De parvenu van Mark Schalekamp wordt door de schrijver zelf een schelmenroman genoemd en dat is een aardige omschrijving.
Het gaat over eenprivate banker van begin dertig, die zijn eenvoudige afkomst wil verdoezelen en graag hogerop wil in de maatschappij. Na de proloog, waarin de hoofdpersoon Hugo Stadman als zeventienjarige voor het eerst in contact komt met de ‘hogere kringen’, zien we hem daarna terug als man van dertig die op het punt staat door te dringen tot die hogere kringen. Hij is voorgedragen om lid te worden van het elitaire Rozengenootschap, maar moet daarvoor nog enkele zogenaamde brevetten halen: voor moed, goeddoen en wijsheid.
En die proeven lijken een struikelblok te gaan vormen voor zijn ambities, want zijn leven is tot dusver voornamelijk opgebouwd uit leugens en bedrog. Zijn diploma’s zijn vals, over zijn gezin van herkomst verzint hij allerlei verhalen, en verder is hij verslaafd aan gokken, coke en hoerenbezoek. Tot op het eind blijft het onduidelijk of hij alleen maar struikelt of ook echt heel hard zal vallen.
Het is een verhaal dat zich razendsnel laat lezen. De stijl doet denken aan Kluun en Koch. Schalekamp toont zich als debutant al zeer bedreven in dialogen, situatieschetsen en persoonstyperingen. Om dat te illustreren geeft ik hierbij een lang citaat. Wanneer Hugo weer eens te laat op zijn werk verschijnt, wordt dat als volgt beschreven:
‘Goeiemorgen vrienden, zijn jullie weer gewoon zonder mij begonnen vanochtend?’
‘Joh. Kom je ook eens werken?’ smaalt Trommel, een man zonder voornaam. Hij heeft de reputatie de grappenmaker van het kantoor te zijn, maar die maakt hij vermoedelijk waar als ik er niet ben.
‘Nieuwe das, Trommel?’ Hij beweert de grootste Disney-dassencollectie in Nederland te hebben. Vandaag draagt hij Goofy.
[…]
‘Goeiemorgen, Van Zuylen.’
Van Zuylen reageert niet.
‘Je zult ook werken met Diderick van Zuylen,’ had Ronald tijdens de kennismakingsgesprekken gezegd. ‘Hij is van adel.’ Hij zweeg even. ‘Het bijzondere van Diderick is dat hij zich er niet op laat voorstaan. Hij werkt gewoon, net als iedereen.’
Na een paar dagen kreeg ik in de gaten dat Van Zuylen, eind veertig, kaal en dik, vooral heel bijzonder is omdat hij helemaal niets uitvoert. Ongegeneerd speelt hij hele dagen golf op zijn computer, de volle achttien holes.
De pen is vlot, scherp zelfs. Allerlei thema’s passeren de revue, onder andere verslaving, kredietcrisis, verliefdheid, jaloezie, hebzucht. Alles wordt aangeraakt, zonder grote diepgang, maar dat is niet storend. Het is een snel verhaal en leest als een trein. Maar zoals het met treinen gaat, is hij voorbij voor je er erg in hebt.
Maar goed, ik vind het een knap debuut en voor liefhebbers van Kluun en Koch absoluut een aanrader.
Uitgever: | Arbeiderspers |
Pagina’s: | 252 |
Prijs: | 19.95 |
ISBN: | 978 90 295 7622 2 |
Jaar: | 2011 |
Website auteur: | http://www.markschalekamp.com |