De Nederlandse tak van de internationale spelersvakbond Fifpro roept op tot een internationaal licentiesysteem in het voetbal. Dat zegt Fifpro-jurist Wil van Megen tegen The Post Online. De Fifpro reageert hiermee op de uitkomsten van een groot onderzoek naar matchfixing in het internationale profvoetbal.
In meer dan 380 wedstrijden in het internationale voetbal is volgens Interpol sprake van omkoping. Hierbij zouden tenminste één WK-kwalificatiewedstrijd, twee Champions League wedstrijden en vier Europa League wedstrijden zijn.
‘Dit is natuurlijk het ergste wat je kunt bedenken voor het voetbal, het is het grootste gevaar voor het voetbal’, aldus van Megen. ‘In Oost-Europa waar het probleem wijdverspreid lijkt, zie je het resultaat. De stadions blijven leeg.’
‘Er zijn twee redenen om wedstrijden te beïnvloeden. Enerzijds zijn er wedstrijden die worden verkocht om sportieve redenen, omdat een club kampioen kan worden en daarom een wedstrijd wil beïnvloeden. Zo kocht Fenerbahce ooit het kampioenschap van Turkije’, weet van Megen. ‘Anderzijds zijn er de wedstrijden die nergens meer omgaan. Dat soort wedstrijden zijn gevoeliger voor matchfixing. Het lijkt er daarom op dat de beïnvloedde wedstrijden in Champions League en Europa League wedstrijden in de poulefase zijn geweest’.
Vanwege het Nederlandse play-offsysteem zijn er in Nederland relatief weinig wedstrijden om des keizers baard. Van Megen denkt dan ook dat Nederland daarom iets sterker staat ten opzichte van matchfixing. ‘Als een inbreker voor een rijtje huizen staat met op een huis vier sloten en op het andere huis maar één slot kiest hij natuurlijk voor dat tweede huis’, aldus van Megen.
‘Door CFK (Stichting Contractfonds KNVB) staat Nederland sterk. Dat garandeert dat spelers altijd worden betaald. Op het moment dat een speler een half jaar niet betaald wordt omdat zijn club in financiële problemen zit, is zo’n speler kwetsbaarder voor matchfixing. Als je geen vast salaris hebt, is het aantrekkelijker om op een verzoek in te gaan een wedstrijd te beïnvloeden’, vertelt van Megen.
‘Het gaat om de hardcore betting. Dus om het daadwerkelijk beïnvloeden van de uitslag. Dat gaat natuurlijk het vaakst mis bij keepers en verdedigers. Je kunt tegenwoordig ook wedden op de eerste ingooi, dat is een minder groot probleem’, weet van Megen.
‘Spelers zijn de meest kwetsbare groep in dit probleem. Zij worden aangepakt op het moment dat er sprake is van matchfixing. Maar de georganiseerde misdaad die veilig in Singapore zit, blijft buiten schot. Zij trekken aan de touwtjes.’
Ook voormalig spelers vormen een kwetsbare groep volgens van Megen. ‘Spelers blijven vaak leven als een profvoetballer en verspelen zo snel al hun geld. Ze zijn dan gevoeliger voor matchfixing. Als een voormalig speler een jonge speler benaderd om een wedstrijd te beïnvloeden dan heeft dat enorm veel invloed op zo’n jonge speler. Zo’n voormalig speler is veel meer een rolmodel dan een willekeurig iemand die een speler wil beïnvloeden.’
Financieel ongezonde clubs zijn het meest gevaarlijk. Van Megen sluit niet uit dat het daar om grote clubs gaat met een slechte financiele huishouding als Barcalona, Real Madrid en Manchester City. De UEFA is als oplossing tegen deze financieel ongezonde clubs het project Financial Fairplay gestart.
De Fifpro roept de UEFA daarom op een internationaal licentiesysteem voor clubs op te zetten. ‘Als clubs financieel stabieler zijn, zijn ze minder kwetsbaar voor matchfixing. Ook zouden minder wedstrijden gespeeld moeten worden zonder sportieve belangen. ‘Nederland is wat dat betreft een modelland’, aldus van Megen.
