Het is nog maar twee maanden geleden dat Hillary Clinton het openbaren van 250.000 geheime diplomatieke documenten door Wikileaks scherp veroordeelde: “It puts people’s lives in danger, threatens our national security and undermines our efforts to work with other countries to solve shared problems.” Toen al was er natuurlijk de vraag hoe journalisten, burgers, staten en – godbetert – terroristen de komende tijd om zullen gaan met die enorme berg geheime informatie. Inmiddels kunnen we enkele conclusies trekken. Het meest krachtige argument dat tegenstanders van Wikileaks hanteren is niet dat het lekken van diplomatieke stukken mensenlevens in gevaar brengt, maar dat de informatie die Wikileaks openbaart zo ontzettend veel en saai is.
nrc.next-columniste Rosanne Hertzberger maakte deze week de balans op. In een column met de veelzeggende titel Is dit het nou? concludeert ze dat Wikileaks ons vooral heeft geleerd dat het Nederlandse politieke apparaat wordt bemand door ‘brave burgers’. Meer dan een beetje ‘onethisch gekonkelfoes’ valt er volgens Hertzberger niet te ontdekken. Hertzbergen, zo schrijft ze, is vooral teleurgesteld dat Wouter Bos geen paardenhoofd in zijn bed heeft aangetroffen als drukmiddel om het PvdA-standpunt over Afghanistan te veranderen.
Een beetje wheeling and dealing
Hertzberger had dus op meer spanning en sensatie gehoopt, op echt spannende scoops die de heilige oorlog van Assange zou rechtvaardigen. Onthullingen over een beetje ‘wheeling and dealing’ in de politiek; voor Hertzberger is het allemaal niet genoeg om het bestaansrecht van Wikileaks te rechtvaardigen.
Het fascinerende aan de positie van Hertzberger e.a. is dat hun ‘saaiheidsargument’ twee zaken lijken te impliceren, namelijk dat overheden best te vertrouwen zijn; en dat veel geclassificeerde informatie helemaal niet met dwingende reden geheim gehouden werd. Nu via Wikileaks kleine scoops de media bereiken, lijken veel van die scoops bij lange na niet genoeg te zijn om betrokken ambtenaren, diplomaten en politici echt te laten vrezen voor hun leven, of zelfs maar voor hun baan. Dat creëert een spanning tussen twee argumenten die tegenstanders van Wikileaks graag hanteren. Want als veel van de uitgelekte informatie vooral niet spannend is, hoe kan ze dan veel schade aanrichten? De heilige oorlog van Assange is dan wellicht niet gerechtvaardigd; ze is ook vooral veel minder effectief dan gehoopt.
De privacy van instituties
Veel tegenstanders van Wikileaks hebben het recht op privacy toegepast op instituties. Een mateloos irritante denkfout die gelukkig al goed weerlegd is. Instituties hebben geen recht op privacy. Om informatie als geheim te classificeren is een andere rechtvaardiging nodig; veiligheid van personen en/of staten bijvoorbeeld. Volgens velen dient geheimhouding in diplomatieke kringen een belangrijk doel, maar desgevraagd lijkt die geheimhouding vooral goed te zijn om de – voor een soepel verlopend politiek proces noodzakelijke – ruimte voor het kleinere ‘onethische gekonkelfoes’ in stand te houden.
Daarmee zijn toch ook die kleinere ‘scoops’ van Wikileaks de moeite waard. Welke mate van ‘wheeling and dealing’ moeten we eigenlijk accepteren van onze overheden? Wanneer wordt iets ‘spannend’ en wanneer is iets ‘saai’? Desgevraagd liet Hertzberger weten het openbaren van meer schokkende scoops zoals de ‘Collateral Murder Video’ wel relevant te vinden, ‘voor al die mensen die nog steeds in de naïeve overtuiging verkeerden dat oorlog rechtvaardig of eerlijk verloopt.’
‘Grote mensen politiek’
Ah. Kijken mag dus, maar alleen om de naïeve onschuld af te wassen. Het is bepaald geen open uitnodiging aan domme en naïeve mensen, de idealisten en de wereldverbeteraars, om mee te praten over ‘grote mensen politiek’. Als de ondraaglijke saaiheid van Wikileaks iets illustreert, dan is dat het wel.