Mr. Pieter van Vollenhoven zet vraagtekens bij de onafhankelijkheid van bepaalde overheidsonderzoeken. En terecht. Er is een gevaarlijke ontwikkeling aan de gang, die bedreigend is voor de democratie, maar waar je weinig over hoort. Recent werd Geert Wilders door een drietal wetenschappelijke experts omschreven als ondermijnend voor de democratie. Er zijn goede redenen voor wantrouwen wanneer zogenaamde experts beweringen doen in een politieke context.
Ten eerste: er bestaat geen onafhankelijke wetenschap. Iedere wetenschapper heeft een broodheer die hem financiert. Een oude wijsheid luidt: wiens brood men eet, diens woord men spreekt. De tijd dat wetenschap werd bedreven door financieel onafhankelijke heren van stand, is lang voorbij. Ook de drie wetenschappers hebben een broodheer: de regering. Voor twee van de experts is het onderzoeken van voorondersteld (rechts)politiek radicalisme hun belangrijkste bron van inkomsten en allen zijn afhankelijk van de staat.
Ten tweede: alfa- en gammawetenschappen zijn per definitie niet objectief. Voor bètawetenschappen houd ik een slag om de arm. Iedere bewering die wetenschappers doen, moet met gezond wantrouwen worden bekeken. Wetenschappers zijn net zo bevooroordeeld, religieus en ideologisch gemotiveerd als een politicus. Ook wetenschappers hebben een Weltanschauung, een manier waarop zij tegen de wereld aankijken op grond waarvan zij opinies vormen. Die opinies beïnvloeden alles wat zij doen en laten, dus ook de manier waarop zij wetenschap bedrijven.
Wetenschap als wapen
Waarom wordt wetenschap gebruikt als wapen binnen politieke strijd? Dat heeft alles te maken met de autoriteit die de wetenschapper heeft in onze moderne Westerse samenleving. Veel mensen denken: die persoon heeft veel gestudeerd, bezit ronkende academische titels, dus zal wel gelijk hebben. Dit is een drogredenering die bekend staat als argumentum ad verecundiam oftewel de autoriteitsdrogreden.
Waar deze drogreden tot het uiterste toe kan leiden, is aangetoond in het beruchte Milgram Experiment. Hierin kregen nietsvermoedende proefpersonen van een wetenschapper de opdracht stroomstoten uit te delen aan andere deelnemers als die een vraag fout beantwoordden. Bij iedere fout werd het voltage verhoogd tot het een dodelijk niveau bereikte. Veel mensen gaven gehoor aan de opdracht van de wetenschapper op basis van diens veronderstelde autoriteit. In reclame-uitingen wordt de autoriteitsdrogreden regelmatig gebruikt en kracht bijgezet door de “wetenschapper” te kleden in de witte jas, het uniform van de wetenschap.
Overtuigingskracht
Het is maar de vraag of Wilders een bedreiging is voor de democratie. Hij onderschrijft volmondig het democratische systeem en heeft tot op heden geen acties van het tegendeel ondernomen. Dit wil niet zeggen dat er niets aan de hand is. Zo kan Wilders een ondemocratische reactie bij zijn tegenstanders oproepen. Want dat de regering van premier Jan Peter Balkenende haar felste opponent meent te moeten aanvallen met gebruik van de wetenschap, duidt op een gevaarlijke ontwikkeling. Het zou erop kunnen wijzen dat het de regering ontbreekt aan eigen overtuigingskracht. De regering lijkt bang om het publiek zelfstandig tegemoet te treden en uit te leggen waarom er niet op Geert Wilders moet worden gestemd. Blijkbaar ontbreekt het haar aan steekhoudende argumenten.
Het bestrijden van de oppositie door ondemocratisch aangestelde en oncontroleerbare wetenschappelijke experts is een echte bedreiging voor de democratie. Wetenschappelijk onderzoek dient met de nodige voorzichtigheid en discretie door de regering te worden gebruikt ter ondersteuning van haar eigen opinievorming. Het hoort geen wapen te zijn in de politieke strijd zelf. Die strijd moet in een democratie met woorden worden gevoerd door gekozen politici en niet door experts.
In het geval van de radicalisme-experts lijkt het publiek de autoriteitsdrogreden te doorzien, en dat is dan weer goed nieuws voor de democratie.
De auteur heeft ook een eigen weblog.