Gedurende de Cyprus crisis zakt de VVD weer terug naar 23 zetels (-2). Omdat de PvdA op 18 zetels blijft staan, scoren de twee regerinspartijen nu samen 41 zetels. Dat is de laagste score (-38) sinds de verkiezingen in september 2012. Bij de oppositiepartijen valt 50PLUS wat terug (van 18 naar 16), maar staat nog steeds op 14 zetels winst.
Bij de overige partijen stijgt de PVV er 2. Met de score van 24 zetels is de PVV de grootste partij. SP stijgt 1 zetel naar 23 zetels, gelijk met de VVD. En D66 stijgt naar 16 zetels.
Crisis in Cyprus
Het oordeel over de crisis in Cyprus en wat er moet gaan gebeuren laat een duidelijke samenhang te hebben met zowel de politieke voorkeur als de veranderingen in die voorkeur.
- 37 procent vindt dat Europa Cyprus moet helpen om niet failliet te gaan, 51 procent vindt dat Europa niet moet helpen. Kiezers van PVV, 50PLUS, SP en VVD vinden in grote mate dat Europa niet moet helpen. Bij PvdA-, CDA- en D66-kiezers is er een meerderheid die wel vindt dat Cyprus geholpen moet worden.
- Zowel bij VVD- als PvdA-kiezers zien we dat degenen die nu aangeven deze partijen nu niet meer te stemmen beduidend minder vinden dat Cyprus geholpen moet worden. Bij de VVD geeft 43 procent van de kiezers die nog steeds VVD stemmen aan dat Cyprus geholpen moet worden. Bij degenen die in de afgelopen 6 maanden afscheid hebben genomen van de VVD geeft maar 17 procent dat aan. (Bij de PvdA zijn die scores 59 procent en 41 procent). Opleidingsniveau is daarbij een belangrijke factor. Kiezers met hoge opleiding vinden voor 53 procent dat Cyprus geholpen moet worden. Kiezers met lage opleiding vinden dat voor 24 procent.
- 56 procent zou het beter vinden als Cyprus de Eurozone verlaat. 61 procent denkt dat hetgeen nu in Cyprus gebeurt ook in andere Europese landen van de Eurozone gaat gebeuren.
- 39 procent denkt dat de voorgenomen maatregelen voor rekeninghouders onder de 100.000 euro in Nederland nooit zal gebeuren en 39 procent denkt dat het wel zou kunnen gebeuren.
Gebrek aan vertrouwen
De Nederlandse politieke verhoudingen staan op dit moment vooral onder invloed van het gebrek aan vertrouwen van de kiezers in VVD en PvdA, met name in relatie tot de economische ontwikkelingen in het algemeen en de zorg die men heeft over de eigen financiele situatie in het bijzonder. Bij dat gevoel spelen de ontwikkelingen in Europa rondom de euro geen prominente rol, maar versterkt wel het electorale effect. De VVD zit daarbij in een (nog) moeilijkere positie dan de PvdA. VVD-kiezers uit september 2012, die inmiddels afscheid hebben genomen van deze partij, zijn zeer Eurosceptisch.
