Die werd flink gedeeld: de column van Ronald van Raak over het voornemen van het Europees Parlement om nieuwe regels te gaan stellen aan de Europese verkiezingen. Er komen stemcomputers, gendergelijke kandidatenlijsten en kiesdrempels. GeenStijl nam het snel over. Het voorstel én de column vormen samen een prachtige illustratie van alle problemen van het EU-debat: velen vertellen graag het halve verhaal.
De reden laat zich raden: om een geïnformeerd debat te voeren moet men eerst het voorstel lezen en dat duurt zeker twee uur. Dat doet zo goed als niemand en dus kun je met deze – en vele andere – EU-regels elk verhaal illustreren wat je maar wilt. Maar hoe ziet de werkelijkheid eruit als je het voorstel over de Europese verkiezingen echt leest?
Dit voorstel bevat vooral veel kletspraat. Het document staat vol zaken die worden aanbevolen maar die niet verplicht worden gesteld of die totaal onbelangrijk zijn. Aan mooie intenties geen gebrek. Voorbeelden zijn de aanbeveling aan lidstaten de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar zestien jaar, de aansporing dat de media zo objectief mogelijk verslag moeten doen en de verplichte vermelding van Europese politieke partijen – die niemand kent – op het stembiljet. De belangrijkste voorstellen zitten simpelweg in het beleidsproza verstopt.
Dit voorstel bevat vooral een abstract probleem waarvoor niemand uit zijn stoel komt: de verdere “Europeanisering” van de Europese verkiezingen. Europarlementariërs worden vertegenwoordigers “van de burgers van de Unie”. Dat is nieuw. De informele regel dat het Europees Parlement de voorzitter van de Europese Commissie aanwijst, wordt geformaliseerd. De verkiezingen moeten overal op dezelfde dag eindigen, de uitslag moet overal op hetzelfde moment bekend worden gemaakt en het Europees Parlement wil zelf de datum van de verkiezingen vastleggen. Dat was allemaal niet zo. Maar niemand vindt dit belangrijk genoeg om tegen te ageren.
Het document bevat desondanks twee echte problemen die wel verzet kunnen oproepen. Er moeten om-en-om-kandidatenlijsten komen met een gelijk aantal mannen en vrouwen. Ook moeten er “democratische en transparante procedures” komen voor de vaststelling van de kandidatenlijsten. Het komt er in beide gevallen op neer dat bureaucraten gaan vertellen onder welke voorwaarden partijen mee mogen doen aan de Europese verkiezingen. Grote kans dat de PVV dit volgens Brussel niet democratisch doet en dat de SGP niet genoeg vrouwen op de lijst heeft staan.
Maar zelfs bij deze twee onwenselijke regels is relativering mogelijk. De regels zijn namelijk nog lang niet ingevoerd. Het Europees Parlement heeft ze voorgesteld, de regels moeten daar een meerderheid krijgen en de lidstaten moeten het er unaniem over eens worden. De kans op aanpassingen is door dat laatste immens want er staan heel veel voorstellen in waar weerstand tegen kan bestaan. Zou men in Polen een regel toestaan dat 50 procent van de kandidatenlijsten uit vrouwen moet bestaan?
Omdat niemand over al deze nuances wil lezen, kiest iedere tegenstander voor overdrijving. “De EU wil de stemcomputer verplicht invoeren”, is een voorbeeld. De nieuwe regels scheppen alleen de mogelijkheid daartoe. Hetzelfde geldt voor de invoering van een kiesdrempel. Dit is een zeer kleine verandering in uitsluitend grote landen, want in kleine landen – zoals Nederland – was die kiesdrempel er al. In Luxemburg zijn maar zes zetels te verdelen. Denk maar eens na hoe hoog de kiesdrempel daar is. Landen als Duitsland, Frankrijk en Spanje raakt dit wel, maar zij kunnen een veto uitspreken. Als men dat niet doet, vindt men het kennelijk best.
En zo zien we hoe het werkt: de nieuwe regels zijn zo uitgebreid dat iedereen selectief kan shoppen en er regels uit kan halen die een doembeeld oproepen. Want niemand leest het voorstel echt. Door de procedure te negeren lijkt er bovendien van alles te veranderen terwijl dat nog lang niet zeker is. Maar al deze nuanceringen zijn saai en je krijgt zo geen enkele burger boos op de EU. Echte problemen zijn er in deze regels wel te vinden, maar ze zijn niet erg genoeg voor publiek protest. Er moet dus een flinke schep overdrijving bovenop.
Alleen zo wordt een column gedeeld, boosheid opgeroepen en raakt de burger gedesïnformeerd. Hoera!
Dit jaar doet Chris Aalberts onder de titel Bruslog – Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel en Den Haag. Voor zijn verslaggeving is ook jouw financiële steun essentieel.