Oké, eigenlijk aflevering 2, want de pilot was in april al te zien. Maar nu gaat het seizoen met de nieuwe serie van Ricky Gervais officieel van start. Derek is niet zonder controverse, want de comedian die weer eens mensen beledigde door ‘mongroids’ te twitteren, kruipt nu in de huid van een geestelijk gehandicapte verzorger. Aflevering 1 zorgde niet voor veel lachmomenten. Heeft Gervais dan net zoals bij Extras en The Office slechts de toon gezet voor een fabuleus meesterwerk?
De gekozen vorm van de comedyserie, een –hoe kan het ook anders- mockumentary, kijkt nog steeds zeer makkelijk en leent tot een mooi beeld van de sfeer. Helaas blijkt het lastig om Gervais serieus te nemen als acteur in deze rol. Dat geldt ook voor zijn little protegé, Karl Pilkington, die het werkelijk waar fantastisch speelt – ondanks zijn verschrikkelijk slechte pruik. Voor beiden geldt dat hun eigen persoonlijkheden al te beroemd zijn om opeens een heel ander karakter geloofwaardig neer te zetten. Als ik ze niet zou kennen, zouden ze er prima mee weg zijn gekomen. Pilkington blijft dan nog dicht bij zichzelf, maar het is vreemd om hem te zien acteren: hij is geen acteur, zijn karakter deed voorheen al het werk. Voor Gervais is de rol van gehandicapte, ook met lollig kapsel en opgelegde houding, misschien teveel van het goede. Je verwacht ieder moment de blooper-reel waarin hij uit zijn rol schiet omdat hij zichzelf zo grappig vind.
Moet ik het dan wel zo serieus nemen? Is het namelijk niet gewoon een comedyserie? Nee. De scenes die grappig pogen te zijn hebben absoluut niet het niveau dat eerdere series van Gervais wel hadden. Als je het script zou uitschrijven, zitten er wel degelijk goede one-liners in die op het eerste gezicht aan de kijker voorbij zullen gaan. En de eigenlijke hoofdpersoon, Hannah, is een verademing. Maar zij zorgt niet voor humor, eerder voor tranen vanwege haar aandoenlijkheid en oprechte liefde voor de ouderen in het verzorgingstehuis. Zij trekt de kar op dit moment, niet Gervais.
Derek is inderdaad kind, wise & made of integrity. Maar niet grappig. Voor een comedyserie is deze daarmee faliekant mislukt in het genre.
Hoewel de eerste aflevering duidelijk nog zoekt naar een balans tussen actie, verhaal en personages, heeft The Americans de potentie om een leuke serie te worden. Keiharde spanning ontbreekt, dus het is echt een ‘rustigere’ serie die het meer moet hebben van het verhaal. Met één uur en acht minuten is dat op z’n zachts gezegd een uitdaging.
De Russische spionnen die tijdens de jaren ’60 een gezinsleven opbouwen als Amerikanen, met natuurlijk de vraag: zullen ze trouw blijven aan het moederland? Het jaren ’60 element blijkt hier en daar uit wat kapsels en auto’s, maar niet zozeer uit de esthetiek en dialogen. Dat is op zich niet storend, maar doet wel degelijk af aan het algehele plaatje. De Koude Oorlog wordt tegelijkertijd wél weer heel erg uitvergroot, compleet met het wij-tegen-hen plaatje met zowel de Russen als de Amerikanen met grootheidswaan en paranoia.
The Americans voelt nog een beetje als Mr. & Mrs. Smith, maar zonder de wapens en de chemie tussen de hoofdrolspelers. Dat die er nog wel kan komen staat buiten kijf. Bovendien is ‘toevallig’ hun nieuwe buurman een gehaaide FBI agent. Wat dat betreft doet de eerste aflevering smaken naar meer, en er wordt ons heel wat beloofd: “Things are about to change, Philip. It’s going to get uglier. More dangerous.”
Hopelijk kan dat allemaal wat sneller gebeuren dan in één uur en acht minuten.