De Georgisch-orthodoxe Kerk is nog altijd populair onder de Georgische bevolking. In een land waar mensen hun geloof lange tijd niet openlijk konden belijden, lijkt na jaren van onderdrukking een herleving te hebben plaatsgevonden. Opmerkelijk: in de kerken zijn ook veel jongeren te vinden.
Hoewel de Sameba-kathedraal in Tbilisi ruimte biedt voor veel kerkgangers is het er onaangenaam druk. De nachtmis is net begonnen en zal nog zeker een paar uur doorgaan om het Georgisch-orthodox kerstfeest in te luiden. Dat wordt, net als in een hoop andere Oosters-orthodoxe Kerken, op zeven januari gevierd.
De kathedraal is ook relatief nieuw. Men begon met de bouw ervan eind 1995 en in 2004 werd deze uiteindelijk opgeleverd. Het is de belangrijkste christelijke kathedraal van de Georgisch-orthodoxe Kerk en tevens de zetel van de geestelijk leider van het land, Patriarch Ilia II.
Dat de kerk zo nieuw is geeft aan dat het geloof in Georgië een grotere rol in de samenleving speelt dan in Nederland en een hoop andere West-Europese landen, waar al jaren sprake is van een teruggang van het aantal kerkbezoekers en waar steeds vaker kerken noodgedwongen de deuren moeten sluiten. Zo niet in Georgië, waar meer dan tachtig procent van de bevolking zich tot de kerkelijke gezindte rekent.
De opleving van de kerk begon iets meer dan twintig jaar geleden, toen Georgië onafhankelijk werd van de in 1991 uiteengevallen Sovjet-Unie. In de Sovjettijd waren de meeste kerken en kloosters in het land gesloten en kerkdiensten waren verboden. Het is niet verwonderlijk dat men na de herkregen vrijheid de Kerk aangreep als uiting van de Georgische cultuur.
Al voordat je een kerk binnenstapt zie je de uiting van het geloof op straat. Winkelende meisjes, bejaarde echtparen en taxichauffeurs: ze slaan steevast een kruisje wanneer ze een kerk passeren. De horizontale lijn gaat daarbij andersom, vergeleken met het katholieke kruisje. De rechterhand gaat van de rechter- naar de linkerschouder. Hierbij worden de toppen van duim, wijsvinger en middelvinger bij elkaar gehouden als symbool voor de heilige drie-eenheid.
In de vele kerken die er in het land te vinden zijn kom je gegarandeerd jongeren tegen. Onder hen bijvoorbeeld de 22-jarige student Nikala Cocua, voor wie de Kerk veel meer betekent dan alleen het uiten van de nationale cultuur. Naar eigen zeggen bezoekt hij drie keer per maand een dienst. “Voor mij is naar de kerk gaan, bidden en deelnemen aan de diensten een belangrijk onderdeel van het leven. Het leert je wat het echt betekent om christen te zijn. De waarden die ik daar meekrijg probeer ik toe te passen in het dagelijks leven. Ik wil een eerlijk leven leiden en de mensen om mij heen liefhebben.”
Volgens hem zou het een stuk moeilijker zijn die christelijke waarden na te streven als hij niet naar de kerk zou gaan en geen actief lid van de christelijke gemeenschap was. “Ik heb er ook vaak spijt van als ik, om wat voor reden dan ook, niet elke week aanwezig kan zijn.”
Gezien de grote aantallen Georgisch-orthodoxe christenen in het land rekenen ook bijna al zijn familieleden en vrienden zich tot de Kerk. “Ze streven niet allemaal een christelijke levenswijze na zoals ik dat doe door naar de kerk te gaan, maar ze zijn wel gedoopt en opgevoed als Georgisch-orthodoxe christenen en beschouwen zichzelf ook zo.” Hoe mensen hun geloof beleven is volgens Nikala aan henzelf. Praten over de Kerk met vrienden doet hij dan ook zelden. “Ik zie religie en geloof als iets heel persoonlijks, al probeer wel eens uit te leggen wat mijn visie is aan vrienden die er wat kritischer tegenover staan.”