Terwijl al je vriendinnen/vrienden gisteren de gigantische romanticus aan het uithangen waren, zat jij op de bank en zag je Ajax winnen, at je een doos chocola leeg of deed je wellicht zelfs beide tegelijk. Vandaag nog ietwat verbolgen of verdrietig? Niet getreurd: de kans op een gezellige Valentijnsdag is slechts 25%.
De vraag is in hoeverre je liefde wetenschappelijk kan benaderen. Uhmm. Even nadenken. Liefde kan je helemaal wetenschappelijk benaderen. Zoenen en seks zijn ook maar het uitwisselen van bacteriën. Dus waarom berekenen we niet hoeveel kans je hebt om Valentijnsdag met een geliefde door te brengen?
In ons dagelijks contact met vreemden lijken er telkens twee opties:
1. Jij vindt die ander leuk.
2. Jij vindt die ander niet leuk.
Ho, ho. Hoe graag je je soms ook godenzoon wil wanen, soms zit er gewoon geen contract in.
Om ons model waarheidsgetrouw te maken, moeten we uitgaan van vier opties in het contact tussen mensen:
1. Jij vindt die ander leuk, maar die ander jou niet.
2. Jij vindt die ander niet leuk en die ander jou ook niet.
3. Jij vindt die ander niet leuk, maar die ander jou wel.
4. Jij vindt die ander leuk en die ander jij ook.
De kans op liefde ziet er dus ongeveer zo uit. Het roze vakje staat voor optie 4, want dat is lief en de kleur roze is ook.
Wat zeg je? Het is niet zo dat je 50% van de mensen die je tegenkomt meteen leuk vindt? Hallo! Jij wil bovenstaand figuur tegenspreken? Met die super-wetenschappelijke percentages en gekleurde vlakjes. Jij gelooft niet in de wetenschap, ik hoor het al.
Maar wetenschap vraagt ook om nuance. Er is dan wel een kans van 25 % dat jij en een ander elkaar leuk vinden. Maar dat wil niet zeggen dat jullie ook bij elkaar zijn op Valentijnsdag.
Je moet elkaar eerst nog ontmoeten. En bij elkaar blijven. De kans op een gezellige Valentijnsdag is dus kleiner dan 25%. Troost je daar mee. Uit naam van de wetenschap.
Volgende week: een nuance van dit geavanceerde model en waarom boven je stand daten de liefdesmarkt sloopt.