Hij gold in het internationale circuit als “bot”, onze voormalige minister van Financiën Jan-Kees de Jager. Dat hoeft ons niet te verbazen: nee-zeggers zijn in Brussel niet populair. Toen de Ieren zich in 2001 en 2008 in een referendum uitspraken tegen een aanpassing van de Europese verdragen, werd in beide gevallen het referendum net zo lang herhaald totdat de gewenste uitkomt was behaald. Dàt is democratie à l’européenne: lak aan de volkswil.
Plooibaarheid is de grootste deugd die een politicus kan hebben vanuit de Brusselse optiek. Een minister die graag vasthoudt aan gemaakte afspraken en daarvan geen afwijkingen wenst toe te staan, is natuurlijk al snel persona non grata. Dat is maar lastig, zo’n nare meneer uit Nederland die het aan Griekenland uitgeleende geld terug wil hebben en nog met de afgesproken rente ook. Wat een brutaliteit, hoe komt-ie erop?
Enfin, Nederland staat dus bekend als een rigide, recalcitrant baasje. Gelukkig kan daar nu wat aan gedaan worden, want na jarenlang voorzitter te zijn geweest van de eurogroep, geeft de Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker dat ambt nu af. En dus wordt Jeroen Dijsselbloem in stelling gebracht. Al kan die op ietsje minder ervaring bogen dan J.C. Juncker, die al een kwart eeuw minister is.
Minister Dijsselbloem zei afgelopen week dat de drie procentsnorm van het maximaal toelaatbare begrotingstekort wat hem betreft geen wet van Meden en Perzen is. Dat hoort men in Brussel natuurlijk graag. De vraag is, of premier Rutte het ook graag hoort. Het was voor de regeringsleider amper een jaar terug immers nog reden om de samenwerking met Geert Wilders’ PVV te beëindigen en het ontslag van zijn kabinet aan te bieden op Paleis Noordeinde.
De eurofielen (en dat zijn in Nederland zo’n beetje alle partijen uitgzeonderd SP, PVV en SGP) weten het allemaal weer mooi te verkopen: Nederland kan bij monde van voorzitter Dijsselbloem “de agenda bepalen” en “sturing geven aan het hele proces”. Wie zich door dergelijke mooipraterij laat verlokken in te stemmen met Dijsselbloems benoeming, is ofwel stuitend naïef of houdt er een verborgen agenda op na.
Want de “voordelen” die dat met zich brengt, vallen in het niet bij de nadelen die er tegenover staan. Een voorzitter zijn namelijk de handen gebonden: wordt na een overleg geen overeenstemming bereikt dan wordt de voorzitter er op aangekeken. Dus als voorzitter kan Nederland geen compromisloze houding (meer) innemen zonder de eigen positie te beschadigen.
Op het moment dat deze column verschijnt, is de benoeming van Dijsselbloem nog slechts een formaliteit. Tot vrijdag jongstleden konden gegadigden zich melden. Dijsselbloem is de enige die dat ook daadwerkelijk heeft gedaan. Dan helpt ook het verzet dat de lidstaat Frankrijk pro forma nog had getoond niet meer.
Voortaan zal Nederland uiteindelijk moeten meegaan in de lankmoedige houding van de eurolanden jegens wanbetalers, fraudeurs en andere schadelijke parasieten in de eurozone. Jeroen Dijsselbloem moge van anderen straks bossen bloemen als felicitatie ontvangen, van mij krijgt hij een grafkrans.