Video: ken je klassiekers

22-01-2013 20:00



Als je écht heel lullig uit de hoek wilt komen, kun je opwerpen dat Stehgeiger André Rieu misselijkmakend beroemd is geworden over de rug van een componist die een substantieel deel van zijn leven heeft doorgebracht met het idee dat een geheim agent, in opdracht van potentaat Jozef Stalin, een kogel door zijn harses jast. De Second Waltz, uit Jazz Suite nr.2, van Dmitri Sjostakovitsj maakte van de Maastrichtse violist in één klap een nationale bekendheid die het uiteindelijk tot wereldster heeft geschopt. Alle respect voor, petje af, kniediepe buiging met een revérence.

Maar Sjostakovitsj is daarmee tekort gedaan. Je kunt je zelfs afvragen of het gepast is om werk van zijn magistrale en tegelijk kwetsbare hand op een cd met onder meer geniale, maar helaas ernstig gecoupeerde, Strauss-walsen te plempen. Het bevestigt vooral het onterechte en onjuiste beeld dat Sjostakovitsj slechts muziek heeft geschreven die ernstig tegen het kitscherige aanschuurt.

Man-met-de-moustache

Het tegendeel is waar: in veel muziek van Sjostakovitsj hoor je vooral de angstgevoelens van een gekweld genie. Angst voor de terreur van de ‘man-met-de-moustache’, onder wiens toeziend oog Sjostakovitsj stond. Stalin misbruikte het talent van Sjostakovitsj maar al te graag en liet hem muziek componeren die de dictator gebruikte in de cinematografische hoogstandjes waarin hijzelf op deerniswekkende wijze probeerde te schitteren. Sjostakovitsj moest wel aan die lokroep voldoen, anders had hij zeker het leven op geheimzinnige wijze gelaten.

Een mak lammetje was Sjostakovitsj niettemin allerminst. Het voortdurende getreiter van Stalin pareerde hij bij tijd en wijle met, op zijn zachtst gezegd, muzikaal vrij gevaarlijke hoogstandjes. Een episch voorbeeld, waarmee hij zich echt de woede van Stalin op de hals wist te halen, is zijn Symfonie nr.9. We schrijven 1945 en Nazi-Duitsland is verslagen. Stalin verwacht van Sjostakovitsj een megalomane overwinningssymfonie en een ‘Negende’ leent zich daar, vindt de dictator, perfect voor. Zie Beethoven, Schubert en Mahler: hun ‘Negenden’ zijn, tot op de dag van vandaag, legendarisch.

Fluks niemendalletje

Sjostakovitsj daarentegen, pakt het net iets anders aan: hij komt met een fluks niemendalletje op de proppen. In die zin dat zijn Syfmonie nr.9 allesbehalve grotesk van aard is. Het eerste deel is eigenlijk te simplistisch voor woorden en, gezien de verstandhouding met Stalin, is dat vrij briljant. Het hoofdthema (in het videofragment voor het eerst te horen vanaf 0:55) is gewoonweg nihilistisch: een eigengereid marsje, gespeeld op een piccolo. Vlak daarvoor zit een trombone die, ter opmaat van het marsje, een eenvoudige kwart speelt. De musicologen onder ons weten dat een kwart het meest afgezaagde is dat je als componist kunt uitvreten, zeker als je die kwart voortdurend door een trombone laat blaasbalgen. Alsof je Popov op zijn legendarische wijze clownesk onderuit ziet gaan, daar is het mee te vergelijken.

Uiteindelijk ontstaat er een georkestreerde chaos (in het videofragment vanaf 2:47) waarbij die banale trombone het onderspit delft. Tevergeefs probeert deze koperen ploert tot zes maal toe (tussen 4:01 en 4:15) het voortouw te nemen, maar het orkest gaat olijk op de loop. Pas bij de zevende poging (op 4:18) volgt het orkest weer braafjes de opmaat van de trombone. Resultaat van dit alles? Stalin best pissig.

Is het amusant? Ja. Is het amusementsmuziek? Neen.

In Ken je klassiekers bespreekt Jochem Rietjens, muziekadept, wekelijks een markant werk uit de klassieke muziekgeschiedenis, waarbij hij probeert dit genre uit het elitaire slob te trekken.