Beste meneer Van der Steur,
Heeft u weleens politie aan de deur gehad?
Ik niet. Mijn vrouw wel. Op een maandag in maart 1997. Om zes uur ‘s ochtends. Ik was al naar mijn werk. Het waren twee agenten in uniform. Weet u wat ze dacht? Dat ik dood was.
Niet fijn, meneer Van der Steur.
Als er ergens geüniformeerde politie aan de deur komt en het is geen huis-aan-huisactie om handtekeningen in te zamelen tegen een beroerde CAO of zoiets, dan kan dat doorgaans twee dingen betekenen: er is een vreselijk ongeluk gebeurd of iemand wordt verdacht van criminele activiteiten.
Ik begrijp dat uit uw naam thans gewone Nederlanders thuis worden bezocht door agenten in uniform. Die komen niet om slecht nieuws te brengen of om hen te arresteren, nee, die komen die gewone Nederlanders wáárschuwen dat ze moeten uitkijken met hun activiteiten omdat het zomaar kan dat ze de grens tussen niet en wel strafbaar wellicht eventueel misschien in de toekomst zouden kúnnen gaan overtreden.
Die gewone mensen, die toevállig allemaal protesteren tegen massale asielzoekersopvang in hun buurt, beschouwen dat politiebezoek als intimiderend.
Geen misverstand: dat is het ook.
Daarom moet u uw dienders er onmiddellijk mee laten stoppen.
Groet,
JanD
