Elke maandagochtend een overzicht van wat er dit weekend is gebeurd op sportgebied. Met een enorme focus op Nederland. Waarom? Nou ja, omdat er .nl in onze URL staat. Deze week een hoop schaatsen en wat wielrennen.
Hoe serieus is een sport nog te nemen als de helft van de gouden medailles door één land in beslag genomen wordt. Dit weekend was het zo ver, Nederland pakte zes van de twaalf mogelijke medailles bij het WK afstanden schaatsen in Sotsji.
De Russen mochten oefenen voor komende winter, als ze de Winterspelen organiseren. Mocht dit toernooi een voorbode zijn voor de volgende olympiade dan kan 2014 een mooi sportjaar worden. Al zijn er natuurlijk kanttekeningen te maken. De kortste afstanden bij de mannen leverden geen goud op, terwijl die nummers dit seizoen voor een groot deel door Nederlanders werden gedomineerd. Vooral op de 500 meter was goud te verwachten maar moesten we het doen met brons.
Bij de vrouwen sluipt de angst er in dat de top te dun is. Ireen Wust pakte het merendeel. Mocht ze in een vormcrisis komen of geblesseerd raken (even afkloppen) dan valt er ineens een eremetaal weg.
Al zou dat misschien wel mooi zijn voor het schaatsen, voor het internationale karakter. Internationalisering zorgt er voor een spannendere sport en een leukere kijkervaring. En jonge atleten in landen buiten Nederland denken dat ze misschien een kansje maken en zetten zich daardoor ietsjes meer in.
Dus Nederlandse schaatsers, doe af en toe wat minder je best, de sport wordt er zoveel beter van.
In een temperatuur die lager was dan in de hal in Sotsji zaten de dames en heren in België op de fiets voor een ingekorte versie van Gent-Wevelgem. Bij de mannen speelden ‘we’ geen rol van betekenis, bij de vrouwen daarentegen wel. En deze keer was het niet Marianne Vos die won. Nee, Kirsten Wild en Sanne van Paassen maakte er een oranje één-twee van.
In rondes in de buurt van de Middellandse zee kwamen Nederlanders in de eindklassementen in top-tiens, maar verder niet.