Internationale vrouwendag afgelopen vrijdag werd evenzeer gevierd als beschimpt op internet. Voorstanders wezen op de slechte positie die vrouwen nog altijd hebben op de arbeidsmarkt, terwijl tegenstanders de problemen in het ‘beschaafde Europa’ bagatelliseerden. Hoezeer er ook in het Westen nog problemen zijn met seksuele gelijkheid, werd een ruime week geleden duidelijk in Schotland. De finale van een studenten-debattoernooi liep uit de hand omdat mannen in het publiek seksistische opmerkingen maakten.
De Glasgow Ancients is een prestigieus debattoernooi waarvoor alleen de topdebaters van de grote Britse universiteiten worden uitgenodigd. Het toernooi wordt georganiseerd door de Glasgow University Union (GUU), de alles omvattende studentenvereniging van de stad. Dat is een traditioneel mannenbolwerk waar vrouwelijke leden pas sinds 1980 welkom zijn. Veel mannelijke leden dwepen nog nadrukkelijk met het ongemengde verleden en eren de ‘dappere leden’ die in 1980 tegen het toelaten van vrouwen stemden.
Het was in die omgeving dat een team bestaande uit een studente uit Cambridge en een studente uit Edinburgh, in de finale moesten spreken over de rol die religie in de samenleving speelt. Voorbeelden die ze erbij haalden gingen – uiteraard – onder meer over de positie van vrouwen, en dat kon een deel van het publiek niet waarderen. Enkele mannen in het publiek gaven luidruchtig commentaar op het debat en het uiterlijk van de beide vrouwen, en maakten duidelijk dat er voor vrouwen in die finale geen plek was. Die betrekkelijk grimmige sfeer zette zich voort na afloop van het debat, en de gemoederen zijn inmiddels zo hoog opgelopen dat Cambridge University bekend heeft gemaakt het evenement in de toekomst te zullen boycotten als GUU geen serieuze maatregelen neemt. Die organisatie is daarom met een onderzoek begonnen.
Het lijkt een losstaand incident, maar is dat zeker niet. Toen ik zelf met debatteren begon in Leiden in 2004, stuurde mijn universiteit buitengewoon veel vrouwen – de ‘Leiden Ladies’ waren een begrip – naar internationale debattoernooien. En hoewel het de vrouwen waren die in die Leidse beginjaren de meeste successen boekten, was het voor de mannen vaak makkelijker om naam en faam te verwerven in de door Britten gedomineerde debatwereld.
Er zijn geen formele structuren meer waarin de vrouw ondergeschikt is aan de man, maar het is duidelijk dat vooral in de hoogopgeleide Britse elite vrouwen vaak een ondergeschikte rol spelen. Een Engelse vriend vertrouwde me ooit toe dat hij op zoek was naar wat hij ‘a good Tory wife’ noemde: een representatieve vrouw die voor het gezin zorgt en goed voor de dag komt als hij met zijn conservatieve politieke vrienden en kennissen zou afspreken. Persoonlijke ambitie was daarbij niet gewenst.
Naar aanleiding van de incidenten in Glasgow hebben veel leden van die debatterende en hoogopgeleide Britse elite hun afschuw voor seksisme uitgesproken, ook veel mannen. Dat is echter de makkelijke stap om te nemen. Woorden zijn weinig waard als er geen daden op volgen, en het uitbannen van de meest zichtbare vormen van seksisme doet weinig om de impliciete minachting voor vrouwen uit te bannen. Die minachting bestaat nog altijd, en dus is het goed dat – zelfs met louter symbolische zaken als een internationale vrouwendag – aandacht wordt gevraagd voor de positie van vrouwen, ook in het ‘beschaafde Europa.’
Adriaan Andringa is Amerika-kenner en chef Buitenland bij ThePostOnline. Van 2004 tot 2011 was hij een actief wedstrijddebater.