Of ik een geitenneuker ben. Iemand die zo’n gênante zonde heeft begaan, dat iedere andere zondaar met een schijnschoon geweten naar hartelust kan oordelen. Welnu, ik kan me dergelijk geslachtelijk verkeer niet herinneren. Maar de bezoekers van de Military in Boekelo lijken het heel zeker te weten. Mijn voorbijgangers en omstanders vormen een levende collage van afkeurende blikken, benedenwaarts geperste mondhoeken en mensen die elkaar lacherig aanstoten. Ah, we zijn weer thuis, dacht ik, welkom geheten door de Twentse kak. Hoewel de Twentse boer vaak belachelijk wordt gemaakt, moet u echt bang zijn voor Twentse kak.
Het hoogtepunt van hun sociale kalender is dit geweldige paardensport-evenement. Liefhebbers van fenomenale paard-ruiter-combinaties, pastorale decors en wandelend drinken, kunnen de Boekelose Military gewoonweg niet onbezocht laten. Maar daarvoor komt de Twentse kak niet. Zij komen om een weekend de illusie te wekken dat het Gooi aan de oostkant van de IJssel ligt. Of het een geslaagde translatio imperii is, weet ik niet. Ik weet namelijk niet of de essentie van het Gooi is de medemens alles behalve ziekte te misgunnen.
Als soort is Twentse kak het best herkenbaar aan het vrouwtje. Blond, vrijwel altijd geblondeerd, uitgerust met een gezicht van make-up dat over het natuurlijke gezicht is geplakt, in het bezit van twee blondblauwe engeltjes van narcistische haatdwergen, drager van een paar dure laarzen (het Military-statussymbool bij uitstek) en een poncho-achtige deken die alleen door dronken Indianen als culturele appropriatie zou worden aangemerkt. Dit jaar viel vanwege het mooie weer ook een enorme hoeveelheid gezichtsglaswerk op. Helaas waren de monturen zonder uitzondering van roségoud.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over de mannen. Die trekken ook van die peperdure laarzen aan, maar vinden het verschrikkelijk als een voorbijganger mooiere heeft. Want dan is zo iemand ostentatief bezig de grote meneer of mevrouw uit te hangen. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Het beste is een oude spijkerbroek, een ietwat fantasieloos jasje en buikje.
De vreemde slotsom van deze interessante uitdossingen is dat deze Pausen uit Oosten (m/v) beter zijn dan iedereen, wat zij regelmatig naar voren brengen middels de interessante omkering ‘hun moeten niet denken dat hun beter zijn a(l)s ons’. (Taalbeheersing is voor pedante mensen die denken dat zijn beter zijn, moet u weten.) Superioriteitsgevoelens uitwerken middels een slachtofferrol, of een slachtoffercomplex maskeren met superioriteitswaan. Ik weet het niet.
Wat ik wel weet is dat ondergetekende, die zich niet slechts één keer per jaar aankleedt alsof hij weet waar hij is, werd aangekeken alsof hij het niet waard was in de schaduw van hun vijgen een rotte appel te eten. Maar ik moet dan ook niet denken dat ik beter ben. Ik was zo stom een bijpassend pochet bij mijn das te dragen. En dat maakt me in de ogen van de Twentse kak dus lid van de geitenneukende kaste, of op zijn minst iemand die hun minachting waard is.
Beeld: Jeroen Sloot