Ooit heeft Paul de Leeuw, in één van zijn betere interviews, beweerd dat je in het leven nooit voorbij het schoolplein komt. Achter al die loopbanen, huwelijken, relaties, werkkringen, opleidingen, vrijages, beledigingen, pikordes, titels en onderscheidingen gaat een werkelijkheid schuil, waarin iedereen, als puntje bij paaltje komt, nog steeds met de blik van een vijftien-, zestien- of zeventienjarige de wereld inkijkt. Ik heb die uitspraak altijd scherp onthouden, omdat hij me heel erg waar lijkt. En tegelijkertijd diep tragisch.
Ik zeg Paul de Leeuw, met een wrange bijsmaak, na: Het Theater Van Het Schoolplein houdt nooit op. Succesvolle mensen schijnen daar in meerderheid vrede mee te hebben: heel vaak hoor ik ze zeggen dat je ‘je jeugd’ niet mag verliezen, want zodra de lichtvoetigheid en speelse impulsen van die periode definitief door je vingers zijn geglipt, ben je, help!, volwassen. Ergo: dóód! Een loser. Nu is angst voor volwassenheid een onderwerp dat een hele dikke pil rechtvaardigt, maar met uw permissie pik ik er één aspect uit, namelijk: de mijns inziens almaar toenemende kracht van de media om de werkelijkheid te theatraliseren en de puber (en daarmee het schoolplein) in onszelf eeuwig te blijven reactiveren.
Kwaliteitskranten als de Volkskrant en NRC lezen anno 2013 meer als een schoolpleinachtig ‘Wie-beweert-wat-over-wat-en-waarom?’ of een ‘Wat-beweert-wie-over-wie-die-iets-anders-beweert-en-waarom?’ (in een tweet bestempelde ik ze ooit als ‘zeer uitgebreide VARA-gidsen’) dan als een afstandelijker en inzichtelijker ‘Wat-is-er-nu-precies-aan-de-hand?’. Je hoeft maar naar de voorpagina van de zaterdagse Volkskrant te kijken – een opsomming van bekende namen, ofwel een ordinair staaltje namedropping – en je weet dat de papieren krant inmiddels het theatrale koffiekransje dicht aan het naderen is en slaafs de theaterwetten van de TV volgt (in dit geval van DWDD, waarin Matthijs opent met de opsomming van een reeks namen). De kekke fotootjes bij al die columns zijn er een andere uiting van. Ik beperk me hier bewust tot de paradepaardjes van de papieren media, omdat het gros van het meer populistische media-aanbod in zekere zin al helemaal ‘verloren’ is en schaamteloos haar best doet zichzelf als naaikransje te positioneren. Was ik nou de enige die de zenderbazen van RTL7 keihard hoorde schateren, toen de ruzie tussen VI’s Johan Derksen en Wilfred Genee een zelfstandig nieuwsitem werd in andere rubrieken, ja, zelfs op Radio1? Dergelijke incidenten laten bijna geen andere conclusie dan dat de media – vergeef me de generalisatie – tot een kleffe familie verworden zijn, die collectief om elkaar heen is gaan draaien en de blik op de werkelijkheid (laat staan op enige wijsheid) inmiddels eerder belemmeren dan verhelderen.
Ik ga nog even door: zelfs het NOS-Journaal is het, dankzij het nieuwe décor, gelukt om de aandacht af te leiden van waar het journaal over hoort te gaan, de journalistieke inhoud, en de kijker op te zadelen met de vraag of Sacha de Boer wel de juiste laarzen bij haar jurk heeft uitgekozen en of Astrid Kersseboom gezien haar forse achterwerk niet beter eens een appelpunt kan laten staan. Ik geef u toe: het zijn geen verheffende gedachten, maar als ik hoofdredacteur Marcel Gelauff goed begrijp is dit irritante bijverschijnsel onderdeel van het (citaat) ‘moderner, menselijker en dichter bij het publiek’ opleveren van het laatste nieuws. Vrij vertaald: ‘wij, NOS-Journaal, waren nog niet naaikransjesachtig genoeg! en dus hebben we er een decor van enkele tonnen tegenaan gegooid.’ Maar ach, wellicht doe ik te moeilijk. Leg ik nodeloos zout op slakken. Misschien volstaat een verwijzing naar het toelaten van PowNed in zijn eentje al om de NPO zonder oog knipperen te kunnen aanwijzen als het zoveelste willige slachtoffer van de trend naar theatralisering. PowNed is tenslotte – zelf doen ze daar gelukkig niet moeilijk over – de journalistieke reïncarnatie van Het Schoolplein: alles terug naar pubernormen.
Met de aldus om zich heen grijpende theatralisering, waarbij commerciële en niet-commerciële media in een synchrone dans op hun hurken gaan zitten voor het publiek, is het niet minder dan een ultieme daad van beschaving om een tunnel te graven en een uitweg te zoeken, aan het einde waarvan je enig licht kunt verwachten. Die tunnel is vorige week gematerialiseerd in ‘De Correspondent’. En algauw bleek dat duizenden eenzelfde intuïtie hadden over de mediasoap waar we in opgesloten zitten. Duizenden, die alras bereid bleken de tunnel mogelijk te willen maken door voor zestig euro lid te worden van De Correspondent. Het enige smetje op de introductie dat je zou kunnen aanwijzen is dat initiatiefnemer Rob Wijnberg, al of niet na een smeekbede, maar al te graag bereid was om zelf ook even een ‘name’ te zijn die door DWDD-presentator Matthijs gretig ‘gedropt’ werd. Strategisch duivelspact voor een paar essentiële etherminuutjes?
Het mag geen verbazing wekken dat De Correspondent, zeker nadat het ledental op hun homepage alras begon op te lopen en de tonnen binnen stroomden, in de vuurlinie van de controverse kwam te liggen. Meest gehoorde reacties? A: Hoezo nieuw? Het zijn tóch weer de ‘usual suspects’. B: Wordt de content van de Correspondent geen doodsaaie bedoening? Een intellectuele Pravda? Valide aandachtspunten! Het is dan ook zeer de vraag of het gemoed van Rob Wijnberg en zijn kornuiten overheerst wordt door euforie, lichte opwinding of beginnende verwarring. Dat laatste zou niet vreemd zijn met duizenden leden, die, mede door hun gulle gift, straks extra kritisch, nieuwsgierig en wie weet bemoeizuchtig over je schouder mee kijken.
Maar het alternatief – geen De Correspondent, geen manhaftige poging uit de versoapende mediatisering te geraken – is een week na introductie, wat mij betreft, al een gepasseerd station. De wérkelijke vernieuwing van De Correspondent zal ‘m, dunkt me, niet in de volkomen onorthodoxe content zitten (zelfs Rob Wijnberg zal, af en toe, over de theatrale component van zijn medium dienen na te denken), maar in de nauwe verbintenis tussen leden en makers, die buiten de instituties van de Bovenwereld om een vuist kunnen maken als vitale tegenmacht. Al zullen cynici met reden de vrees uitspreken dat De Correspondent nu al, of anders binnenkort, deel uitmaakt van diezelfde Bovenwereld.
Ondanks al deze soms verstandige, soms door jaloezie ingegeven tegengeluiden word ik bij deze, van harte lid van De Correspondent. Zet ‘m op! En toon, inderdaad, maar aan dat Nederland slimmer is dan we zelf denken. En dat de NRC een strategische fout beging door Rob Wijnberg buiten de deur te zetten. Al lijkt hij me véél te goed opgevoed om het zelf ooit toe te durven geven: dat wraak jegens de luchtige bijlages uit zijn hoge hoed toverende Vlaming Peter Vandermeersch op zijn minst een wezenlijk submotief van De Correspondent is. Het geeft de boel, te midden van de overload aan academisme, tenslotte ook nog een geloofwaardige, ménselijke dimensie.
Hans van Willigenburg is schrijver, dichter, journalist, eindredacteur, spreker, writing coach en mede-oprichter van @stadslog010.