Isabelle Caro (28) is dood. Het Franse model – 1.64 meter lang, 31 kilo – werd in 2007 in één klap wereldberoemd toen fotograaf Oliviero Toscani haar voor de camera zette voor een anti-eetstoornissencampagne van modelabel Nolita. Caro leed al sinds haar dertiende aan anorexia en stierf uiteindelijk aan de gevolgen van een longontsteking. En dat is slecht nieuws voor de fashionwereld. Nadat een paar jaar geleden werd besloten voor het gros der modeshows een minimale BMI-grens van 18 in te stellen, was de controverse over de manier waarop vrouwen in de media worden afgebeeld immers net weer een beetje gaan liggen.
You can always be thinner
Grote kans dat Caro’s vroegtijdige overlijden die discussie nu weer doet oplaaien. Het wachten is alleen nog op een reactie van de usual suspects in het eetstoornissendebat. CDA-kamerlid Mirjam Sterk, bijvoorbeeld, die zich al jaren hard maakt voor de strijd tegen glossy magazines. Volgens Sterk hebben al die griezelig magere fotomodellen in de bladen namelijk een slechte invloed op jonge, kwetsbare meisjes. Ze zouden zich maar eens malle ideeën in hun tienerhoofdjes kunnen halen. Voor je het weet hebben ze allemaal een eetstoornis. En dat moeten we gewoon niet willen met z’n allen.
Maar is de mode-industrie wel de oorzaak van het feit dat er elk jaar in Nederland 15 vrouwen sterven aan anorexia? Het antwoord op die vraag is ‘nee’, natuurlijk. Je kunt wel zeggen dat het van weinig realiteitszin of maatschappelijke verantwoordelijkheid getuigt om modellen op de catwalk te brengen die zo’n 23 procent minder wegen dan de gemiddelde vrouw. Net als dat het niet echt beschaafd is om een meisje een ‘zeekoe’ te noemen als je zelf al geruime tijd je eigen voeten niet meer hebt gezien. Een onrealistische wereldvisie of slecht karakter maakt je echter nog niet schuldig aan de dood van een dozijn psychiatrisch patiënten.
De manier waarop het schoonheidsideaal tegenwoordig op glanzende pagina’s in ontelbare glossies wordt gepropagandeerd, is namelijk niet anders dan de wijze waarop een schilder als Rubens een paar honderd jaar geleden vrouwenlichamen afbeeldde. Terwijl de gemiddelde vrouw destijds blij mocht zijn als ze überhaupt elke dag iets te eten had, schilderde hij voluptueuze figuren met brede heupen en romige billen. Tegenwoordig zijn er in de westerse wereld nauwelijks meer mensen die honger lijden. Waar vroeger vetrolletjes als het ultieme statussymbool werden gezien, is een slank lijf tegenwoordig de ideale manier om uit te dragen dat je tot de elite behoort.
Thinspiration
Het succes van veelal totaal absurde diëten als Atkins, South Beach en Sonja Bakker – iemand nog een eierkoek? – onderstreept die stelling. Slank staat voor wilskracht, voor zelfdiscipline, voor doorzettingsvermogen. Wie dun is, bewijst daarmee in staat te zijn zichzelf dingen te ontzeggen om zo de heilige graal te bereiken. Anorexia Nervosa is echter geen dieet, maar een psychiatrische aandoening. Een eetstoornis definiëren als ‘het verlangen naar een perfect figuur’ is niet alleen een genânte simplificatie van het probleem, het is ook een belediging. Wie simpelweg naar een ultraslank en gestroomlijnd lichaam verlangt, stopt op het moment dat die droom is bereikt. Wie gewoon een paar kilo wil afvallen, kwelt zichzelf niet met eindeloos gerepeteerde patronen van vasten, kotsen en sporten. In principe zijn er namelijk een hoop leukere dingen om met je tijd te doen dan jezelf compleet uit te hongeren.
In Nederland lijden tegenwoordig ongeveer 5000 mensen (lees: vooral vrouwen) aan anorexia nervosa. Dat aantal blijft al jarenlang min of meer stabiel. Van die vijfduizend anorecten gaat uiteindelijk bijna 10 procent dood aan de gevolgen van hun ‘ziekte’. Die cijfers maken anorexia tot de psychiatrische aandoening met het hoogste overlijdingsrisico. Eén van de oorzaken van dat hoge sterftecijfer is het feit dat anorexia een extreem complexe aandoening is; een combinatie van onhandige karaktereigenschappen (perfectionisme, behoefte aan controle), erfelijke factoren en een veelal mislukte jeugd.
Natuurlijk is het niet zo dat er geen enkel verband is met zelf- en lichaamsbeeld. Als dat zo was, dan zou de behoefte aan een (veel te) mager lichaam geen rode draad zijn in het ziekteverloop. Maar het is idioot om te veronderstellen dat een eetstoornis niets anders is dan de queeste naar een smalle taille. Was het maar zo simpel. Niet eten is macht; de wilskracht jezelf voedingsstoffen te ontzeggen terwijl je dondersgoed weet dat je ze nodig hebt. Niet eten is winnen; het bewijs dat je alles kan bereiken als je maar hard genoeg je best doet. Niet eten betekent bovendien niks voelen; als je mager genoeg bent, schakelt je lijf je emoties uit om energie te besparen. En niet eten is overleven; een aantrekkelijke ontsnappingsroute als je de wereld eigenlijk maar ingewikkeld vindt.
Dus Mirjam Sterk cum sui: lees eerst even een basishandboek psychiatrie. Of nog beter: ga maar lekker een andere groep ‘zwakkeren in de samenleving’ knuffelen. De zeehondjes kunnen bijvoorbeeld wel weer wat aandacht gebruiken.
Rianne Meijer schreef eerder op DeJaap onder andere het Feuilleton: The Ana-files over anorexia en heeft een hekel aan misplaatst paternalistisch medelijden.