Afgelopen vrijdag was het zover: de grote heropening van Club Vie in Rotterdam. Nu had ik nooit echt een heel warm hart voor Vie, want minderjarige huppelpruimpjes en slappe Bokito aftreksels als publiek. Maar, ik ben de lulligste niet, en een tweede kans gun ik iedereen. Zo ook Club Vie. Het werd echter een fiasco met hoofdletter F.
In eerste instantie ging ik mee omdat ik vrijkaarten onder mijn neus geschoven kreeg van een vriendin, in tweede instantie omdat ik over de heropening wilde schrijven, want stel je toch eens voor dat de Vie écht was veranderd. Dat het écht leuk was geworden en dat er misschien zelfs wat toonbare mensen binnen waren. Dát was nieuws geweest! Het had zomaar gekund.
Eenmaal aangekomen in de buurt van Vie werd het al snel duidelijk. Het dringende publiek was om de ogen uit je kop te janken. Gewatteerde vuilniszakken met een rouwrand bontje eraan, doorgezakte UGGS, scheefhangend nephaar en oranje smoelwerken. Ik moest het, ondanks dat ik het ergens wel verwacht had, even verwerken. Toch wilde ik het, bij wijze van barmhartigheid, nog steeds binnen wel proberen. Wie weet lieten ze alleen de zombies buiten staan.
Ik probeerde bij de zij-ingang te vertellen aan een soort regenwurm, die door had moeten gaan voor beveiliging, hoe de vork ik de steel zat. Dat ik over Club Vie moest schrijven voor diverse media en dat we vrijkaarten hadden. De regenwurm keek me aan alsof ik een onontdekte inheemse taal uitsloeg en even had ik het gevoel dat hij echt niet goed snik was. Ik probeerde het nog een keer: “Zeg, ik vraag je wat. Kun je dan misschien ook antwoord geven?” “Ik ga daar niet over. Er mag niemand meer in”, mompelde de wurm terwijl hij een loverboy binnen liet. “Jij hebt vast een leidinggevende, knaap”, lachte ik. “Roep die maar even” Ik begon het zielig te vinden voor het arme schaap. Maar de leidinggevende was uiteraard net zo snugger als zijn vette pruik en zijn versleten jas en vertelde me, incluis de meest ranzige adem die ik ooit geroken heb, dat de pers niet meer welkom was. Ik had maar eerder moeten komen en “schrijf die slechte recensie maar, want volgens mij lieg je dat je barst! En sowieso, wat is De Poost Onlaine? Nooit van gehoord.”
“Nee, opperdebiel, omdat je überhaupt al nooit van mondhygiëne en shampoo hebt gehoord, laat staan dat je leest, of kán lezen.” In het kader van niet verlagen tot een bepaald niveau besloot ik die laatste zin alleen maar te dénken, en met een opgelucht gevoel (stel je voor dat ik dáár binnen was, brr) richting de stad te paraderen om me, in de meest wazige, freaky, over-fashioned maar oh zo gezellige Vief + Vuig, te laten vertroetelen door een fles Jack D.
En oh ja, hier is ‘ie dan, speciaal voor jou: de slechtste recensie ooit. Geen dank!
Cilla Blacks (twittert ook) gaat niet meer zo bijster veel uit, maar áls ze dan uitgaat, moet er ook niet geouwezeikhoerT worden!
Foto: ANP