Donderdagochtend, Watergraafsmeer. Ik tref Hadewych in een minimalistisch ingerichte sportschool. Omdat haar zoontje ziek is kon het interview niet bij haar thuis plaatsvinden. Ik noem de sportschool ‘interessant’, waarna ze me enigszins vertwijfeld aankijkt. 15 april verschijnt Hadewychs debuutalbum, getiteld Hadewych Minis.
Een droom die is uitgekomen?
“Laatst had ik het album een tijdje niet geluisterd, en toen luisterde ik het weer en moest ik huilen van ontroering. Ik besefte me toen even dat het bijna onwerkelijk is dat het gewoon gelukt is. En ook niet onbelangrijk: ik vond de plaat toen ook echt mooi.”
Wat deed je besluiten muziek te gaan maken?
“In eerste instantie puur uit egoïstisch oogpunt, ik wilde iets maken wat helemaal van mezelf was. Omdat ik dacht, als het leven nu afloopt, heb ik dan alles gedaan wat ik leuk vind? En eigenlijk was dat niet het geval. Ik werd net na die beslissing ook zwanger. Ik kreeg toen dus eigenlijk een baby en een albumbaby.”
Ben je dan klaar nu?
Lacht: “Ik zou nu graag een lange vakantie willen met mijn gezin. Ik heb zoveel gewerkt, zó hard, dat ik ook even een betere balans wil vinden tussen werken en bij mijn gezin zijn. Er zijn zoveel leuke dingen gebeurd, dat ik nu ook even stil wil staan.”
Hadewych in “Zij gelooft in mij”
Je hebt het nu aardig voor elkaar. Hoe zag jouw leven er hiervoor uit?
“Hectischer. Wat wilder. Ik heb meer regelmaat, meer rust. Ik vind de combinatie van werk en gezin fantastisch. Ik vaar daar heel goed bij, merk ik. Mijn samenzijn met Tibor (haar man, red) maakt dat we allebei durven te gaan voor onze dromen. We gunnen elkaar die vrijheid. Dat had ik vroeger denk ik niet gedurfd.”
Waarom niet?
“Nou, als je een fijne relatie hebt, dan heb je toch altijd een soort rugzakje mee, hij heeft zoveel vertrouwen in mijn muziek en mijn kunnen. Dat maakt dat ik veel sterker ben dan wanneer ik dat vertrouwen niet had gehad.”
Was je album er niet geweest zonder Tibor?
“Misschien niet eigenlijk, nee. Ik ben nu helemaal mezelf. Vroeger ‘gedroeg’ ik me nog weleens. Door de beslissingen die ik heb genomen (Hadewych besloot twee jaar geleden zich te gaan richten op haar muziek) ben ik helemaal mezelf, doe ik waar ik het beste in ben. Ik merk dat het leven ook heel leuk is als je gewoon jezelf bent.” Lacht even: “E uniek durft te zijn.”
Ben je een streber?
“Ik ben een hele harde werker. Daar kan ik echt heel erg van genieten. Ik streef wel naar perfectie, denk ik. Maar aan de andere kant vind ik het ook heel fijn om te zien dat mensen als Ivo van Hove en Johan Simons, geweldige regisseurs, ook wel eens mindere voorstellingen maken. Of dat Pierre Bokma ook wel eens een iets mindere rol speelt. Ik denk dat je als mens ook leert van de mindere tijden. Als het alleen maar goed gaat, dan heb je eigenlijk helemaal geen leermomenten. Daarom maak ik misschien ook dit soort rare keuzes: ik durf wel op mijn bek te gaan.”
Wanneer ben je op je bek gegaan?
“Tja.. Ik ben eigenlijk blij met alles wat er in mijn leven is gebeurd. Ik weet dat het leven op en neer gaat. Ik zit nu in een van de fijnste flows van mijn leven, maar ik weet ook dat dat niet altijd zo door kan gaan. Er zal wel weer een periode komen dat het minder gaat. Dat moet wel. Maar dat is ook niet erg, want ik denk dat ik van de mindere periodes in mijn leven een leuker mens ben geworden. Ik ben erdoor wel met mijn neus op de feiten gedrukt.”
Ben je dan juist nuchter, of heel spiritueel?
“Meer spiritueel, denk ik. Ik ben gelovig in mijn eigen, samengeraapte geloof. De keuze om weg te gaan bij Toneelgroep Amsterdam, om iets te gaan doen waarvan helemaal niet duidelijk was of ik daar werk in zou vinden en of ik uberhaupt nog zou gaan werken is daar wel een voorbeeld van. Na die beslissing stond er helemaal niets op mijn agenda, mijn planning was helemaal blanco. En toen zijn er zoveel dromen uitgekomen. Dat was bijna een Goddelijke ervaring in die zin: het voelde voor mij alsof het leven mij beloonde voor het nemen van die beslissing. Door alle veiligheid los te laten is er zoveel moois op mijn pad gekomen, dus dat heeft mij wel doen beseffen dat je het leven in eigen hand hebt. En dat je dingen kunt afwinnen van de kosmos, bijna.”
Wel een spannende beslissing, kan ik me zo voorstellen.
“Ja het was zo eng. Ik speelde, nadat ik de beslissing had genomen, twee dagen in Parijs met een voorstelling. En ik weet nog dat alles wat ik zag, of het nu de kleur was van een boom of het lettertype van een poster, alles was een inspiratie voor me. Alsof ik één open hart was dat rondliep, alsof ik in het luchtledige aan het zweven was. Een beetje alsof ik mijn eigen web heb aan het spinnen was. Ik verlang daar nu ook nog weleens naar terug. Ik kon toen alleen maar zijn, terwijl ik nu weer in een flow zit van werken en regelen. Ik kan dat iedereen aanraden, om dingen door te snijden, en gewoon te leven, te kijken. Voor mij was dat een geweldige ervaring.”
Ben je toen meteen gaan schrijven?
“Ik had toen al nummers geschreven, maar ben toen wel meer gaan schrijven, en vooral veel gaan nadenken over de formatie waarin ik muziek wilde maken. Ik vond het hele “actrice met band” idee heel afgezaagd, eigenlijk. Ik wilde meer iets als the Thing Things of the White Stripes, gewoon met zijn tweeën op het podium. Nu zijn we dan met zijn drieeën. Ik wilde niet geijkt beginnen, in ieder geval.”
Je speelt bas.
“Ja, wat ook een beetje uit nood is geboren omdat ik geen gitaar of piano speel. Maar, als ik zelf naar muziek luister, dan luister ik eigenlijk altijd naar de baspartij. De bas is de sex en de hartslag van muziek. De bas maakt een nummer sexy, geeft het swing. Het is jammer dat je niet heel funky kunt spelen en zingen tegelijkertijd, wat je bijvoorbeeld ook aan de muziek van Sting hoort: het moet dan iets rechtlijniger zijn.”
De clip van je eerste single, Chuck, is fantastisch.
“Ja leuk hè! Ik zocht naar een mix tussen cool, grappig en catchy. Ik wilde eigenlijk gewoon drie goeie koppen, waarna we Hans Dagelet, Eric Corton en Wilfried de Jong vroegen. Die wilde ook alledrie, wat ik gaaf vond omdat het karakters zijn, die je oprecht ziet swingen. En ze hebben allemaal een soort leuke gekte.”
Veel van mijn mannelijke vrienden zeiden, toen ik vertelde dat ik jou ging interviewen, dat ze jou zo’n gaaf wijf vonden. Ze waren heel enthousiast over je. Hoe komt dat?
“Wat leuk! Maar ik weet niet hoe dat komt, eigenlijk. Ik heb heel veel mannelijke vrienden, misschien omdat ik mezelf ook niet echt als een meisje zie.”
Waarom niet?
“Ik ging vroeger altijd veel met jongetjes om, hield veel van jongens dingen. Nu heb ik natuurlijk wel heupen, borsten en billen, dus ik zie er wel vrouwelijk uit. Maar ik voel me meer een tomboy… Maar, wat vinden ze dan precies gaaf?”
Ze vinden je uitstraling stoer, denk ik. Misschien omdat je heel sterk overkomt?
“Misschien komt dat door mijn stem. Ik heb natuurlijk een heel hees, laag geluid. Ik kom heel zeker over, omdat ik heel hoekig spreek en veel gebaren maak. Eigenlijk kom ik veel sterker over dan ik ben. Wat ook leuk is, maar soms denk ik weleens: jezus man, ik ben ook maar een klein meisje. Vroeger had ik dat altijd, dat ik iets gedaan had en niemand me dan een compliment gaf. Dan dacht ik altijd dat iedereen me heel slecht en stom vond. Waarna mensen zeiden: ja maar jij hebt toch geen compliment nodig, je staat zo stevig in je schoenen. Dat was wel heel zwaar, omdat ik waarschijnlijk onzekerder was dan al die mensen bij elkaar. Mensen geven snel flink gas bij mij, terwijl ik ook maar gewoon een kuiken ben.”
Een kuiken?
“Ik heb wel lef natuurlijk, en ik kan harde beslissingen maken. Als ik bijvoorbeeld liefdesverdriet had vroeger, dan wiste ik een nummer uit mijn telefoon en zorgde ik dat iemand helemaal verdween uit mijn leven. Dus dan ben ik heel goed in staat om mezelf te beschermen. Maar aan de andere kant ben ik wel ook gewoon een meisje, dat zich soms onder een dekentje verstopt.”
Is dat krachtiger dan een masker?
“Ik heb juist het gevoel dat ik de laatste tijd heel open ben, en laat zien wie ik ben. Ik heb dat meisjesachtige juist veel meer gevonden dan vroeger, toen ik me soms een beetje als een kerel gedroeg. Mijn speelse, zachte kant staat veel meer op de voorgrond. Dat vind ik het leuke aan ouder worden, dat je steeds meer duidelijk krijgt wie je bent. Dat is ook het mooie aan mijn vak: je wordt vaak zó met jezelf geconfronteerd. Er wordt je in recensies en interviews de hele tijd een spiegel voorgehouden. Ik ben eigenlijk meer bezig om kwetsbaar te zijn, om mensen te bereiken en te inspireren. Dat is denk ik toch waar het leven uiteindelijk om gaat, dat je er voor anderen kunt zijn.”
We gaan er snel doorheen zeg.
“Ja, ik praat natuurlijk als een dolle haas hè. En ik ben natuurlijk ook wel redelijk getraind in interviews geven.”
Vind je het ook leuk om te doen?
“Ik heb wel het idee dat ik er intelligenter van word. Omdat ik mezelf de hele tijd moet verwoorden, en de hele tijd moet vertellen waarom ik iets vind enzo. Eigenlijk is woorden aan kunst geven natuurlijk heel kut, dus daar moet je heel creatief in kunnen zijn. Misschien leer ik mezelf er ook beter door kennen. Ik ben ook wel weer zo egoïstisch dat ik het leuk vind om over mezelf te praten: het is natuurlijk heel fijn om gepermitteerd over jezelf te kunnen lullen. Bijna een soort therapie.”
Je klinkt erg in balans.
“Ja, ik heb wel het idee dat ik met een mandje mijn oogst aan het oprapen ben. Ik dacht eigenlijk altijd dat ik een middelmatig meisje was, dat een middelmatig leven zou gaan leiden. Die niet uitermate getalenteerd was, een beetje de middenmoot.”
.. dat klinkt dan wel weer een beetje negatief.
“Ja.. zo voelde ik dat toen. Ik was natuurlijk ook maar een Limbo daar op de toneelschool, met al die Randstedelingen die heel erg assertief waren, en alles goed wisten te verwoorden. Ik durfde toen niet eens te verwoorden, amper te praten in gezelschap. Vriendinnen van mij schoten na de toneelschool meteen de lucht in, bij mij ging het meer steady. Gelukkig maar, denk ik ook. Dat had voor mij waarschijnlijk helemaal niet gewerkt.” Lachend: “Dan was ik misschien wel aan de drugs gegaan en al dat soort ellende. Ik kwam er steeds meer achter dat ik wel iets kon, en ook wel een geinig persoon was misschien. Dat is bij mij langzaam doorgesijpeld.”
Hadewych Minis (Maastricht, 5 januari 1977) is een Nederlandse actrice en zangeres. Ze was lange tijd vast verbonden aan Toneelgroep Amsterdam, maar richt zich de afgelopen tijd op haar muziek, dat 15 april verschijnt. Meer over Hadewych op www.hadewychminis.nl. De titelfoto werd gemaakt door John Spijkers.