Recensie: Submarino

06-01-2011 14:00

Het is alweer een aardige tijd geleden dat Thomas Vinterberg, Lars von Trier en sympathiserende regisseurs zich strikt hielden aan de Dogma 95-doctrine. Bij het filmmaken commiteerden ze zich aan de ‘Eed van Zuiverheid’ met zijn tien regels, zoals het afzweren van effecten, oppervlakkige actie en filmmuziek. Het leverde prachtfilms op zoals het veelgeprezen Idioterne van Von Trier, en natuurlijk de eerste echte Dogma 95-film: Festen van Vinterberg. Maar wat is er daarna van Vinterberg geworden?

Lars von Trier had aan inspiratie en erkenning niet veel te klagen. Dancer in The Dark, Dogville en Manderlay waren weliswaar geen bijzonder toegankelijke films, maar werden in ieder geval opgemerkt. Vinterberg echter, besloot naar Amerika te verhuizen waar hij enkele films maakte waar geen haan naar kraaide. Een vreemde verwording, want was Festen niet briljant? Een ontluisterend verhaal over een familiefeest waar alle trauma’s en ongeregeldheden komen bovendrijven. Waarin een zoon in een speech aan zijn vader tegenover de hele familie bekent dat zijn tweelingzusje zelfmoord heeft gepleegd omdat hij en zijn zus structureel door pappa werden misbruikt. En dat allemaal in de Dogme-stijl zonder opsmuk, waarin eigenlijk alleen de acteurs de film tot een succes kunnen maken. Vinterberg flikte het ‘m, om daarna een beetje te verdwijnen.

De goot
Maar Vinterberg is terug, met Submarino, een verfilming van de gelijknamige roman van Jonas T. Bengtsson, en alhoewel het geen Dogme-film is, bezit hij dezelfde kwaliteiten als Festen. De dertiger Nick slijt zijn dagen rokend, drinkend en zonder werk. Nick is voornamelijk boos. Zijn moeder die hem en zijn broer van jongs af aan verwaarloosde, is net overleden. Net uit de gevangenis woont hij op een soort studentenkamer voor onrendabelen, heeft een halve relatie met de alcoholische Sofie en worstelt met de herinnering aan een traumatische jeugd. Zijn enige kennis is de psychiatrische, moddervette Ivan die vrouwen achtervolgt en geobsedeerd is door andermans auto’s. De tweede helft van de film volgt zijn broer die er niet veel beter aan toe is. Hij is blut, heroïneverslaafd en probeert intussen een goede vader te zijn voor zijn zoontje Martin. Beide verhaallijnen staan in het teken van woede, wanhoop en verdriet.

Tederheid
Maar er is meer, en dat is wat Submarino een prachtige film maakt. Ondanks de uitzichtloosheid van hun bestaan zijn beide broers niet door en door cynisch. Evenals in Festen reserveert Vinterberg een belangrijke plek voor tederheid en liefde, die ondanks alle tegenspoed blijft bestaan. Die verbeeldt hij niet klef of kitscherig-romantisch, maar simpel, door kleine gebaren en gedragingen, bijna zo klein dat de sympathie nauwelijks opvalt. Het is de reden waarom Nick Ivan ziet, waarom hij contact blijft zoeken met zijn broer en diens zoontje, en waarom hij zich niet los kan maken van een ex die inmiddels een kind van een ander heeft. Het is eigenlijk de hele reden waarom Nick en zijn broer blijven worstelen met het leven, vol woede omdat ze het klappen van de zweep kennen, maar ook vol verlangen omdat ze weten wat liefhebben is.

Zo’n film slaagt alleen met bijzonder goede acteurs en gelukkig voor Vinterberg heeft hij die ook gevonden. En hoe rauw en hard Submarino ook mag zijn, de kijker blijft allesbehalve zwaarmoedig achter. Ja, Thomas Vinterberg is terug van weggeweest.