In 1897 sproeide de boeggolf van het jacht Turbinia, aangedreven door Parsons stoomturbines, tegen de veertig knopen varend de Prince of Wales nat tijdens de Spithead Navy Review. Stoomturbines hadden de maritieme toekomst. Stoomzuigermachines waren passé. Wat de stoomzuigers overigens niet belette om aan boord van 2710 Liberty schepen nog een oorlog te winnen, maar dat is een ander verhaal. In 1906 nam de Royal Navy haar eerste all-big-gun slagschip HMS Dreadnought in dienst. Voortgestuwd door Parsons stoomturbines. Het schip maakte dat alles zonder stoomturbines, en zonder HMS Dreadnoughts bewapeningsverbeteringen, tweederangs werd. Doorbraken in nanotechnologie kunnen het huidige modern oorlogvoeren morgen weer ouderwets maken. Aan de andere kant, soms wordt ouderwets opnieuw modern. Bedenk hierbij dat tactiek eveneens een vorm van techniek is. Waarin Blitzkrieg een HMS Dreadnought was.
‘Ouwe junk’
Als zich in nanotechnologie (nanoelectronics) een doorbraak voordoet op het gebied van (massa)productie of toepassing -zeker met grafeen– wordt een aangeschafte JSF tweederangs zodra de eerste nano-fighter opstijgt. De snelheid van (elektro)technische ontwikkelingen zijn sowieso een probleem voor zowel de defensie-industrie als de gebruiker, het militaire apparaat. Ontwerpen moeten (in fasen) op zeker moment ‘bevroren’ worden voor een productieversie. Met name mil-spec elektronica en software zijn vaak al verouderd nog voor productie begint. Gelukkig een wereldwijd probleem. Dus vecht een tegenstander met soortgelijke ‘ouwe junk’. Vernieuwen is voor de civiele markt rendabeler vanwege de bredere afzetgebieden en grotere productieaantallen. De concurrentie is er sterker, de consument kritischer. Alleen overheden pikken een jaren vertraagd, peperduur wordend project. Wat de defensie-industrie weet en soms tot misbruik verleidt. In 1960 waarschuwde een vertrekkende president Eisenhower er deels voor. Sinds zijn speech zijn talloze elkaar beconcurrerende fabrikanten opgegaan in giganten als Lockheed Martin en EADS. Waarin regelmatig voormalige generaals in de top (adviserende) functies bekleden. Begrijpelijk, maar niet zonder risico’s.
We should take nothing for granted. Only an alert and knowledgeable citizenry can compel the proper meshing of the huge industrial and military machinery of defense with our peaceful methods and goals, so that security and liberty may prosper together. – Dwight D. Eisenhower
Vooral Ike’s eerste zin in deze passage is en blijft breed relevant. Samen met ‘alert’ en ‘knowledgeable’ zijn. Welke nieuwe systemen heb je echt nodig? Welke zijn een modeverschijnsel? Welke systemen en tactieken werken?
Ethiek
Hoeveel politici lopen er in Den Haag rond met kennis van zaken op defensiegebied? Of in de (boven)media, waar het publiek van afhankelijk is tenzij ze uren op het internet of in boeken willen doorbrengen? De media kan een perceptie creëren die de politiek, en uiteindelijk de generaals beïnvloedt. Hoe er tegen de aanschaf en het gebruik van drones wordt aangekeken is hier een voorbeeld van. Drones, de unmanned aerial vehicles (UAV) zouden hét wapensysteem zijn, of worden, die oorlogen (goedkoop) op afstand kunnen helpen winnen, met minimale eigen verliezen. Waarbij we ons, zeker in het Westen, minstens even druk lijken te maken om verliezen aan de andere kant. Al helemaal als het om burgers gaat. Het beperken van burgerslachtoffers (ethiek) was deels een reden om tot de ontwikkeling van precisiewapens te komen. Die ook onder drones worden gehangen (zie titelfoto).
De ethische kwesties hebben deels tot de ontwikkeling van drones, precisiewapens en body armour geleid. Dergelijke uitrusting -eigenlijk alle militaire uitrusting- wordt steeds duurder, en daarmee steeds minder expendable. Iets waar nanotechnologie wellicht verandering in kan brengen. Misschien eindelijk ook eens voor de soldaat (m/v) in het veld. Hij sjouwt sinds Marius’ Muilezels niet minder bende mee. In actie zeult de moderne soldaat regelmatig meer mee dan zijn Romeinse voorganger. Soms evenveel als een geharnaste ridder. Deze was zonder paard mobile noch agile, en daardoor minder hostile. Zo kan de goed bedoelde zorg-ethiek voor de grunt, uitgedrukt in de kilo’s die hij meekrijgt, contraproductief worden.
De term ‘grunt’ komt van het kreunende geluid dat een soldaat produceert met alles om (foto: PEO Soldier – US Army Natick Soldier Center via www.online.wsj.com, waar meer)
De moderne infanterist heeft een buks met dag-en-nacht optics, lasers en lampen, wat de buks soms zwaarder maakt dan de voorganger ervan. Body armour weegt een ton, maar houdt de dood beter buiten. Toch blijven soldaten steeds vaker ‘binnen’. Zoals in hun voertuig, dat er ook niet lichter (mobieler) op wordt. Het zware, goed beschermde, kan ten koste van de effectiviteit gaan. Zoals in Afghanistan. De bonte verzameling die we Taliban noemen, hebben daar bijna altijd het initiatief. De westerse troepen, deels vanwege hun lompe omvang, blijven veelal in de buurt van hun voertuigen, die makkelijk vindbaar voor de Taliban, meestal op de wegen zijn te vinden. Het maakt alleen de Taliban, waarvan de strijders weinig meer dan alleen hun buks en wat munitie dragen, beweeglijke lichte infanterie.
Wat als westerse troepen hun ‘asymmetrische’ uitrusting bij dergelijke gelijknamige operaties aanpassen? Wat als ze hun body armour op de compound laten en de kilo’s instructies afkomstig uit hoofdsteden droppen? Kunnen ze dan makkelijker het initiatief nemen? Er zullen wellicht meer militairen sneuvelen, of op een andere manier dan door ingegraven IEDs op de weg, maar ze krijgen lichter wél een kans om te winnen. Althans, lokaal. Wat is het nut van oorlogvoeren als je te zwaar bent om te kunnen winnen? Is dat modern?
Spelregels
De strijdkrachten doen het met de Geneefse Conventies en een aantal aanvullende protocollen in de hand. Soms angstvallig in de hand. Zolang de tegenstander hetzelfde doet, prima. Reguliere strijdkrachten houden zich over het algemeen beter aan dergelijke spelregels dan irreguliere strijdkrachten zoals ISIS en de Taliban. De term ‘asymmetrische oorlogvoering’ zou er voor bedacht kunnen zijn. Je kunt je echter afvragen of het moderne ‘netjes’ vechten tegen tegenstanders die dat niet doen, een beetje is doorgeschoten? Geven om mensenlevens is edel. Terug naar het soort min of meer geaccepteerde slachten van ’14-’18, wil niemand. Soldaten, ook die van de tegenstander, niet langer (tot op zekere hoogte) als ‘expendable’ beschouwen, is lief, maar win je ermee? Kan het in sommige gevallen op termijn zelfs niet méér slachtoffers opleveren?
Oorlogen dienen gewonnen te worden. Anders moet je er niet aan beginnen. Ook niet aan kleintjes. Oorlogen een moderne naam geven, maakt oorlogen niet minder smerig. Van een kogel afgeschoten door een vredessoldaat op opbouwmissie ga je net zo dood. Zijn eigen sneuvelen voor een edel vredesdoel is net zo triest voor hem en zijn nabestaanden. En helaas, vaak net zo zinloos. Menselijk gesproken bestaat modern oorlogvoeren daarom eigenlijk niet.
(Titelfoto: MQ-9 Reaper. Foto: wiki-US Air Force -Staff Sgt. Brian Ferguson)