Deze week maakte Wilders bekend dat de PVV bij de komende gemeenteraadsverkiezingen alleen meedoet in de twee gemeenten waar de partij al vertegenwoordigd is: Den Haag en Almere. Waarom eigenlijk? Heeft de PVV niet voldoende kandidaten? Of is het organisatorisch te ingewikkeld voor de PVV? Het antwoord is: Wilders vertrouwt zijn eigen aanhang niet. We kunnen dat zien aan de hand van gemeenten waar PVV-sympathisanten graag een lokale PVV zouden oprichten.
De gemeente Bunschoten is een mooi voorbeeld van hoe de lokale PVV eruit had kunnen zien. In de jaren negentig bestond daar de partij Betaalbaar Bunschoten, maar deze ging aan interne ruzies ten onder. Een van deze politici, Peter Frans Koops, richtte een nieuwe partij op: de Spakenburgse Vrijheidspartij (SVP). De partij kreeg de laatste verkiezingen een zetel in de Bunschotense gemeenteraad.
Koops schrijft in zijn boek Van Slippendrager tot Lokale Wilders uitgebreid over zijn standpunten, die voor een aanzienlijk deel bij de PVV aansluiten. Graag had hij in plaats van de SVP de Bunschotense PVV opgericht. Hij had contact met de PVV in Den Haag, maar er kwam nooit een gesprek. De PVV bleek in 2010 niet van plan in Bunschoten mee te doen aan de verkiezingen. En dus kon er ook geen Bunschotense afdeling ontstaan. Koops was teleurgesteld en begon een eigen partij. In 2014 komt er zeker weer geen PVV in Bunschoten.
Het voorbeeld van de SVP laat niet alleen zien dat burgers zich niet zomaar laten ontmoedigen, maar vooral ook hoe weinig gevoel de PVV heeft voor haar sympathisanten. Iedere partij zou blij zijn met actieve burgers als Koops en zou ze meteen omarmen. Maar bij de PVV gebeurt het omgekeerde: de PVV kwam haar toezegging voor een gesprek niet eens na, en laat lokale klonen van de PVV ontstaan, omdat ze zich er niet aan durft te verbinden. Opvallend is dat Wilders vervolgens in de media kritisch is over partijen ‘die willen meeliften op het succes van de PVV’.
Het verhaal van Koops laat zien dat de PVV door haar desinteresse in de mensen in het land haar eigen klonen creëert. Hoe is dit mogelijk? De verklaring ligt bij de mensen die lokale afdelingen zouden moeten opzetten zoals Koops. Afgelopen jaar was Koops bij een debat met arabist Jan Jaap de Ruiter en deed daar allerlei uitspraken over de islam die weliswaar aansluiten bij de PVV, maar er geen doublure van zijn. Zo wil Koops de Koran niet verbieden, maar wil hij juist dat mensen de Koran lezen om het gevaar ervan beter te begrijpen.
En dat is meteen de reden waarom Koops nooit fractievoorzitter van de PVV in Bunschoten zal worden. Als Koops in die functie zou belanden, kan Wilders er nooit zeker van zijn dat Koops de ideeën van Wilders 100% uitvoert. Koops zal andere nuances maken, andere argumenten gebruiken en soms zelfs afwijken van de landelijke lijn. Dat is voor de PVV een onbegaanbare weg. Kamerleden van de PVV krijgen al weinig ruimte om een eigen profiel op te bouwen, maar de kans dat lokale afdelingen een eigen profiel ontwikkelen is nog veel groter. Voor Wilders is daar echter nog minder tegen te doen.
De PVV wil alleen dat mensen op Wilders stemmen, niet dat er een echte beweging ontstaat. Tegenstanders zullen daar blij mee zijn, maar PVV-sympathisanten in veel gemeenten hebben bij de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar simpelweg niets te kiezen. Niet iedere gemeente heeft immers al een PVV-kloon.
Chris Aalberts is auteur van: ‘Achter de PVV: waarom burgers op Geert Wilders stemmen’.