Hoe weten partijen wat hun Europarlementariërs doen? Als de media hen er niet over informeren en burgers nauwelijks klagen, waar moeten ze dan hun informatie over hun eigen Europarlementariërs vandaan halen? Zouden de partijleden wellicht raad weten? Stelt de rol van partijleden op Europees vlak iets voor? Hoe betrekken partijen hun leden bij de Europese fractie in Brussel en is die betrokkenheid inhoudelijk ook van enigerlei betekenis? Hebben leden inspraak, controleren ze hun Europarlementariërs of is het vooral een groot praatcircuit? U raadt het al.
Thematische netwerken of werkgroepen over Europa blijken bij meerdere partijen te bestaan en onder verschillende namen. Leden met interesse in de EU kunnen zich hierbij aansluiten. Bij D66 noemt men dit een thema-afdeling, bij het CDA is het een netwerk, bij de VVD een partijcommissie en bij de PvdA een werkgroep. Niet iedere partij heeft er een: SP, PVV, SGP en Partij voor de Dieren hebben geen Europa-afdeling. De ChristenUnie heeft wel een thematische partijcommissie internationale samenwerking, maar die gaat slechts deels over de EU. Het zijn dus de eurofiele middenpartijen die dit soort netwerken bezitten.
De grootte van deze netwerken blijkt zeer verschillend. De EU-werkgroep van de PvdA claimt 1.000 mensen te hebben die actief zijn op sociale media en bijdragen aan bijeenkomsten, discussies en beleidsstukken. Bij het CDA-Europanetwerk zou het om 800 mensen gaan en bij de D66-thema-afdeling Europa om meer dan 400. Bij GroenLinks gaat het om zo’n twintig personen. De VVD heeft een partijcommissie van 25 leden die door het hoofdbestuur worden benoemd. Bij alle andere partijen kunnen leden zichzelf aanmelden en aanschuiven.
Deze netwerken hebben vooral de functie om onderling met leden te discussiëren en vaak hebben ze de mogelijkheid voorstellen te doen aan het congres. Dit is het geval bij de PvdA, D66 en GroenLinks. Bij het CDA en de ChristenUnie gaat het om informele groepen van leden die vooral discussie voeren. Alleen bij de VVD gaat de partijcommissie een stap verder, namelijk dat ze gevraagd en ongevraagd de Eurofractie en de fracties in de Eerste en Tweede Kamer adviseert over Europese kwesties.
De Europarlementariërs zijn bij het CDA en D66 aangesloten bij hun partijnetwerk en is er informeel contact. Bij D66 houdt de thema-afdeling zich “niet dagelijks bezig met het werk van een Europarlementariër.” Er is alleen ad hoc contact bij grote dossiers. Ook bij de ChristenUnie volgt de werkgroep “de activiteiten van Europarlementariër Peter van Dalen niet op dagelijkse voet.” Bij de VVD zijn de Europarlementariërs adviserend lid van de partijcommissie. Bij GroenLinks maken medewerkers van de Europarlementariërs deel uit van de werkgroep.
De Europese netwerken laten steeds hetzelfde beeld zien: leden kunnen met elkaar over Europa praten maar het is onduidelijk of ze daarmee echt invloed hebben. Ze kunnen vaak wel moties en voorstellen doen bij het partijcongres, maar dat kunnen ze zonder deze netwerken via hun eigen lokale afdeling ook.
Het enige wat deze netwerken doen is dat ze garanderen dat er ergens binnen een partij over de EU wordt gepraat. Als deze netwerken niet zouden bestaan, is het mogelijk dat er helemaal geen aandacht voor de EU is. Deze netwerken laten dus vooral zien dat partijen het belangrijk vinden dat er over de EU wordt gepraat en dus is het niet verrassend dat het vooral eurofiele partijen zijn die deze netwerken bezitten.
Europarlementariërs lijken geen controle te ondervinden van deze netwerken omdat de netwerken een informeel karakter hebben en controle niet als hun taak zien. Alleen de VVD lijkt een dwingender structuur te hebben met formeel benoemde leden van de werkgroep die her en der advies kunnen geven. Dat advies lijkt van belang aangezien de werkgroep met dat doel is ingesteld. Maar ook hier blijft de status van het advies onduidelijk.
Invloed lijkt dus bij de VVD het meest waarschijnlijk, maar juist bij deze partij kan een gewoon lid niet zomaar aanschuiven. Overal is de invloed van en controle door gewone leden op het werk van de Europarlementariërs dus zo goed als afwezig.
Dit jaar doet Chris Aalberts onder de titel Bruslog – Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel en Den Haag. Voor zijn verslaggeving is ook jouw financiële steun essentieel.