Toen Joost Niemöller mij vroeg of ik een voorwoord wilde schrijven bij zijn boek over Janmaat stond ik niet te trappelen. Niemöller is een notoir rechtse schrijver en ik was bang dat hij in zijn boek ‘De verschrikkelijke Janmaat’ eerherstel zou bepleiten. Maar toen ik het manuscript las, bleek dat niet het geval. Zijn behandeling van Hans Janmaat was objectief en dus soms ook zeer kritisch. Wat echter als een mokerslag aankwam was de beschrijving van de behandeling die Janmaat ten deel viel. Door zichzelf antifascist noemende krakers werd hij met stenen, stokken en ijzeren staven bedreigd en geslagen. Vergaderingen werden verboden. Een van de ideologen van de partij, de stokoude dr. Wim Bruyn, werd met een ijzeren ketting aan een parkeerpaal vastgeklonken. Wil Schuurman verloor een been bij de aanslag met brandbommen op een vergadering in Kedichem.
De pers streed mee met de pen in de aanslag. Elsevier vervalste een interview met Janmaat zodanig dat het net leek alsof hij iets tegen joden had. De agressiviteit van journalisten tegens Janmaat kende geen grenzen. Maar weinigen hebben zich daarvoor later verontschuldigd.
Bij de VARA werd afgesproken dat men hem niet aan het woord zou laten. “Voor mij geldt de democratie niet”, zei Janmaat ooit tegen mij. En zo was het ook. Paul Witteman was een van de genen die voorop liep in de antifascistische mediaoorlog tegen Janmaat. In een interview dat ik met hem had vroeg hij mij of hij daarvoor nu zijn verontschuldigingen moest aanbieden. Dat moet hij natuurlijk zelf weten, maar een bezoek aan de weduwe van Janmaat zou vast op prijs gesteld worden.
Niet alle journalisten zijn zo reflectief als Paul Witteman. De recensenten van het boek van Joost Niemöller zowel in NRC Handelsblad (Sjoerd de Jong) als in de Volkskrant (Jan Tromp) doen net alsof Niemöller pleit voor rehabilitatie van Janmaat en maken dan met citaten uit datzelfde boek duidelijk dat daar geen sprake van kan zijn. Sjoerd de Jong begint zijn recensie met de zin: “Onder treiteraars van het establishment is het al langer bon ton om te pleiten voor een ‘rehabilitatie’ van Hans Janmaat. De gesmade leider van de Centrum Partij, overleden in 2002, was een ‘visionair’, vindt bijvoorbeeld politicoloog Meindert Fennema.” Dat ik hem visionair noem komt omdat hij als eerste het immigratievraagstuk agendeerde. Ik heb nooit gepleit voor rehabilitatie van Janmaat, maar slechts voor de erkenning dat hij niet als crimineel behandeld had mogen worden. De Jong geeft toe dat Janmaat ‘lomp en agressief’ behandeld is. De NRC is van oudsher de meester der understatement: zijn collega Elsbeth Etty pleitte destijds voor een partijverbod.
Jan Tromp schrijft in de Volkskrant: “Volgens Meindert Fennema, emeritus hoogleraar politieke theorie, houdt de schrijver ons, ‘zelfbenoemde goede vaderlanders’, een spiegel voor waarin we slechts met schaamte kunnen kijken. Dat belooft meer dan het boek biedt.” En Tromp eindigt zijn bespreking met een citaat van Niemöller: “Janmaat begon bij de Centrumbeweging als een sarcastische, bij tijd en wijle grappige, middelmatige, meestal moeizaam formulerende, kleinburgerlijke politicus, en werd een neurotische, achterdochtige, kille, bizarre, misschien wel mentaal gestoord persoon.” Hij eindigt zijn bespreking zelfvoldaan: ‘Toch wel een tikkeltje verschrikkelijk, zou je denken.’ Tromp lijkt wel trots te zijn op het feit dat hij zelf een niet geringe bijdrage heeft geleverd aan het geestelijk kapot maken van Janmaat.
Maar Peter Middendorp spant de kroon. Na mijn doopceel gelicht te hebben (oud-communist, schrijver van een boek over Wilders), noemt mij een ‘halvegare’ en schrijft dat ik van extreem links naar extreem rechts ben opgeschoven: “Janmaat was een racist, zei Fennema, maar bovenal een visionair, omdat hij zei wat mensen dachten, de meerderheid nu ook zo denkt, en zijn ideeën, zoals het weren van vluchtelingen, intussen regeringsbeleid zijn. Daarvan is niets waar. Mensen dachten niet zo, de meerderheid is nu geen racist, vluchtelingen worden toegelaten.”
Middendorp vermeldt niet dat je destijds al racist was als je niet meer vluchtelingen of arbeidsmigranten wilde toelaten en dat thans de meerderheid van de Nederlanders dat standpunt deelt. Zelfs Vrij Nederland moet dat toegeven: “Inderdaad zegt 63 procent van de respondenten dat ons land al genoeg mensen uit het buitenland opvangt en het onmogelijk is nog meer migranten op te vangen. Maar daarin staat Nederland niet alleen: in Frankrijk en Italië werd precies hetzelfde percentage genoteerd.” Wij zijn weliswaar niet gastvrij, maar gelukkig zijn ze dat in Frankrijk en Italië ook niet.
Middendorp besluit: “Ze zeggen dat je het dak moet repareren als de zon schijnt, niet dat je het dak moet lek-rehabiliteren tijdens een regenseizoen. Er zijn niet zo veel slechteriken, maar je hebt er ook maar een paar nodig als de rest zich dom en gemakzuchtig houdt.”
Ik heb Peter Middendorp mijn vorige column toegestuurd en gevraagd of hij een paar vluchtelingen in zijn tweede huis wil opnemen.
Hij schreef mij: “Dat je niet speciaal voor de rehabilitatie van racisten bent, al was het omdat we van anti-vluchtelingeretoriek genoeg hebben, betekent niet automatisch dat je staat te springen bij de huidige instroom van vluchtelingen.” Houdt Middendorp zich nu van de domme of is hij gemakzuchtig?