In februari hield Máxima een speech tijdens Women Inc. met de boodschap dat “vrouwen moeten weten wat ze waard zijn.” Wat ben je eigenlijk waard als je daar zelf voortdurend aan twijfelt?
Het is een vrouweneigenschap: twijfel. Voor de spiegel. In het verkeer. In een eindeloze reeks gesprekken over liefde en relaties. Om maar niet over die nieuwe baan te beginnen. Dat een vrouw wordt gevraagd voor een functie en dat haar eerste gedachte is “Waarom vragen ze mij?” en “Kan ik dat wel?” Dat heeft niets met sekse ongelijkheid te maken, maar alles met (gebrek aan) lef. Een man noemt het wellicht ingebakken mutsengedrag, maar met alleen een stempel zijn we er nog niet.
Vrouwen onderhandelen slecht. Ze vragen zich af of ze het geld wel waar kunnen maken en zijn dus meer bezig zichzelf te overtuigen dan de nieuwe werkgever aan de overkant van de tafel. Mannen daarentegen vinden zichzelf het heus wel waard. Ook als het niet zo is. Dan doen ze gewoon keurig alsof. Die onderhandelen eerst een gouden salaris en gaan zich dan pas bewijzen. De brutalen hebben immers de halve wereld. Voor wie is de andere helft van de wereld dan?
Zonder mannelijk te moeten worden -die feministische gedachtengolf hebben we gelukkig achter de rug – kunnen vrouwen wel wat van dat mannelijke gevoel voor zelfoverschatting gebruiken om alle twijfel te compenseren. Mannen denken niet, die doen. Of in ieder geval roepen ze zo hard dat het lijkt alsof. Niet omdat ze zichzelf aan een emotioneel zelfonderzoek hebben onderworpen met bovenmatig veel aandacht voor de ‘slechte’ eigenschappen. Daar hebben ze helemaal geen behoefte aan. Het brengt hen ook nergens. Net zo goed als twijfel vrouwen nergens anders brengt dan tot stilstand.
Elk pluspunt heeft een keerzijde. Elke afslag een beer op de weg. Wat kan ik allemaal (nog) niet, terwijl ik dat wel zou moeten kunnen? Heb je jezelf wel eens in de spiegel bekeken zonder je eigen gedachten te horen? Als jij het nu over een ander had, was je dan net zo kritisch? Stel, je vriendin krijgt een nieuwe baan aangeboden met een hoog salaris. Zou je echt tegen haar zeggen: “ik weet niet waarom ze jou zo’n hoog bedrag bieden, wat heb je immers tot nu toe eigenlijk bewezen?” Of “Waarom vragen ze jou nou voor een televisie optreden, dat kun je toch helemaal niet?”
Of je een salaris wel of niet verdient, een interview wel of niet moet geven, een televisie-optreden wel of niet moet doen? Vervang de twijfel door een beetje lef. De standaard uitspraak is: Bij twijfel, niet doen. Vanaf nu is dat: niet doen, die twijfel. En de rest gewoon wel.