Het leven is hard. Zeker als je supporter bent van een worstelende club in de spelonken van het betaalde voetbal. Gisteren ging SC Veendam failliet. De Groningers zijn daarmee de tweede club uit de Jupiler League die dit jaar uit de competitie wordt genomen.
Ook voor mij was gisteren geen fijne dag. Door het faillissement van Veendam werd een kampioenschap van mijn club MVV vrijwel onmogelijk. Koploper Sparta liep drie punten uit. Eerder al won Sparta 2 punten op haar grootste tegenstander, door het faillissement van AGOVV. De Rotterdammers krijgen zo het kampioenschap in de schoot geworpen. MVV wordt verslagen buiten het veld.
Het is maar voetbal, hoor ik u denken. Bovendien; voetbal in de Jupiler League. Wie kan zich daar nou druk over maken? Die gedachte begrijp ik. Er zijn belangrijkere dingen in het leven. Voor u, en voor mij waarschijnlijk ook. Toch voelde ik een verstikkende machteloosheid. Een gevoel dat iedere supporter van een kleine voetbalclub kent. En dat velen in Maastricht en Veendam gisteren hebben gevoeld.
Mijn clubje heeft een prachtige historie. Ooit waren we belangrijk. Ooit kwamen topclubs met angst in de benen naar De Geusselt. De Maastrichtse ster straalde op het roodwitte shirt. Het was de tijd waarin mijn opa’s naar MVV gingen kijken, in de kou op oude houten tribunes. De tijd waarin mijn vader als kleine jongen op een klapstoeltje langs de zijlijn naar Johan Cruijff en Willy Brokamp keek, omdat de tribunes zo vol waren dat er vliegensvlug extra zitplaatsen gecreëerd moesten worden . De tijd waarin de Maastrichtse arrogantie op zijn best was. Hij was namelijk nog terecht.
Die tijd is helaas niet meer. Toen ik als jochie met mijn vader en opa samen naar De Geusselt ging, werd er gestreden tegen Ajax, Feyenoord en aartsrivaal Roda JC. Toen ik later alleen mocht gaan zette het verval in. Na de degradatie worstelden we ieder jaar tegen hoge schulden en verwachtingen. Vrijwel alle lelijke stadions in Nederland heb ik in mijn tienerjaren gezien. Duizenden kilometers heb ik gereisd om met gelijkgestemden onze club aan te moedigen. In de kou, achter prikkeldraad, levend op lauw bier en smerige kroketten. De ene onlogische lijdensweg na de andere om je club te zien verliezen. Een drietal bijna-faillisementen heb ik meegemaakt. Iedere keer op het nippertje voorkomen. Alsof ze je aan een touw laten bungelen onder een brug, dreigen je te laten vallen en dan toch weer omhoog hijsen. Steeds opnieuw. Altijd weer die machteloosheid.
Waarom dan toch, in godsnaam? Waarom doe je jezelf zoiets aan? Niet om het voetbal, dat was niet om aan te zien. Niet om het succes, dat was er niet. Wij zijn geen Ajax of PSV, waarvan de supporters janken als ze een jaartje geen Champions League spelen. Mijn club is voor mij belangrijk, omdat ze ergens in de loop der jaren bij mij is gaan horen. Als kleine jongen ga je erheen met je vader. Nog steeds beginnen wij ieder telefoongesprek over MVV. Later ga je met vrienden. Het stadion gaat voelen als een huiskamer. Je voelt je aangetrokken tot de prachtige verhalen die een volksclub omgeven. Over mensen met bijnamen als sherriff, heldere en zwijn. Je ontmoet iemand als Anita, voor wie het stadion een altaar is ter herinnering aan degenen met wie ze vroeger altijd ging en die er nu helaas niet meer zijn. Of zoals de broers Ben en Frank, die zoveel van hun club houden dat ze in tijden van nood al hun vrije tijd en nog wat extra besteden om de ondergang te voorkomen.
Aan die mensen moest ik denken toen ik las over onze tegenspoed. We maakten na jaren gedoe en verlies eindelijk kans om de ster op het roodwitte shirt weer op het hoogste niveau te zien stralen. Die kans is nu vrijwel verkeken. Niet door eigen schuld, maar door een samenloop van omstandigheden. We konden er niets aan veranderen. Machteloos keken we toe. En toen voelde ik mij schuldig dat het mij niet meer lukt op vrijdag op tijd voor de wedstrijd in Maastricht te zijn. Ik voelde mij schuldig, alsof ik de vrouw die ik liefheb niet heb kunnen geven wat zij verdient. Dus heb ik een seizoenskaart gekocht. Om het leed van MVV-supporter zijn komende vrijdag met mijn lotgenoten te delen. In de kou, achter prikkeldraad. Gelukkig hebben we volgend jaar weer een kans. In tegenstelling tot Veendam.
Mark Thiessen is MVV-supporter. En is daar ondanks het afzien trots op.