Humor

Gastcolumn: Gob Reus, keurmeester, vrouwenverslinder

27-03-2013 15:40

Omdat ik al jaren werk als ziekenhuis- en bejaardentehuiskok, weet ik wel raad met de vrouwtjes hè. Want je weet wat ze zeggen: de liefde van het vrouwtje gaat door de maag. Dus een stukje haute cuisine, waar ik mijn hand dus niet voor omdraai, daar wordt het vrouwtje dus vrolijk van hè. En je weet: als het vrouwtje vrolijk wordt dan denken we al snel aan de rubbertjes!

Over die rubbertjes gesproken: goed schoonhouden hè, die rubbertjes! En coderen. Heel belangrijk, coderen en rubbertjes. Voor je het weet is het over de datum en moet je bezig met vieze rubbertjes, nou, daar wordt deze jongen dus niet vrolijk van hè, bezig gaan met vieze rubbertjes. En het vrouwtje wordt zeker niet vrolijk van vieze rubbertjes. Dan kun je net zo goed je messen ophangen zonder ze eerst goed te hebben afgedroogd of de randjes van de automatische blikopener niet bijhouden.

Schone rubbertjes

Ja, ik hoor vaak: “Gob, waarom heb jij altijd die mooie vrouwen achter je aan lopen?”. Dan zeg ik: kijk naar deze jongen. Wat zie je? Netjes, schoon, hygienisch, witte jas, en altijd de handjes ontsmet (met een zeeppompje, heel belangrijk hè, zeeppompje, dus niet met afwasmiddel, want dat ontvet alleen!) en daarna de handjes gedroogd met een papieren handdoek. Ja, daar worden vrouwetjes dus wild van hè? Eén brok hygiene, dat is Rob “schone rubbertjes” Geus. En dat is dus het geheim, hè. Hygiene. Daar gaan de vrouwtjes voor, hygiene.

Nou, als ik dan zo’n vrouwtje eens even lekker wil keurmerken dan ga ik er dus naar toe en vraag ik of ik even in de keuken mag kijken. Natuurlijk ontsmet ik dan wel eerst mijn handen hè. En meestal zie ik dan al in de koelkast waar het misgaat bij zo’n vrouwtje: salades niet afgedekt, pakken melk niet gecodeerd, ranzige mayonaise, en alles gewoon op de grond gezet hè, waar bacteriën er dus lekker makkelijk bij kunnen. En natuurlijk vieze rubbertjes. Altijd vieze rubbertjes.

Frituurvet vervangen

Dan zeg ik ferm tegen zo’n vrouwtje: “Hier word ik niet vrolijk van hè!”.
Dan pak ik haar vast en fluister ik in haar oor: “Hoe kun je in zulke puinhopen leven man?” en eventueel er nog achteraan: “Hoe lang geleden heb je die roosters schoongemaakt?”.
Nou, dan zijn ze om hè. Dan is het van keurmerk er op, rubbertjes eruit en frituurvet vervangen. Ja, daar worden wij dan samen vrolijk van hè.

Maar nu moet ik even een brandblusser op z’n plek hangen. Want die moet hangen hè, niet op de grond staan. Heel belangrijk. Als er brand uitbreekt moet je hem weten te vinden, en niet er over struikelen hè. Net zo belangrijk als coderen en schone rubbertjes. En afdekken hè, afdekken.