The Clash zong er al over in Should I Stay or Should I Go en de Nederlandse regering zit er nu mee: de vraag of Nederlandse troepen in Afghanistan blijven of niet. Het mandaat van de Nederlandse missie loopt tot eind 2010, dan moeten de troepen officieel weg zijn. Maar in het kabinet gaan nu stemmen op om op een andere militaire manier te blijven bijdragen in Afghanistan. Wellicht met een kleinere troepenmacht, zo’n 500 man, en onder leiderschap van een andere lead nation. Het doel: bruggen bouwen, wegen verstevigen, scholen neerzetten. Geen militaire vechtmissies meer.
Ja, Nederland moet blijven. Je kan het niet maken om met groot machtsvertoon een land binnen te vallen omwille van de strijd voor democratie en mensenrechten en tegen terrorisme, en dan de zaak niet af te maken en voortijdig te vertrekken. Afghanistan ligt grotendeels in puin, de infrastructuur is slecht – voor zover die al aanwezig was – en op het gebied van educatie en mensenrechten, zoals voor vrouwen, valt veel te verbeteren. Het is waar dat de Afghanen ook zonder de Taliban bijzonder vrouwonvriendelijk zijn, maar meisjes mogen nu tenminste naar school en vrouwen mogen werken. En als je weggaat, weet je zeker dat de situatie voor vrouwen niet beter zal worden. Blijf je, dan vergroot je de kans dat de sociale positie van vrouwen verbetert doordat je Afghanen infecteert met jouw visie op zaken. Maar dan moet je wel langdurig willen blijven.
En dan is er natuurlijk de papaverproductie. Volgens organisaties als de VN komt inmiddels 90 procent van de heroïne op de wereld van papaverplanten die in Afghanistan gekweekt worden. De Taliban hebben hun mening over drugs radicaal aangepast. Waren ze eerst mordicus tegen de productie van papaver door arme boeren – wie toch papaver plantte riskeerde de doodstraf onder het Taliban-regime –, nu is de verkoop van heroïne de financiele kurk waar de Taliban op drijft. De arme boertjes hebben weinig keuze. Papaver levert relatief goed geld op en de Taliban hebben een overtuigend argument met hun Kalashnikov machinegeweren.
Stuur Jan Marijnissen
Een goede manier om een markt kapot te krijgen is door er socialisme op los te laten. De VN probeert saffraan te introduceren als vervanger van papaver. De hoop is dat boeren overstappen op de specerij vanwege de hoge prijs van saffraan op de wereldmarkt. Dat lukt gedeeltelijk maar de productie blijft ver achter op die van papaver. Wil je serieus werk maken van de strijd tegen drugs, dan moet je in Afghanistan blijven en durven onorthodoxe maatregelen te nemen. Waarom moet het saffraan zijn dat papaver moet vervangen? Er zijn makkelijker gewassen te bedenken, zoals olijfbomen. Dan moet je wel durven veel te veel te betalen voor die olijven of sinaasappels. Dat gaat dus veel geld kosten en er zal verlies op gedraaid worden, maar het is de keuze tussen dat, of een zinloze strijd voeren. De veel te duur ingekochte producten zijn vast ergens weg te zetten als noodhulp. Tegelijkertijd moeten de boeren wel bewaakt worden. Er zijn al boeren beschoten die overstapten op saffraan. Stuur dus het duo Jan Marijnissen en Jan Pronk – Task Force Jan – naar Afghanistan. Marijnissen om de papavermarkt kapot te maken, en Pronk vanwege zijn ervaring in ontwikkelingssamenwerking.
Stop de Vietnamisering van Afghanistan
De strijd tegen de Taliban begint in bepaalde opzichten te lijken op de strijd van de Amerikanen tegen de Vietcong in Vietnam. Net als toen kunnen groepen strijders zich na een aanval snel terugtrekken achter de grenzen van een ander land. Trok de Vietcong zich terug op Cambodjaans en Laotiaans grondgebied, Taliban-strijders weten zich relatief veilig in Pakistan. Net als in Vietnam proberen de Amerikanen de Taliban ook in Pakistan aan te vallen, door commandotroepen stiekem het grensgebied in te sturen of aanvallen uit te voeren met onbemande vliegtuigjes. De Pakistaanse regering staat dit oogluikend toe onder het mom van ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’. Pakistan moet meer en beter gesteund worden in de strijd tegen de krijgsheren, die doorgaans van dezelfde stam zijn als vele Taliban. Pakistan zelf moet tegelijkertijd veel harder optreden tegen de Taliban en ze het land uit jagen. Op die manier komen de Taliban klem te zitten.
Ook op een ander vlak begint Afghanistan te lijken op zuidelijk Vietnam ten tijde van de burgeroorlog aldaar: de leiding is corrupt en vooral gericht op verbetering van het eigen lot, in plaats van de bevolking. De oplossing is onderwijs en dan vooral op het gebied van democratisering. Maak de Afghanen duidelijk dat ze hun corrupte leiders naar huis kunnen sturen. Ook moet de macht van de krijgsheren, de stamhoofden ondergraven worden. Hier kunnen CDA’ers goed werk doen. Ruud Lubbers heeft de ervaring.
Alternatief bieden
Maar bovenal moet de Afghaanse bevolking een alternatief Aghanistan geboden worden. Een land dat werkt, waar mensen dagelijks zien hoe veel beter men af is zonder Taliban. Waar nieuwe scholen staan, waar kinderen kunnen spelen, waar kranten gelezen worden omdat de bevolking geleerd is hoe te lezen en schrijven. Waar auto’s en pakezels over nieuwe, stevige bruggen kunnen bewegen, waar wegen zonder gaten zijn en overheidshulp waar en wanneer nodig. In Afghanistan heeft de klok jarenlang stil gestaan. Nederlanders helpen nu al mee om de klok in beweging te houden en als het even kan te versnellen. Dat mag niet opgegeven worden, al was het maar vanwege de Nederlandse soldaten die er gestorven zijn of de rest van hun leven gehandicapt zullen zijn.
CC-foto: soldiersmediacenter Washington