Soms duurt het even voordat je in de gaten hebt waarom iemand promoveert. Natuurlijk, de universiteit ziet dat graag – het levert immers geld op. Maar dan nog mag er ook wel sprake zijn van enig wetenschappelijk interessant resultaat. Neem de promotie van klinisch psycholoog Lyanne Zonneveld, deze woensdag. Zonneveld deed onderzoek naar patiënten met onverklaarbare pijnklachten. Dat zijn er meer dan je zou verwachten – naar schatting een op de zes mensen die bij de huisarts aanklopt, heeft pijnklachten waar de huisarts niks mee kan, en de specialist ook niet. Ook die kan na maanden van bloed prikken, scannen, kloppen en luisteren geen oorzaak vinden.
Op zo’n moment concludeert de medische stand meestal dat de pijn dan maar ‘tussen de oren’ moet zitten, en zou men de patiënt het liefst naar een psychotherapeut sturen. En die zal (als het een verstandige therapeut is) beginnen met cognitieve gedragstherapie. Wat zoveel inhoudt als: ‘aan die pijn kunnen we dus niks doen, hou er maar over op. Wat ben je nou van plan met de rest van je leven te doen?’ Dat wil wel eens helpen. Een flink deel van de patiënten (die vaak weinig meer deden dan in een rolstoel rondhangen en luidkeels klagen) probeert weer een soort van leven op de rails te krijgen.
Tot zover niks nieuws. Whiplash, chronisch vermoeid, een instabiel bekken: wie blijft klagen, kreeg vroeg of laat te maken met een therapeut die zei: en nou is het mooi geweest. Jammer genoeg kleven er twee nadelen aan deze aanpak. Ten eerste weigeren veel patiënten om naar zo’n therapeut te gaan, of om met een therapeut over hun pijn te praten, ‘want ik ben toch niet gek’. Die afwijzing is meestal een teken dat ze iets te zeer gewend zijn geraakt aan een leven als slachtoffer (en het is algemeen bekend dat mensen die zichzelf als slachtoffer beschouwen, niet alleen veel klagen maar ook onhandelbaar en onuitstaanbaar worden).
Een ander nadeel is dat die aanpak veel geld kost. En dat terwijl alles goedkoper moet. Een-op-een met een therapeut, van die fijne diepe gesprekken net zolang totdat hij zegt dat je beter bent: er waren tijden dat dat vanzelfsprekend werd gevonden. Maar die tijden zijn voorbij. Een paar gesprekjes – daarna moet het klagen toch wel over zijn. Of internettherapie, dat mag ook: een goed gesprek met software (en een therapeut die op afstand toekijkt of je je best doet).
Maar (en nou komen we bij Zonneveld) er is nog een derde goedkope variant van wat vroeger zo gewoon was: groepstherapie. En die blijkt ook prima inzetbaar tegen onverklaarbare pijnen. Zonneveld ontwikkelde een dertiendelige ‘groepscursus’ waarbij 162 patiënten met onverklaarde lichamelijke klachten bij elkaar kwamen, met een psycholoog erbij. Om gezellig samen te praten over hun pijn. En om (daar zorgde de psycholoog voor) elkaar te vertellen wat ze straks gingen doen in plaats van klagen, zitten en steeds ongelukkiger en dikker worden.
Die groepsdruk, die werkt. Een jaar na het afronden van de cursus waren ze alle 162 nog heel druk bezig met hun leven reorganiseren. Zonneveld concludeerde dat deze aanpak veel goedkoper was dan alle traditionele gesprekken en puntzakken vol pijnstillers bij elkaar. En daar zit ‘m de wetenschappelijke bijdrage anno 2013.
Medisch en psychologisch onderzoek staat tegenwoordig steeds meer in het teken van: kan het goedkoper. En dat kan, in dit geval. Goed nieuws voor minister Schippers, vindt Zonneveld, omdat die onlangs nog een bijna wanhopige oproep deed aan ‘het veld’ om met ideeën voor bezuinigingen te komen. Haar eigen ministerie komt er niet meer uit.
Leve Zonneveld. En leve de bezuinigingen. Dankzij de druk dat alles goedkoper moet, weten we nu dat ook in dit geval het oeverloos gekeutel onder vier ogen overbodig is. Het kan met grote groepen tegelijk. Maar dan moet er wel een psycholoog bij zijn voor het beste resultaat, zodat die klagende lotgenoten elkaar niet de put in lullen, maar elkaar juist opjutten.
Ach, al dat geklets over maatwerk, dat is vaak onzin. U weet wel, van die deskundigen die ontzettend stellig weten dat ze uitsluitend kwaliteit kunnen leveren dankzij persoonlijk contact. Met andere woorden, door heel uitgebreid veel uren te maken – en die uren vervolgens in rekening te brengen. Denk aan makelaars, advocaten en notarissen. Allemaal vet verdienend aan nodeloos gezwets over standaard-probleempjes.
Zet cliënten met dezelfde (vaak lullige) vraag gewoon bij elkaar, met één deskundige om alles in goede banen te leiden, en binnen de kortste keren adviseren ze elkaar. En voor al die afgedankte notarissen, die zielige types waarbij hun onmisbaarheid klem ‘tussen de oren’ zit, komt óók een groepscursus. Op weg naar een nuttig leven.