelgeving waar veel burgers mee te maken krijgen, zou aan de IKEA-testvraag moeten voldoen: ‘Als het erop aankomt, kun je het dan zelf? Bestaande wetgeving zou ook begrijpelijk en hanteerbaar gemaakt moeten worden, met een toegankelijke handleiding. Dit moet leiden tot een structurele ommekeer in het almaar complexer worden van
de juridische omgeving.
3. Oplossingen belonen in plaats van procedures
Perverse prikkels vervangen. Er is onvoldoende uitdaging voor gerechten om zaken effectiever en gestandaardiseerd te behandelen en daardoor voor meer zaken goede oplossingen te bieden. Ook: het instellen van jaarlijkse onderscheidingen voor meest vernieuwende en succesvolle conflictbeslechtingen – in verschillende categorieën. Ook: verplichte bijdrage aan het pro deo-fonds waardoor advocaten die veel toevoegingen doen worden gecompenseerd door degenen die zo veel mogelijk geld binnenharken met betaalde zaken.
4. Een right to challenge voor innovatieve aanbieders
Rechtbanken, verzekeraars of ICT-en-recht-bedrijven met een betere of goedkopere geschilbehandeling zouden de bestaande procedures moeten kunnen uitdagen.
5. ‘Maatschappelijke Doelen’ voor een betere werking van ons rechtssysteem
Een gezaghebbende werkgroep moet de meest urgente maatschappelijke problemen met de werking van het recht op een rijtje zetten en het debat over oplossingen openen. Canadees voorbeeld: Reaching equal justice: an invitation to envision and act:
6. Een vergelijkende gids om een juridische dienstverlener te helpen kiezen
Zoals Iens er is voor restaurants, zou een advocatuurgids de markt transparanter kunnen maken.
De zes suggesties klinken revolutionair in de doorgaans conservatieve juridische sector. En dus zullen ze op het ministerie van Veiligheid en Justitie in een la verdwijnen, vrees ik.
Maar om te beginnen, denk ik, moet er een gezonde markt voor advocatuur komen, met daling van de absurde uurtarieven van advocaten als gevolg. Voor de meeste vrije beroepen is 50 euro per uur volgens mij een aardig maximum, toch? Met uitschieters voor de toppers, voor wie geen Balkenende-norm hoeft te gelden. Maar de middelmatige advocaat belonen met zo’n 350 euro per uur, vind ik ongezond voor de rechtsstaat.