Deze week was het debat over de regeringsverklaring. “Het heeft even geduurd, maar dan heb je ook wat!” riep Geert Wilders triomfantelijk richting de oppositie. Bij het vorige kabinet maakte Wilders een nummer van het dubbele paspoort van bewindspersonen. Hij diende een motie van wantrouwen in om hun aftreden te eisen. Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten zou volgens Wilders ook haar dubbele paspoort moeten inleveren. Wilders kreeg meteen kritiek dat hij dit de staatssecretaris slechts ‘verzocht’ te doen. Wilders: “we willen dit kabinet niet in de problemen brengen, en het vorige kabinet dolgraag”. Wilders had het duidelijk naar zijn zin in zijn nieuwe rol.
Wat doet meneer Pechtold hier eigenlijk? Hij verkondigt overal – ook daarnet weer – dat de PVV nu aan de macht is. “Wilders krijgt een marionettenkabinet,” zo zegt hij letterlijk. Hij stelt het voor alsof ik achter de schermen de premier ben van het nieuwe kabinet. (…) In dat geval herinner ik meneer Pechtold aan een dreigement, nou ja, een belofte is een beter woord, dat hij in het buitenland asiel zou vragen als ik premier word. Ik zou zeggen: beste meneer Pechtold, belofte maakt schuld. (hier in bewegend beeld te zien)
Integratie
Cohen meldde dat Wilders niet wil dat migranten integreren en dat er daarom geen budget voor integratie is. Wilders noemde Cohen’s verhaal “een hoop onzin”. Wilders citeerde zelf uitgebreid de conclusie van Angela Merkel dat de multiculturele samenleving mislukt is. Dit was immers de belangrijkste politica van het belangrijkste Europese land die een taboe doorbrak. Halsema concludeerde dat Wilders zei: “de islam behoort niet tot ons land”. Wilders’ antwoord: “ik heb alleen geciteerd”, Halsema verward achterlatend.
Debatten bij regeringsverklaringen gaan over alle onderwerpen en dus over niets. Het regeerakkoord is net getekend en dus is er ook weinig ruimte voor nieuwe voorstellen. Wat resteert is amusement waarbij de burger kan leren waar politici op hoofdlijnen voor staan. Wilders begrijpt dat: hij weet dat dit de fragmenten zijn die het nieuws halen, waar burgers van moeten grijnzen en dat ze bovendien zullen begrijpen wat hij zegt. Dat niet iedereen het met hem eens is, maakt eigenlijk weinig uit: burgers hebben het in ieder geval begrepen.
Andere fractieleiders
Het verschil met andere fractieleiders is immens. De belangrijkste kwestie voor de oppositie was de vraag hoe zij met de minderheidsregering kunnen samenwerken. Er volgde een technisch debat met thema’s waarover wel en niet onderhandeld kon worden en hoeveel ruimte dat was. Een andere kwestie was dat het kabinet niet sociaal is. Stef Blok kwam meteen tegenover Cohen aanzetten met één inkomensafhankelijke AWBZ-maatregel. Cohen moest volgens Blok niet zeggen dat er niets van de hoge inkomens gevraagd werd. Beide voorbeelden zijn voor de gemiddelde burger te gedetailleerd, te onbekend en te saai.
Het debat over de regeringsverklaring heeft niets opgeleverd: de regering gaat zoals gepland gewoon aan de slag. Iedereen wist dit van te voren. Wat kan het reële doel van het debat dan zijn? Alsof nu al duidelijk gaat worden hoe de regering met de Kamer gaat samenwerken. De meeste partijen grossieren in detailargumenten die burgers niet kunnen plaatsen of niet interesseren. Wat beter werkt, is de lijn-Wilders: minder inhoud, maar op hoofdlijnen goed te begrijpen en leuk om naar te kijken. Er was politiek toch niets te bereiken, het debat was slechts de aanzet tot de volgende campagne.
Waar komt het succes van Wilders vandaan? Voor een groot deel is het niet de inhoud, hij weet slechts de aandacht vast te houden en formuleert op een begrijpelijke manier. Zijn collega’s moeten hoog nodig op cursus.
Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie (www.chrisaalberts.nl)