Op 2 november werden de zogenaamde midterm elections gehouden in Amerika. De Republikeinen wonnen fors, en daarmee heeft het politieke landschap opnieuw vorm gekregen. Het slagveld voor de presidentsverkiezingen van 2012 begint zich dus af te tekenen. Daarom besteedt De Jaap zeven donderdagen lang aandacht aan de voorspelling wie op 6 november 2012, na een heftige verkiezingsstrijd, een uitzinnige menigte mag toespreken als President-elect. Vandaag deel 1: De 2010 midterms.
Toen in november 2008 bekend werd dat Barack Obama het stokje zou overnemen van zijn bijzonder impopulaire voorganger George W. Bush, bekend van oorlogen, martelingen, een verdronken New Orleans en een historische staatsschuld, lag Amerika aan zijn voeten. Bij de uitslag van de midterms twee jaar later leek Obama zijn krediet volledig verspeeld te hebben en was ‘change we can believe in’ ver te zoeken. Zelfs de laatste restjes enthousiasme bij het electoraat lijkt Obama te zijn verloren. De conservatieve nieuwszender FOX News legt Obama’s regering dagelijks op de grill, en zelfs Democratische partijgenoten willen lang niet altijd iets te maken hebben met de ooit zo populaire president, die in 2012 herkozen hoopt te worden. Hoe heeft dit kunnen gebeuren?
Alexis de Tocqueville
Wie denkt dat dergelijke politieke aardverschuivingen iets van de laatste decennia zijn, moet Alexis de Tocqueville er nog eens op na lezen. Hij bracht, na een rondreis door de Verenigde Staten, al in 1835 verslag uit van het woelige karakter van de Amerikaanse democratie. De Tocqueville beschreef hoe veel gezagsdragers vaak al na korte termijnen weer naar huis gestuurd werden, ten gunste van een nieuwe kandidaat. Echt stabiel bestuur was het volgens hem niet, maar hij had toch grote bewondering voor het democratische experiment aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.
Deze woeligheid zit ingebakken in het functioneren van de Amerikaanse democratie. Twee jaar na de verkiezing van een president is het tijd voor de midterm elections, de tussentijdse verkiezingen voor het Huis van Afgevaardigden en de Senaat, die samen Congress vormen. Deze herschikking van de machtsverhoudingen is in een tweepartijenstelsel hard nodig, omdat het een te lange dominantie van slechts een partij voorkomt. Het overkwam Clinton, het overkwam Reagan en de voornaamste reden waarom het Bush niet overkwam in 2002, was de uitzonderlijke situatie waarin de Verenigde Staten zich kort na de aanslagen in 2001 bevonden. Tijdens de midterms van 2006 en in de slipstream van Obama in 2008, belandden veel Democratische politici op het pluche en de uitslag van 2010 is daarmee een logische herstelling van de balans.
“It’s the economy, stupid”
Toch zijn er ook aanwijsbare redenen waarom specifiek Obama zoveel heeft verloren. “It’s the economy, stupid!” was de spreuk waarmee Bill Clinton zichzelf positioneerde, en ook voor Obama ging dit op. Juist op het gebied van de economie gaven veel kiezers hem in 2008 het voordeel van de twijfel boven McCain. Obama’s team speelde hier handig op in. Toen McCain na het instorten van enkele grote banken en verzekeraars op het hoogtepunt van de financiële crisis de woorden “I believe the fundamentals of our economy are strong” sprak, werd dit slim in campagnespotjes verwerkt om aan te geven dat McCain de economische malaise zou onderschatten. Alleen Obama zou Amerika er weer boven op krijgen.
Ondanks een groot pakket aan stimuleringmaatregelen van de regering, kosten ruim 800 miljard dollar, trok de economie niet (snel genoeg) aan. Tegen de hoop en verwachting in van veel economen, en niet in de laatste plaats van Obama zelf, herstelde de economie zich in de zomer van 2010 in Amerika niet genoeg en bleef de werkloosheid schommelen rond 10%. Dat betekende een forse tegenvaller en een veel kopzorgen voor Obama, die in plaats van het presenteren van zijn eerste resultaten nu het publiek moest zien te overtuigen van de boodschap dat het stimuleringspakket vooral een groter drama had voorkomen. Hij probeerde er op te wijzen dat de economische problemen niet zijn schuld waren maar die van Bush, en gebruikte daarvoor een vastgelopen auto als metafoor. Volgens Obama had zijn regering ervoor gezorgd dat de auto die door de Republikeinen in de greppel was gereden, net weer met vier wielen op het asfalt stond. Maar nu ze de wagen wilden gaan starten, klopten de Republikeinen op het raampje ‘om de sleutels terug te vragen’. Hoewel Obama het met “we can’t afford to give them back the keys” nog probeerde, bleef vooral het gevoel achter dat een enorm begrotingstekort het enige effect was van de ogenschijnlijk nutteloze economische politiek van Obama.
Obamacare
Een van de nadrukkelijke campagnebeloftes van Obama was een hervorming van de gezondheidszorg. Veel Amerikanen gaan onverzekerd door het leven en kunnen hun ziektekosten niet betalen. De Democratische Partij wil hier al decennialang verandering in brengen. Obama wilde dat ook, en was de eerste president die hier daadwerkelijk in slaagde. Waar Bill Clinton zijn vrouw Hillary zag sneuvelen als Minister van Volksgezondheid toen hij als president healthcare reform niet door Congress kreeg, had Obama wel succes. Tenminste, beleidssucces, want in de publieke opinie is dit altijd een heet hangijzer geweest.
In een poging niet dezelfde fout te maken als Clinton, besloot Obama het congres niet met een wetsvoorstel voor een voldongen feit te plaatsen. Hij legde het initiatief bij volksvertegenwoordigers. Resultaat was een gepolariseerd publiek debat, een wetsvoorstel dat zo groot en complex was dat niemand de details ervan kende en felle oppositie vanuit de Republikeinse Partij. De zorgwet zou een vehikel van loerend communisme zijn, en de zorg kwam in handen van bureaucraten. Amerikanen zouden hun verzekering kwijtraken door een government takeover. De kosten zouden de pan uit rijzen. Deze en andere beschuldigingen in de richting van de zorgwet waren aan de orde van de dag. Ook Sarah Palin bemoeide zich met het debat, door te beweren dat er dankzij de wet commissies van ambtenaren zouden komen die moesten beslissen of terminaal zieke patiënten nog wel beademd mochten worden. Ze doopte deze commissies death panels, en was daarmee de bedenker van een van de krachtigste frames uit het gevecht over de hervormingen. Het verleidde de Republikeinse afgevaardigde Michelle Bachman ertoe, tegenover een protesterende menigte te verklaren dat oma nog niet klaar was voor de schop: “Grandma isn’t shovel-ready!” Obama loste misschien wel zijn belofte in, maar won bepaald niet aan populariteit.
Framing
En daarmee komt ook het laatste probleem aan het licht. Obama en zijn campagneteam toonden zich tijdens de verkiezingen de meesters van political framing. Berkeley professor George Lakoff geeft zijn studenten graag de opdracht om een heel college lang niet aan een olifant te denken. Juist door die opdracht denken zijn studenten het hele college wel aan olifanten: framing. Obama maakte daar in 2008 graag gebruik van, bijvoorbeeld door te benadrukken dat een stem voor McCain een stem voor nog vier jaar politiek van Bush was. Hoewel McCain dit ten stelligste ontkende, hij was een maverick die niet gebonden was aan partijdiscipline, bleef het beeld staan en wist Obama dat te gebruiken.
In 2010 waren het echter de Republikeinen die de frames bepaalden. De death panels van Sarah Palin, de governement takeover van gezondheidszorg, Obama slaagde er niet in de discussie naar zijn hand te zetten. Ook als het om de economie ging liep hij vaak achter de feiten aan. De lichte tekenen van herstel die wel waarneembaar waren, werden door Republikeinen niet erkend of weggezet als tijdelijk. Er zou sprake zijn van een double dip dus als er al herstel was, was het zeker niet blijvend. Obama moest in de verdediging, en met hem alle Democratische kandidaten die zich steeds meer van hem begonnen te distantiëren. Zijn tegenstanders bepaalden onderwijl het politiek discours. Zelfs het gebrek aan de beloofde bipartisan politics, partijoverstijgende samenwerking, zou niet meer liggen aan de starre houding van Republikeinen, maar aan een falende Obama.
Nog niet verloren
Retorisch campagnewonder Obama leek verworden tot een president die als een ware Muhammad Ali in de touwen hing en klappen kreeg. Toch is Obama nog niet verloren. Zoals Ali zeven rondes lang de klappen van Joe Frazier incaseerde tijdens de befaamde Rumble in the Jungle, om vervolgens in ronde acht zijn tegenstander knock-out te slaan, zo kan Obama ook nog terugkomen. Wordt Obama net als Jimmy Carter en George Bush sr. een one term president, of krijgt hij in 2012 alsnog het vertrouwen van de kiezer? Gedurende de komende weken zullen we deze vraag behandelen. Onderwerpen als de Tea Party Movement, in deze analyse bewust nog buiten beschouwing gelaten, de strijd tussen verschillende Republikeinse kandidaten en de manier waarop Obama de kritiek kan gaan parreren, zullen de revue de komende zeven weken elke donderdag passeren. Volgende week: Neoconservatisme en de Tea Party Movement.
Adriaan Andringa is redacteur van thepostonline.nl. Thijs Kleinpaste is D66-deelraadslid Amsterdam Centrum. Beide werken als politiek adviseur en zijn verslaafd aan Amerikaanse verkiezingen.