‘De oorlog heeft mij gered’

07-03-2013 10:00

Met zijn debuutroman De eenzaamheid van de priemgetallen had de Italiaanse schrijver Paolo Giordano zo’n daverend succes dat het lastig werd om het met een volgend boek te evenaren. Het duurde dan ook vijf jaar voor zijn tweede roman Het menselijk lichaam verscheen, waarmee hij dat de verwachtingen waarmaakte. Met deze roman vertelt Giordano op fascinerende wijze het verhaal van jonge soldaten in Afghanistan. Tijdens zijn promotietour door Nederland en spreekt openhartig over de totstandkoming van Het menselijk lichaam.

Het verhaal

Alessandro Egitto werkt als legerarts in Afghanistan. Samen met hem zijn duizenden soldaten uitgezonden, allemaal jonge mannen met een eigen verleden. Wat brengt hen ertoe hun leven in de waagschaal te stellen? En wat doet het met hun geest om maandenlang zonder familie, vriendin en kinderen te moeten leven onder constante dreiging? Tegen de achtergrond van de oorlog in Afghanistan komen verschillende karakters tot leven. Giordano beschrijft op fascinerende wijze hoe ieder van hen zijn naïviteit en onschuld verliest en gedwongen wordt verantwoordelijkheid te nemen voor dingen waar hij nog niet aan toe is.

Extremiteiten

Giordano’s debuutroman werd de hemel in geprezen en zelf kreeg hij een stortvloed van lofuitingen over zich heen. In plaats van arrogant te worden, werd de jonge Italiaan er juist onzeker van. Wat als zijn tweede boek het niveau van het eerste niet zou evenaren? Door zijn eerdere succes voelde hij een enorme druk die zijn emoties afvlakte en hem als een lege huls achterliet. Hij voelde niets meer. Er waren extreme maatregelen nodig.

Dus besloot hij naar een Italiaanse legerbasis in Gullistan te reizen, waar hij tijd tussen jonge soldaten doorbracht en het leven in het kamp observeerde. ‘De kale bergen boden geen enkele schuilplaats en het gevaar lag overal op de loer.’ vertelt hij over die periode. ‘Vanaf zonsondergang zagen we geen hand voor ogen, want als we licht maakten zou de vijand precies weten waar we zaten. ‘s Nachts was het er muisstil. Er waren geen ruisende bomen, geen vogels die floten of krekels die tsjirpten. Op bed in de legertent hoorde je niets anders dan het geluid van je eigen lichaam, dat onophoudelijk actief was.’

Terwijl we beelden zien van het kamp, de lege woestijn en de soldaten die schieten naar een zelfbedacht doel in de verte, vertelt hij: ‘Deze reis was mijn laatste kans om weer te leven. Ik had het gevoel dat het nu of nooit was, als ik niet in het diepe zou springen, zou het me misschien nooit meer lukken om in contact te komen met mijn gevoelens. En die gevoelens zijn essentieel voor een goed verhaal.’

Gespleten persoonlijkheid

Net als veel schrijvers van de zogenaamde generatie Y blijft Giordano dicht bij zichzelf wanneer hij schrijft. ‘Alle personages zijn een stukje van mij. Ietri is het kind, iemand die niet volwassen wil worden. Cederna is de harde, die stiekem wel weet dat zijn vriendin slimmer is dan hij. Egitto staat het dichtst bij mij, waardoor ik als vanzelf een aantal hoofdstukken vanuit de ik-persoon ging schrijven. René was het lastigst, want hij staat het verst van mij af. Hij heeft alles onder controle, kan emoties uitzetten. Pas toen ik zelf rustiger en zelfverzekerder was geworden, lukte het mij om zijn personage gestalte te geven.’

Oorlogswerkelijkheid

De oorlog bood Giordano een kijk in een andere wereld, waarin hij toch veel van zichzelf herkende. ‘Oorlog stond ver van me af. Tot ik me realiseerde dat de soldaten om me heen mijn leeftijdgenoten waren.’ Sommige details die hij op de legerbasis in Gullistan had gezien, verwerkte hij ook in zijn roman. ‘Ik voel me soms schuldig, omdat ik toch van andermans ellende mijn succes maak. Maar het is nu eenmaal zo dat je, wanneer je een boek hebt geschreven, aan een aantal mensen je excuses moet aanbieden.’

Een voorbeeld van zo’n waargebeurd detail: soldaat Torsu die ongegeneerd kakt in zijn helm, onder toeziend oog van de rest. ‘Op een dag zag ik een soldaat zijn helm omgekeerd op de grond zetten en er een plastic zak in doen, waarna hij erop ging zitten en zijn behoefte deed. Niemand vond het raar. Na maanden in constant gevaar te hebben geleefd, afgesneden van de wereld, raken soldaten de schaamte voorbij. We raakten gewend aan elkaars nukken en grillen. Zelfs de aanwezigheid van de lijken leek op een gegeven moment normaal.’

Een verhaal raakte hem in het bijzonder: ‘Een soldaat vertelde mij dat hij, nadat ze op een bermbom waren gestuit, de resten van zijn maten bij elkaar gezocht. Hij had stukjes en beetjes van de grond bijeen moeten rapen, zodat wat nog van ze restte kon worden geborgen.’

Relaties en gevoelens

Het boek geeft misschien smoel aan de oorlog in Afghanistan, maar is vooral meer een generatieroman, die inzicht geeft in de psyche van Giordano’s leeftijdsgenoten. De hoofdpersonen worstelen met de belangrijkste dagelijkse problematiek van jonge mensen: relaties en hun eigen gevoelens. ‘We voelen de noodzaak om dicht bij anderen te komen, maar vinden ook moeilijkheden onderweg. De dimensie van oorlog maakt dat psychische processen versnellen. Het is spannend om te zien wat heftige gebeurtenissen met iemand doen. Hoe ga je om met pijn en verdriet? Hoe ga je verder met je leven? Wat doe je met je schuldgevoel? Dat is waar mijn verhaal voornamelijk om gaat.’

Het menselijk lichaam
Paolo Giordano
ISBN 9789023477679 │€ 19,90
De Bezige Bij