Het was de politieke aardbeving van een generatie. Niemand had verwacht dat de grijze, 66-jarige Jeremy Corbyn leider zou worden van de Britse sociaaldemocraten. Terwijl het toch geen raadsel is. Je hoeft alleen maar naar de man te kijken. Het eerste wat je ziet is beige. Van de kleur van zijn tanden tot zijn broeken en de daar niet bij-passende jasjes. Als je dan leest wat zijn hobby is (het fotograferen van afvoerputjes) valt alles op zijn plaats. Corbyn heeft zijn onverwachte succes maar aan een ding te danken; hij voldoet aan de innerlijke behoefte van de Brit aan saaiheid.
Het zojuist gepubliceerde boek Dull Men of Great Britain, over veertig saaie mannen, is vol Corbyn-achtige types. Mannen (saaie vrouwen bestaan niet) die een dagboek bijhouden van iedere keer dat ze het gras maaiden sinds 1984. Mannen die ieder treinstation van het land (2548) gefotografeerd hebben. Mannen die verzamelen. En niet zomaar speelgoedsoldaatjes, maar melkflessen, bakstenen, grasmaaimachines en verkeerskegels. ‘Als mensen vragen naar mijn hobby’, zegt de verzamelaar van de laatste een tikje teleurgesteld, ‘is het gesprek vaak snel afgelopen’. Het zijn kerels waarvan wij wellicht denken: een deskundige op het gebied van dwangneuroses is hier zomaar niet klaar, maar die in eigen land gewaardeerd worden als bewakers van de grens tussen excentriciteit en saaiheid.
De saaie Brit wordt, als hij geen boeken of kalenders publiceert, met rust gelaten in zijn schuur. Waar hij de bierblikjes die hij veertig jaar lang verzameld heeft herschikt. Of de handzagen telt, een onderwerp waarop hij promoveerde. De mannenschuur is overigens een ding in Engeland. Af en toe publiceren zondagsbladen foto’s van schuren die de trotse eigenaren verbouwd hebben tot Victoriaans ginpaleis of Tiroolse hut. Een eerbetoon aan deze vrouwvrije enclave werd vorig jaar, onder de titel Fifty Sheds Of Grey, een bestseller.
De Britse Dull Men’s Club heeft 5000 leden. Waaronder het trio dat er ieder weekend met meetapparatuur op uitgaat om de hoogte van heuvels vast te leggen. Dit om te kunnen garanderen dat heuvels ‘s nachts, toen niemand oplette, geen bergen geworden zijn. Op de website ‘waar we het gewone vieren’ pagina’s met titels als spanning zonder gevaar en nieuws over de Vereniging voor de Waardering van Rotondes. Van grote zorg voor de club van saaie mannen, born to be mild, zijn de bagagecarrousels op vliegvelden. Want hoe weet je, als je zo’n band nadert, van welke kant je koffer wordt aangevoerd? De site zoekt naar informatie over welke vliegvelden bagagebanden hebben die met de klok mee lopen en welke er tegenin.
In het land waar het leger een eigen vereniging heeft voor vogelspotters, zijn saaie mannen geen bedreigde minderheid. Als ze al een minderheid zijn. Ze worden gewaardeerd en gekoesterd. Een passie voor afvoerputjes zou elders wellicht de worp naar de macht hebben afgeremd, maar niet, zoals Jeremy Corbyn bewijst, in Groot Brittannië.