Foodgeek Anna bespreekt iedere week een vreemd ingrediënt. Wat doet het, en belangrijker: wat maak je ermee? Deze week: rijstolie.
Er zijn van die producten die je gedachteloos gebruikt bij zo’n beetje elke bereiding in de keuken. Zo grijp ik blind naar het busje zout, de pepermolen of mijn megafles olijfolie. Deze week nam ik mijn standaard keuze voor olijfolie onder de loep en dat bleek helemaal terecht.
Negen van de tien keer gebruikte ik olijfolie en als de smaak van olijfolie niet bij het gerecht paste, ging ik voor zonnebloemolie of een flink bewerkte wokolie met allerlei toegevoegde smaakjes. Ik nam meestal de duurdere ‘extra vierge’, want dat klonk beter en ik gunde mezelf wel wat extra’s. Ik gebruikte het zonder de onderlinge verschillen tussen de olijfolies te kennen, laat staan de verschillen ten opzichte van andere plantaardige oliën. In een alom bekende supermarktketen stond op de verpakking van het huismerk de suggestie om de milde variant te gebruiken voor bakken en de extra vierge te gebruiken voor saladedressing. Omdat het waarom hiervan mij niet duidelijk was, nam ik het er nooit zo nauw mee. Fout dus, want extra vierge olijfolie kan niet zo goed tegen de hoge temperaturen die je nodig hebt bij bakken. Boven de 180 graden komen er zelfs stoffen uit de olie vrij die schadelijk zijn voor je lichaam. Daarnaast verdwijnt de smaak al bij een verhitting naar 30 graden, dus het is regelrechte verspilling om dure olie te gebruiken voor bakken.
Met die verspilling en de schadelijke stoffen in mijn hoofd ging ik op zoek naar een alternatief in de gezondheidswinkel. Eerst vond ik kokosolie; duur en onhandig aangezien het gestold verkocht wordt. Lijnzaadolie dan? Klinkt wel gezond, maar mag niet verhit worden. Zonnebloemolie had ik nog staan in een morsige fles en is maar weinig avontuurlijk. Tenslotte viel mijn oog op rijstolie. De verpakking sprak tot mij over een ‘hoog rookpunt’. Dat was, gezien de prominente plek van deze statement, vast goed. Een flesje Alfa One Rice Bran Oil ging met mij mee naar huis. Later ontdekte ik dat dit ook gewoon in de grote supermarkt te koop stond, naast een veel goedkoper merk van dezelfde rijstolie; King. Ik zie een mooie campagne voor me waarin dit merk zijn voordeel doet met de ontwikkelingen in ons koningshuis.
Hoe dan ook, sindsdien gebruik ik het voor van alles. Het is neutraal van smaak waardoor het nergens mee missmaakt. Om mijn nieuwe bewuste keuze te onderbouwen met wat onwetenschappelijke onderzoek diende het internet mij gretig. De Aziaten met hun gezonde imago blijken allang te weten dat rijstolie dé olie is en de bekende televisiedokter Oz overtuigde mij al helemaal van de juistheid van een rijstolierevolutie. Oz raakt er namelijk helemaal opgewonden van en heeft het over ‘miracle fat‘, waarmee je je lichaamsvet zou kunnen ‘krimpen’. Rijstolie is volgens hem de gezondste olie op aarde waar je dun van wordt en je cholesterol mee verlaagt. Ok Oz, ik ben om.
Bewapend met het mirakelvet gaan we aan de haal met een keukenklassieker; het cakerecept. Een cake bakken gaat al eeuwen hetzelfde. Het moet volgens de (voor velen eigenlijk helemaal niet zo) bekende ‘quatre quart‘: vier ingrediënten vormen elk een kwart van de cake. En of je nu minutieus een recept van je betovergrootmoeder volgt, of je gooit de ingrediënten met de bijpasselijke Franse slag bij elkaar; 200 gram boter, 200 gram suiker, 200 gram meel en vier eieren worden samen één cake. Hoe je het ook wendt of keert. Voor het recept van vandaag schudden we de cakewereld op en vervangen we zo’n beetje alle ingrediënten met een gezonder alternatief. Het is ook een handig recept om bij de hand te hebben als je een cake wil bakken, maar de eieren zijn op. Of wanneer je een lekker baksel op tafel wil zetten, maar je bent eigenlijk op dieet, bent allergisch voor zuivel of raakt in paniek van roomboter. Het geheime ingrediënt rijstolie levert een verassend lekker cake-ig resultaat op. Verwar je oma, bak een plantaardige cake.
2 appels, met schil in blokjes gesneden
2 theelepels citroensap
1 theelepel kaneel
60 ml rijstolie
1 theelepel azijn
240 ml (soya)melk
1 eetlepel appelmoes
1 geprakte banaan
150 gram (riet)suiker (voor een gezondere cake gebruik je 60 ml agavesiroop en 50 gram oerzoet of Stevia zoetpoeder in een vergelijkbare hoeveelheid)
1 zakje vanillesuiker
1 theelepel baksoda opgelost in twee eetlepels gekookte melk of een zakje bakpoeder
250 gram (spelt)meel
1 snuf zout
– verwarm de oven voor op 180 graden
– bereid de appels voor, meng ze met het kaneel en het citroensap
– meng olie, azijn, melk, appelmoes en banaan met de vanillesuiker en de suiker of alternatieve zoetstoffen
– voeg zout, bakpoeder/baksoda en meel toe en meng tot een glad beslag
– roer de appels door het beslag
– vet de cakevorm in en bestuif met meel, vul gelijkmatig met het cakebeslag
– bak de cake ongeveer 45 minuten in het midden van de oven tot hij mooi goudbruin is
Foto: Wikimedia