Vroeger lachte Mark Rutte vaker. Hij zwaaide ook vaker. Hij was vrolijk. Maar de één of andere communicatiepaljas heeft hem dat afgeraden. Strak kijken. Moeilijke tijden. Moeilijke boodschappen. En Mark doet dat dan. Wel zie ik Hem vaker wijzen. Naar links. Naar rechts. Vaak met een vinger, maar ik zie ook weleens de vlakke hand (de uitgestoken hand). Soms doet hij ook zijn hand aan zijn wenkbrauwen – om over de dijk te kijken. Kijk jongens, ik toon visie. Er is zelfs een adviseur geweest die de wekelijkse persconferentie op een dijk wilde situeren. Mark zou dan met stemverheffing tegen een harde oostenwind de zee toe spreken. Kapitein Rutte.
Hij zou het zo doen. U vraagt, hij draait. Alles voor de visie. Alles voor het leiderschap. Want dat willen we graag. Vaak is die roep om een sterke leider een teken van eigen onzekerheid. Ook het volk van Mozes liep eens doelloos door die woestijn te banjeren en vroeg zich af of die Mozes nog een stukkie visie ging ontwikkelen. Het is de mens eigen.
Vorige week zei Kees van Kooten wat wij allemaal denken. “Het klinkt eng, maar we hebben een begeesterde politicus nodig.” Hoewel ik voor alles buig wat Kees ooit gezegd en gemaakt heeft, moet ik hem nu tegenspreken. Alsjeblieft, geen visie. Geen dadendrang.
Een minister-president moet juist lachen en zwaaien naar het volk. Misschien moet hij af en toe een blik opzetten die zegt: ik weet het. Volg mij. Maar dat is alles. Voor de rest moet hij niks. En in de achterkamertjes moet hij schouderklopperen, aaien, wrijven, glijen. Vooral veel glijen.
Is het zo simpel? Ja. Zo simpel is het. Wij verwachten veel te veel van onze politici. Niet voor niks stelt Lodewijk Asscher – de verlosser- zich tegenwoordig voor met: Ik ben Lodewijk Asscher, ik kom u teleurstellen.
Colijn. Drees. Lubbers. Kok. Onze grootste premiers. Waren dat visionairs? Nee. ‘Gaat u maar rustig slapen’-types. No-nonsens. Broodje kaas. Glaasje karnemelk. Zo zijn wij Nederlanders. En zo willen we dus ook geleid worden. Door een droogstoppel.
Marcel Duyvestijn leidt zichzelf ook niet meer. Hij heeft zijn hele leven aan zijn vriendin gegeven. ‘Doe er maar wat mee.’ Dat werkt bevrijdend. www.liefdevollid.nl