Opinie

Wie vraagtekens zet bij Caitlyn Jenner wordt afgeserveerd

08-10-2015 20:58

Op de commerciële televisiezender TLC wordt op dit moment flink reclame gemaakt voor de serie ‘I Am Cait’. Deze documentairereeks beschrijft het leven van Caitlyn Jenner na haar geslachtsverandering. Caitlyn werd namelijk geboren als William Bruce Jenner (1949). Deze succesvolle sporter (goud op de Decathlon op de Olympische Spelen in 1976) scheidde in 2015 van zijn derde vrouw Kris Jenner, mede vanwege zijn problemen met zijn geboortegeslacht. William voelde zich namelijk meer vrouw dan man. In april 2015 kwam William als Caitlyn uit de kast. En daarmee werd zij in een klap de bekendste voorvechtster van transgender-emancipatie overal ter wereld.

Transgenderism lijkt erg modieus

Williams geslachtsverandering of eigenlijk geslachtsidentificatie werd niet overal met groot applaus ontvangen. Conservatieve opiniemakers beschuldigden Caitlyn ervan vooral op publiciteit en aandacht uit te zijn. En niet alle artsen zijn ervan overtuigd dat transgenderism behandeld zou moeten worden als een fysieke aandoening die te ‘genezen’ is (geslachtsveranderende behandelingen), in plaats van een psychologisch deficiënt. Maar enige aarzelingen namen ook bezit van mij. Vooral omdat transgenderism erg modieus lijkt te zijn. Naast de reeks ‘I Am Cait’, zendt TLC namelijk nog een andere serie uit: ‘Louisa & Rosanna’. Louisa Janssen werd geboren als jongen, maar heeft zich laten ‘omwerken’ (excuses voor de lompe uitdrukking) tot een vrouw. Rosanne Janssen werd geboren als meisje, maar identificeert zich inmiddels als man.

Mensen die deze keuze individueel maken zijn uiteraard vrij om dit te doen. En wie zijn wij om in de huid en de geest van Caitlyn, Louisa en Rosanne te kruipen en te bepalen met welk geslacht zij zich identificeren. Onze moeite ligt echter bij de sluipende wijze waarom de acceptatie van transgenders wordt geframed als lakmoesproef van politieke correctheid en – daarmee – van ware beschaving. Deze framing leidde er zelfs toe dat het onderscheid tussen een transgender en een ‘normaal’ persoon wordt afgewezen als kwetsend naar de eerste. Hiervoor is het begrip ‘cisgender’ geïntroduceerd: mensen die zich wel identificeren met hun geboortegeslacht.

Lakmoesproef voor beschaafdheid

De Amerikaanse sitcom South Park heeft in enkele van de meer recente episodes hier een belangrijk speerpunt van gemaakt. En hoewel de grappen en grollen van Matt Stone en Trey Parker niet bepaald subtiel te noemen zijn, is hun maatschappelijke satire vaak van internationaal erkend niveau. In afleveringen als ‘The Cissy’ (8-10-14), ‘Stunning and Brave’ (16-09-15) en ‘Where My Country Gone’ (23-09-15)  worden de inwoners van het imaginaire bergdorpje Southpark geconfronteerd met een ware politiekcorrecte terreur. Het hoofd van de school wordt vervangen door een gespierde kleerkast met de naam PC – political correct – Principal. Met ongekend harde hand maakt hij de kinderen van zijn school duidelijk dat termen als ‘zwart’, ‘blank’, ‘gehandicapt’ of ‘normaal’ niet meer mogen worden gebruikt. Als een van de kinderen probeert aan te geven dat hij Caitlyn niet een erg dappere en beeldschone vrouw vindt, wordt hij net zo lang gemanipuleerd tot hij maar toegeeft om van het gezeur af te zijn.

De transgender-discussie krijgt hiermee trekken van het al oudere debat rond homoseksualiteit en –huwelijk. In de eerste vijftien jaar van onze 21e eeuw werd niet alleen de acceptatie, maar ook vooral de appreciatie voor het homohuwelijk beschouwd als lakmoesproef voor beschaafdheid. Wie mee wil doen op het publieke forum (en daar serieus genomen wil worden), wordt geacht het homohuwelijk te omarmen. Omgekeerd, wie vraagtekens zet bij de noodzakelijkheid of wenselijkheid van een huwelijk tussen twee mensen van hetzelfde geslacht, wordt automatisch gediskwalificeerd als serieus te nemen gesprekspartner. Hetzelfde dreigt nu te gebeuren met de transgenders. Wie Caitlyn beschouwd als de meest dappere vrouw ter wereld, wordt serieus genomen in de publieke arena. Wie daar vraagtekens bij zet, wordt afgeserveerd.

Politieke correctheid

De twee achterliggende problemen zijn snel gevonden. In de eerste plaats is de zo fel begeerde en beleden politieke correctheid, verdraagzaamheid en tolerantie een monster dat vooral zichzelf in de eigen staart bijt. Ze is namelijk naar zichzelf niet verdraagzaam of tolerant. Alleen wie aan haar eigen norm voldoet wordt beschermd door deze politieke correctheid en verdient daarmee bescherming. Wie daarvan afwijkt, merkt niets meer van de beleden verdraagzaamheid en tolerantie, maar moet zich vooral aanpassen.

De politieke correctheid is bovendien volstrekt willekeurig. In de jaren negentig had niemand over transgenders, die zijn nu pas ‘in’. En wie homo’s vandaag verdedigt tegen de intolerantie van sommige van onze multiculturele medemensen lijdt volgens hoogleraar gender en etniciteit Gloria Wekker aan ‘homo-nostalgie’. Ten slotte, wanneer worden de fetisjisten eindelijk geaccepteerd? We zien liefhebbers van katholieke schoolmeisjes, luiers, voeten en zweepjes, om maar wat voorbeelden te noemen, nog steeds als ‘abnormaal’. Blijft dit zo? Of wordt de acceptatie van fetisjisten straks onze nieuwe lakmoesproef?

Verzet tegen eigen genen

Het tweede probleem is dat transgenders en homoseksuelen allebei een tegenovergesteld beroep doen op de verhouding cultuur-natuur. Homoseksuelen hebben – met veel succes overigens – de strijd min of meer gewonnen. De meerderheid van de westerse burgers ziet hetro- of homoseksualiteit niet als een keuze die je ‘aan’ of ‘uit’ kan zetten, maar als iets waar je mee geboren wordt. De biologie wordt zo tot uitgangspunt gemaakt: je bent zoals je genen je voorschrijven. Daar kan niemand wat aan doen. Dus het ‘genezen’ van homoseksuelen van hun seksuele voorkeur is – gelukkig – al lang van de baan.

Gek genoeg trotseren de transgenders dit biologisch criterium dat hun homoseksuele medemensen zo succesvol in stelling hebben gebracht voor hun eigen emancipatie. De moderne transgender verzet zich juist tegen zijn eigen genen, die hem of haar hebben opgezadeld met een geslacht waarmee zij zich psychologisch niet kunnen identificeren. In het ene geval is de biologische beginsituatie leidend, in het tweede geval juist iets dat overwonnen moet worden.

We ontnemen uiteraard niemand het recht zich met een ander geslacht te identificeren dan waarmee hij of zij geboren is, maar of fysiologische behandelingen om het lichaam aan de geest aan te passen per se de goede oplossing zijn, wagen we te betwijfelen.

Frank Bosman is cultuurtheoloog, Ewout Klei is politiek historicus