De Tweede Kamer debatteert donderdagavond vanaf 21.00 uur over het ‘Marokkanenprobleem’. Dat zou tijd worden. De PVV vroeg het debat aan kort na de dood van een grensrechter in Almere. De man was de dag daar voor mishandeld terwijl hij iets met een vlag deed tijdens een potje voetbal. Dat is komende donderdag vier volle maanden geleden. Een groep Marokkaans-Nederlandse tieners (en een dito vader) worden sindsdien verdacht en het merendeel zit nog vast.
PVV-Kamerlid Joram van Klaveren kreeg begin december vorig jaar geen enkele steun voor zijn dertig leden-debat. “Een stel lafaards” concludeerde de PVV’er over de andere fracties. Hij liet het er niet bij zitten. Begin dit jaar riep hij samen met Geert Wilders in een artikel op ThePostOnline zijn collega’s op tot ‘politieke moed‘. Dat had effect, kort daarna steunden VVD, SGP en 50Plus het voorstel.
In Opinieland waren de sluizen sowieso al enige tijd opengezet. In elk denkbaar medium verschenen artikelen over het nut van het debat, over het onderwerp van het debat en natuurlijk ook over de toon van het debat. Het kon niet op. De PvdA-jongeren ontploften zelfs omdat de moederpartij volgens hen impliciete steun aan het debat heeft gegeven. In het gekkenhuis zonder deur, hek of dwangbuis genaamd Twitter was het natuurlijk helemaal een feestje. En Mohamed Rabbae pende zijn eerste open brief aan Den Haag (hij doet dat inmiddels bijkans wekelijks) neer.
De eerste keer dat de term ‘Marokkanenprobleem’ viel in de Nationale Vergaderzaal was overigens op woensdag 15 februari 2006. Tijdens een avondlijk spoeddebat door de toen nog Groep Wilders aangevraagd. Het lid Wilders: “Wij moeten de problemen eerlijk durven benoemen. Het is een feit dat wij behalve met een algemeen criminaliteitsprobleem vooral met een specifiek Marokkanenprobleem te maken hebben. Wie dat ontkent, is horende doof en ziende blind.” Dus zo nieuw is die term niet. Het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) had het in een aan de Tweede Kamer toegezonden rapport uit 2009 ook al over een Marokkanenprobleem (PDF).
Maar donderdag is het dan zover: een heus debat over het Marokkanenprobleem. En het racistisch geweld van deze groep, zoals Van Klaveren het stelt. Vier maanden na dato. De kranten stonden al die tijd vol, het was het gesprek van de dag maar de Tweede Kamer debatteert er pas komende donderdag over. Waarom is dat? De overvolle planning zal ongetwijfeld meespelen. Dat geldt ook voor de gevoeligheid van het onderwerp, dat vereist ongetwijfeld afstemming. Maar toch, waarom zolang zwijgen?
Het is te hopen dat elke partij die het parlement rijk is donderdagavond aanschuift in de Kamerbankjes. En dat dan bij voorkeur niemand minder dan de fractievoorzitters luid en duidelijk én goed onderbouwd zullen laten weten of er wat hun betreft sprake is van een Marokkanenprobleem in Nederland. Want al die opiniestukken, beschouwingen en discussies de afgelopen maanden zijn natuurlijk bere-interessant geweest, de vaderlandse politiek moet nu met de billen bloot.
Het is niet toch niet teveel gevraagd dat er een duidelijk verhaal komt: is er een probleem en zo ja wat gaan de heren en dames volksvertegenwoordigers daar aan doen?
Met de billen bloot benoemen en dan bouwen.