‘Ik ben zesendertig. Dat is niet jong en ook niet oud. Ik kan heel goed autodansen en op hoge hakken lopen, risotto maken en lief zijn voor kleine dieren. Hoe dat precies moet, leven, daar ben ik nog niet helemaal achter, maar ik kan redelijk doen alsof. Dat is een begin, vind ik.’
Aan het woord is Eva. Ze heeft talent voor de liefde, vertelt ze. Ze vertelt ook over haar eerste tongzoen. Op vakantie werd ze gekust, door ‘waarschijnlijk de allerslechtste kusser van Nieuwpoort en omstreken’.
‘Met zijn enorme tong ging hij als een razende naar binnen en naar buiten, en weer terug.’
Het was een ontluisterende ervaring voor het vijftienjarige meisje. Maar als ze jaren later aan haar twaalfjarige nicht Lou uitlegt hoe haar eerste kus voelde, zegt ze: ‘Dat was fantastisch, vele hemels boven de zevende.’
De kus is in Eva’s hoofd verwerkt tot iets wat ze hoopte, wilde, wenste en voor zichzelf droomde. Of misschien wil ze haar nichtje de hoop niet afnemen.
Vele hemels boven de zevende is een meerstemmig familieverhaal. Het wordt verteld door vijf personages, die elk een poging doen om het leven zo goed mogelijk te leven. En hoe dat moet, daar zijn ze nog niet helemaal achter, maar de schoonheid van dit boek zit in de pogingen van de personages om ‘hard en goed en schoon en wild’ te leven.
Eva’s verleden speelt een grote rol, maar van wat er precies allemaal is voorgevallen in haar kindertijd krijgt de lezer slechts een glimp te zien. Eva zelf heeft weinig herinneringen aan hoe het vroeger thuis was. Haar therapeut denkt dat ze iets verschrikkelijks verdrongen heeft. Duidelijk is dat ze geen gelukkig kind was in het gezin met een zwaar alcoholistische vader en een emotioneel onevenwichtige moeder.
Ook Eva’s vader Jos, vertelt zijn verhaal. Hij heeft een grote escape-drift; hij kan het leven alleen aan na een aantal borrels. En zodra de emoties hoog oplopen, vertrekt hij steevast naar buiten om een peuk te roken. Hij loopt al jaren met een verschrikkelijke geheim rond, dat hem van binnen verteert.
Elsie, Eva’s getrouwde zus krijgt een affaire met de kunstenaar Casper. Hun liefdesverhaal lees je vanuit het perspectief van zowel Elsie als Casper. Het is een overrompelende hartstochtelijke liefde, maar Elsie durft er niet voor te kiezen, ze is bang om haar veilig opgebouwde leven met echtgenoot en twee kinderen ervoor af te breken.
Het laatste perspectief is van Lou, Elsie’s twaalfjarige dochter. Eva is haar lievelingstante, Eva en zij praten veel met elkaar. De affaire van haar moeder gaat een beetje aan haar voorbij, zij heeft haar eigen beslommeringen met vriendinnen op school, met haar eigen angsten en twijfels.
Vele hemels boven de zevende is een knap geschreven boek vol prachtige zinnen, mooie dialogen en geestige passages. Regelmatig voegt Griet op de Beeck hoofdstukken in die bijna volledig bestaan uit dialoog, bijna als een toneelstuk geschreven. Deze wisselt ze af met meer beschrijvende en reflectieve gedeelten.
De vijf perspectieven bieden de schrijver de ruimte om de karakters diepgang te geven. Hierdoor worden het mensen van vlees en bloed, wiens angsten, eenzaamheid, twijfels en herkenbaar geworstel gemakkelijk bij de lezer binnenkomen. Het is een geslaagde vorm, hoewel het perspectief van Lou hier en daar wel erg wijs en reflecterend is voor een twaalfjarige. Al met al een bijzonder goed debuut.
Wanneer de familie aan het einde van de roman bij elkaar is voor de verjaardag van Jeanne, de moeder van Elsie en Eva, roept dat associaties op met de dogmafilm Festen. Het feestelijke familiediner wordt verteld vanuit het perspectief van vader Jos. Elsie is aan het woord:
‘Het is wél erg Eva. Ge doet verdorie ’t meest van ons allemaal uw best voor hen, en wat krijgt ge? Een streepje vernedering. Dat kàn toch niet.’ ‘Niemand vernedert hier iemand,’ zeg ik, ‘of toch niet bewust.’ ‘En gij moet stoppen met eeuwig en altijd te doen alsof er niks aan de hand is. Er is hier van alles aan de hand. Al zolang wij ons kunnen herinneren. En iedereen aan deze tafel weet dat, maar iedereen zwijgt en sust en doet alsof.’
Dan valt Ben in: ‘Ach, mama bedoelt het allemaal goed, Elsie. En Eva weet dat ook, toch, zus?’ Ben kijkt naar Eva, wachtend op bijval die niet komt. ‘En gij gaat heel snel een lief hebben, ik twijfel daar niet aan. Gij zijt vlot en slim, het uiterlijk is ook niet alles, hè.’ Eva staart naar haar servet. ‘Jezus, Ben,’ zegt Elsie.
Titel: Vele hemels boven de zevende
Auteur: Griet op de Beeck
Uitgeverij: Prometheus
Omvang: 271 pagina’s
Prijs: € 17,95
ISBN: 9789044622805
website auteur: geen
recensent: Tanja de Jonge