Heel veel mensen hebben een hobby. Een stelling die waarschijnlijk weinig verwondering zal wekken. De aanname dat iemand een hobby heeft is zelfs zo natuurlijk dat een zeer veel voorkomende vraag bij een eerste kennismaking de vraag naar de hobby van de ander is. Toch is de hobby iets raars, er wordt vaak veel tijd in gestoken, maar het is lang niet altijd zo dat zo iemand hier dan ook erg goed in is. De hobby heeft eigenlijk een soort treurigheid, juist omdat mensen niet professioneel met zo’n activiteit bezig zijn. Puur hobbyisme dus. Dat is dan misschien niet erg, maar vervelend wordt het wel wanneer mensen met zo’n hobby het publieke domein betreden.Geven we de hobbyist nog enig krediet dan kunnen we voor het gemak aannemen dat zo iemand bovengemiddeld goed is in hetgeen hij of zijn doet. Maar niet heel goed, dus. Dit doet uiteraard überhaupt niets af aan de treurigheid van de hobby. Loop een gemiddelde fancy fair met oude ambachten op en men kan zich wentelen in de wanproducten die een hobby doorgaans voortbrengt. Het probleem ligt natuurlijk in het feit dat een hobby een sociale bezigheid is, men zoekt gelijkgestemden met dezelfde hobby en men zoekt een publiek voor de hobby. Gelukkig kunnen mandvlechters, kantklossers en de ergste van alle; de hobbyschilder eenvoudig ontlopen worden.
Lastiger wordt het met een nieuw fenomeen; de digitale hobby. Welbekend zijn de webdesigners die middels Microsoft Frontpage de meest wanstaltige kleurencombinaties weten te maken en een nieuwe inhoud geven aan het begrip “hobbyisme”. Is dit nu allemaal nodig, deze schaamteloze tentoonspreiding van wat de geest van de gemiddelde Nederlander best een mooi hobbyproduct vindt? Beter is het misschien te vragen; kunnen we zonder? Kunnen we de digitale kantklosser ontlopen? Helaas is het antwoord nee. Dit ligt niet aan de webdesigners in kwestie maar aan een geheel nieuwe hobby die aan populariteit wint. Deze hobby zoekt nadrukkelijk het publieke domein op en begeeft zich in het offline domein om de hobby te kunnen uitvoeren.
Steeds vaker staan op een “creatief punt” op de hoek van een straathoek; de mensen met een digitale spiegelreflex en een flickr account. Flickr is een website waar men in goede kwaliteit foto’s kan uploaden en delen. Of het een goed idee is dat deze foto’s in hoge resolutie beschikbaar zijn moet ieder voor zich beslissen, maar feit blijft dat de foto’s ergens gemaakt moeten worden. En daar botst de wereld van de digitale hobby met de echte wereld.
De expositie blijft als vanouds in kleine kring, soms expliciet in heel enge kring, en is in ieder geval te ontlopen. Het uitvoeren van een deel van deze hobby legt echter een claim op het publieke domein, en soms meer dan goed voor de hobby kan zijn. Kan een mens de fotograaf in kwestie op straat nog wijzen op het feit dat reeds 100 creatieven hem voorgingen in het vastleggen van dit gebouw onder deze hoek, pas dramatisch wordt het bij concerten. Want iedereen die wel eens bij een poppodium komt ziet ze staan; de flickrs.
Bij grote concerten effectief geweerd, bij kleinere slaan ze hun slag en stelt men zich met te dure apparatuur te vrijpostig voor het podium op. Ideaal voor iedere artiest op zoek naar een gratis fotoshoot van hobby niveau, vrij oninteressant voor de onschuldige toeschouwer die zijn hobby, het bezoeken van een concert, geclaimd ziet worden door die flickraccounthouders. Het enthousiast delen van een hobby in kleine groep heeft iets fijn kneuterigs, maar de hobbyfotograaf treedt de ongeschreven regels met voeten en dringt zich binnen in andere werelden omdat dat zo fijn bij zijn of haar hobby past. Uiteindelijk is niet het op internet gooien van je eigen privé belevenissen een probleem geworden; het is veel erger. Het op internet gooien van loze momenten, uit jouw privéleven of alleen dat van dat voorbijwaaiend blaadje langs die stoeprand is verworden tot iets veel ergers; een hobby van iemand.
CC Foto: Paul Hermans