Het Haagse muziekpodium Het Paard van Troje kondigde vorige maand aan dat het verder wil als popmuseum, om zodoende de btw-verhoging op muziek- en toneelvoorstellingen die per 1 juli van kracht wordt te kunnen ontduiken. Het is tekenend voor zowel de onmacht als de vindingrijkheid van de popsector, die een manier zoekt om de verhoging van 6 naar 19 procent btw te kunnen voorkomen of omzeilen. Op EuroSonic 2011, het jaarlijkse muziekcongres en -festival in Groningen dat zich richt op professionals in de muziekindustrie, hoorde een volle zaal de verschillende standpunten aan in een door belastingadviseur Dick Molenaar helder geleid en door Pinkpopbaas Jan Smeets regelmatig onderbroken debat.
In opdracht van verschillende podiumorganisaties, waaronder de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) en de Vereniging Nederlandse Poppodia en -Festivals (VNPF) heeft economisch onderzoeksbureau De Brauw Blackstone Westbroek op een rijtje gezet wat de gevolgen van de btw-verhoging zullen zijn. De organisaties overwegen aan de hand daarvan een rechtszaak aan te spannen om de belastingmaatregel tegen te houden, maar onduidelijk is wat dat gaat kosten en wie dat moet gaan betalen. Tot die tijd moet er over de gevolgen en over andere oplossingen nagedacht worden, want, aldus iemand in de zaal op EuroSonic: “Als iemand twintig euro te besteden heeft en er gaat dertien euro naar een kaartje, gaat er zeven euro naar de bar. Als er vijftien euro naar een kaartje moet, gaat er nog maar vijf euro naar de bar.”
Concurrentie
Wat de insteek van een rechtszaak kan zijn, is het feit dat musea, circussen en pretparken geen verhoging krijgen en dit wellicht tot substitutie leidt, waar ‘s lands poppodia dan in negatieve zin de gevolgen van zullen ervaren. Volgens EU-richtlijnen mogen er echter wel tariefverschillen zijn, zolang dit niet tot oneerlijke concurrentie leidt. Onderzoek wijst uit dat binnen de cultuursector concurrentie bestaat tussen verschillende uitjes en ze dus wel in elkaars vaarwater zitten als er onderlinge btw-verschillen zijn. Het is een cliché, maar ook anno 2011 kan een euro nog steeds maar één keer worden uitgegeven.
Pinkpopbaas en prominente Limburger Jan Smeets, die zich eerst verontschuldigt voor het feit dat het btw-plan ‘is bedacht door een Limburger (Geert Wilders) en wordt uitgevoerd door een Limburger (Maxime Verhagen)’, oppert dat men beter de accijns op frisdrank kan verhogen in plaats van die op toegang, ‘omdat je dan obesitas ook meteen aanpakt’. Daar wordt wat lacherig op gereageerd door de zaal en iemand pareert luchtig met de opmerking dat er een extra hek om de Effenaar in Eindhoven gezet zal worden en dat de popzaal wordt omgedoopt tot ‘Eftelaar’ om als pretpark de verhoging te kunnen ontduiken. Panellid Jeroen van der Wiel van Het Paard haakt daar op in door te melden dat hij sms’jes van Kamerleden heeft ontvangen die hun (overigens in scène gezette) omzetting naar een popmuseum toejuichen, maar die wel anoniem wensen te blijven en niet gequote mogen worden – hetgeen hij ‘lafhartig’ noemt.
Grappen en grollen
Mede-panellid en directeur van Mezz in Breda Hans Eliëns reageert bozig op de voorstellen: “Onze sector is steeds professioneler aan het worden en dan moeten we ineens grappen en grollen maken over of we nou een circus, museum of kerk zijn? We zijn poppodia die popconcerten organiseren. Dat moeten we kúnnen en mógen zijn.” Maurice van de Berkt van Tivoli Utrecht is het daar mee eens, maar meent dat poppodia juist niet star moeten reageren. “Wij zijn juist vooruitstrevend en flexibel, waardoor dit soort voorstellen juist wél overwogen moeten worden – iedere oplossing is er immers één.” Desalniettemin is ook hij somber over de suggestie dat poppodia in Nederland hun leest moeten ontkennen om hem in de praktijk te kunnen blijven brengen. “En van de overheid kun je uiteindelijk toch niet winnen.”
Hoewel dat een weinig zelfverzekerde opmerking is, ligt er wel een grote waarheid achter. De btw-maatregel en andere overheidsingrepen in de cultuursector zijn als bot naar de PVV geworpen om ze zoet te houden en tot een regeerakkoord te kunnen komen waarin CDA en VVD wél een nieuwe Afghanistanmissie willen inpassen (PVV is tegen) en waarin die beide partijen tegelijkertijd ook niet te veel tegemoet wilden komen aan de harde eisen rond moslims en immigranten die Geert Wilders op zijn programma heeft staan. Simpel gesteld heeft de cultuursector de slechtste deal in die koehandel gekregen.
De langste
Opvallend is dat de vele poppodia-medewerkers in de zaal relatief gelaten reageren en er zeker geen sprake is van een rancuneuze sfeer. Alle lichtpuntjes worden aangehaald: “Rutte heeft gezegd dat de negatieve effecten eventueel nog reden kunnen zijn om te kijken of er ergens gecompenseerd kan worden.” Het panel bekijkt de zaken zo sec mogelijk. Eliëns: “We moeten zelf ook inleveren en artiesten zijn wellicht ook bereid lagere prijzen te vragen”, en Molenaar: “De rek is er uit qua prijsstijgingen. Kijk ook naar de horeca, die hebben het eveneens zwaar.” Een enkeling is strijdvaardiger: “Onder je publiek zitten PVV-stemmers. Die moeten we beter voorlichten. De PVV wil laten zien wie de langste heeft, misschien moeten wij dat ook maar eens doen.”
Aan dat laatste wordt dus gewerkt: als de samenwerkende partijen het benodigde geld voor een rechtszaak bij elkaar kunnen krijgen, zouden ze naar het Europese Hof kunnen stappen om daar een zaak wegens oneerlijke concurrentie aan te spannen. Maar of dat dunne, moeilijk te onderbouwen argument aan zal slaan in Brussel, zal er om spannen. Wat Jan Smeets betreft kan het allemaal veel makkelijker geregeld worden: “Weet wat je kiest bij de Senaatsverkiezingen van 23 mei.” De Eerste Kamer kan de belastingmaatregel namelijk nog altijd tegenhouden. En zo niet, dan zullen poppodia wellicht toch onder moeten duiken als kerk of zich moeten vermommen als pretpark. Maar ‘goedkoop’ pretpark of ‘duur’ poppodium, er gaat hoe dan ook een extra hek om de landelijke muziekzalen.