Een zieke moeder en een afstandelijke dochter worden bijeengebracht in dit verhaal. Wanneer dochter Coco lucht krijgt van de hersenziekte van haar moeder, besluit ze bij haar in huis te gaan wonen. Dit nadat Coco en Elisabeth elkaar al jaren niet meer spraken en dochterlief haar moeder al die tijd heeft zwart gemaakt. Op voorhand leek dit al een slecht idee. En dat was het ook. Moeder en dochter krijgen meer en meer een hekel aan elkaar, tot op het moment dat Elisabeth dood gaat.
Tegenover de rest van haar familie en vrienden Coco lijken alsof ze bij Elisabeth gaat wonen omdat ze graag voor haar wil zorgen. Eigenlijk verhuist ze alleen om zich op deze manier goed te kunnen voelen over zichzelf. Op haar beurt irriteert Elisabeth zit rot aan Coco, die inderdaad alleen aan zichzelf lijkt te denken.
Op een oppervlakkige manier wordt in Dorst verteld over de ‘liefde’ tussen moeder Elisabeth en dochter Coco. De liefde is alleen lastig te vinden tussen alle haatdragende gedachtes. Esther Gerristen laat het lijken alsof deze moeder-dochterrelatie normaal is.
Het is moeilijk je te identificeren met de hoofdpersonages. Beide hebben in het boek verziekte gedachten. Zo heeft moeder Elisabeth haar dochter opgesloten toen ze klein was. Ze leed aan een postnatale depressie, waarvan ze eigenlijk nooit genezen is. Het liefst wil ze haar dochter de nek omdraaien. Op dochter Coco’s beurt, ziet ze haar moeder in feite ook liever dood dan levend. Het zorgen voor een ziek iemand is niet gemakkelijk, dat doet ze ook liever niet. Het enige wat ze hiermee wil bereiken was dat iedereen een mooi beeld van haar krijgt.
Met lichte afschuw las ik het boek. Hoe kán iemand zo denken? Je dochter liever dood dan levend hebben, net als je moeder het graf in wensen. De term op de omslag van het boek, ‘over de complexe liefde tussen moeder en dochter’, is dus nogal misplaatst. De liefde tussen moeder en dochter is inderdaad nogal complex. Maar wanneer je de gedachten leest van de hoofdpersonen, is er weinig liefde te bespeuren. Aan de andere kant laat het je wel beter nadenken over de band met je ouders. ‘Goh, wat hou ik eigenlijk van ze.’
Niet bepaald pakkend. Het oogt redelijk Amerikaans; oppervlakkig Amerikaans. Een klein voorbeeld uit het boek, van wanneer Elisabeth net dood is. ‘Die arme kapper’, zegt Coco. ‘Met die dode vrouw.’ ‘Je moeder, bedoel je.’ ‘Wie anders?’
Als je dus gewoon lekker in een spannend en bijzonder boek wilt kruipen, sla dit boek dan over.