Facebook is een bijzonder onsympathiek merk. Hoewel meer dan een miljard mensen een account hebben, gaat het gebruik gepaard met enorm veel haat. Bij iedere ronde veranderingen aan de site zweren veel mensen dat ze hun account gaan opzeggen. Toch lijkt de grote uittocht tot nu toe uit te blijven. Facebook heeft zichzelf zowel onmogelijk als onmisbaar gemaakt, gelijk de NS. Er zijn desalniettemin meerdere aanwijzingen dat de populariteit van Facebook tanende is en dat de site langzaam verandert in een spookstad. Het tij is gekeerd.
Deze week schreef CNET dat tieners Facebook zat zijn. Facebook zou te risicovol en te moeilijk zijn. Bovendien zouden er te veel ouders op Facebook zitten. In plaats daarvan gebruiken tieners liever Instagram en Snapchat. Facebook spreekt zelf ook (verhuld) over een tienerprobleem. De site zou tegen investeerders hebben gezegd dat tieners Instagram meer gebruiken, en hoewel Instagram gekocht is door Facebook, is het nog steeds een op zichzelf staande en daarom concurrerende app.
Naast de populariteit van het nieuwe Snapchat wordt uit recente cijfers duidelijk dat steeds meer tieners zijn gaan twitteren. In 2009 zongen we nog op Twitter rond dat ‘teens don’t tweet’, maar het twittergebruik onder deze leeftijdsgroep stijgt snel. In 2010 twitterde slechts 7 procent van de 12- tot 15-jarigen. In 2012 was dat 57 procent [cijfers van het IVO]. Tieners doen wel andere dingen op Twitter dan volwassenen: ze gebruiken het vooral als chat-dienst met bestaande vrienden.
Facebook is te vergelijken met een nutsbedrijf. Het heeft een infrastructuur die het voor andere aanbieders lastig maakt in de markt in te breken. Dat voordeel is beperkt, want ook andere sites groeien sterk. Belangrijker is dat je het product wel haast moet afnemen. Zonder Facebook mis je bijvoorbeeld uitnodigingen voor events. Bovendien is er een groeiend aantal diensten als Spotify die je alleen kunt gebruiken met een Facebook-account. Dit zijn allemaal redenen waarom stoppen met Facebook lastig is.
In dat kader zijn recente cijfers van Pew Internet over Facebook bijzonder inzichtelijk. Dit gerenommeerde onderzoeksinstituut ondervroeg een representatieve steekproef van Amerikaanse volwassenen naar hun gebruik van de site. Het blijkt dat meer dan zestig procent van de Amerikanen wel eens een Facebook-pauze van meerdere weken heeft genomen. Op basis van alle kritiek op Facebook zou je daarbij verwachten dat privacy-overwegingen hierbij een grote rol speelden. Dat was maar voor vier procent van hen het geval. Veel vaker werd de inhoud van Facebook als reden gegeven: te saai, te veel, niet relevant genoeg.
In de zes jaar dat ik op Facebook zit, is die inhoud ook sterk veranderd. Waar je eerste korte berichtjes deelde met vrienden en kennissen (‘Weekend in London!’) heeft Facebook haar mogelijkheden enorm uitgebreid. In de queeste om iedere mogelijke concurrent te incorporeren wilde Facebook ook op Foursquare en Twitter lijken. Maar Facebook is geen Twitter en zo wil ik het ook niet gebruiken. Mijn Facebook-vrienden vind ik interessant omdat het mensen zijn die ik heb ontmoet en leuk vind. Op Twitter volg ik mensen omdat ze relevante informatie delen. Die twee aspecten gaan niet noodzakelijkerwijs samen.
Het lijkt erop dat Facebook haar hand heeft overspeeld. De kracht van sociale netwerken is dat ze de banden met je contacten inzichtelijk maken. Wat Facebook nu doet, is mij vertellen dat een vriend heeft gereageerd op een nu.nl-link over het weer, geplaatst door iemand die ik niet ken. Die mededeling maakt van je timeline een suffe verzameling non-informatie waar je uit verveling doorheen ploegt. Het onderzoeksresultaat dat studenten hun tijd op Facebook enorm overschatten is daar een indicatie van: tijd lijkt langer te duren als je je verveelt. En daar heb je het. Facebook zal niet massaal verlaten worden uit woede over privacy – al die persoonlijke surveillance heeft namelijk ook een positieve kant.
Facebook zal het lot treffen van Google+, waar niemand komt maar waar je wel een account hebt, tegen je zin in.