Het hoger onderwijs in Nederland ligt voortdurend onder vuur. Ook dit jaar werden er publiekelijk kanttekeningen geplaatst bij de kwaliteit van het onderwijs. Op Twitter deden zelfs “te makkelijke” tentamenvragen de ronde. Waar het lager- tot middelbaar beroepsonderwijs het vooral moeilijk lijkt te hebben met de opdracht voortijdige schooluitval terug te dringen, lijkt men een trede daar‘boven’ het vooral moeilijk te hebben met zichzelf. Het is dan ook hoog tijd dat het hoger onderwijs in Nederland eens de hand echt in eigen boezem durft te steken in plaats van problemen en oplossingen steeds in slechts oppervlakkige PR-campagnes te zoeken.
Laten we eens wat uitspraken bekijken bijvoorbeeld. Uitspraken als “De kern is dat ons onderwijsconcept nog niet overal goed is aangeslagen”; “Wij werken hard aan het verbeteren van de organisatie: d.w.z. roosters op tijd, cijfers op tijd”; en “zal de meerwaarde van het nieuwe concept beter naar voren worden gebracht”. Zijn dit nu uitspraken van het afgelopen jaar? Nee, dit zijn de uitgekauwde antwoorden van InHolland op een tiental vragen uit 2005. In die tijd was er veel beroering rond deze hogeschool, waar onderwijs structureel onder de maat zou zijn. Wanneer we dit vergelijken met de kritieken van ruim vijf jaar later lopen de discussies volgens dezelfde lijnen. Er zijn verbeteringen nodig, de focus moet duidelijker en er zijn natuurlijk verbeterplannen. Zelfs het aanbieden van ‘maatwerk’ was toen en nu een punt waar de school zich voor in zou zetten.
InjeHolland
Om maar bij InHolland te blijven: we kijken nog even terug naar die tijd, ruim vijf jaar geleden. Om de klachten kracht bij te zetten was een aantal studenten op het idee gekomen hét nieuwe media-medium van die tijd in te zetten: een eigen weblog. In een afwisseling van inhoudelijke klachten en grove beledigingen probeerden groepjes studenten aandacht te krijgen voor hun problemen.
Ook toen al snapte InHolland dat een degelijk, maar vooral ‘hoogopgeleid’, imago voor een onderwijsinstelling een waardevol bezit is. Nu twittert College van Bestuur voorzitter Doekle Terpstra al bij de eerste facebookpost gauw over protest “tegen valse beschuldigingen”, toen ging de hogeschool eveneens snel in de hoeven om de juiste spin aan de berichtgeving te geven. Zo moest een groep studenten al gauw de domeinnaam injeholland.nl, waarop zij dagelijks verschillende negatieve berichten posten, op grond van merkenrechten aan de school opgeven. Verschillende groepjes zochten elders hun heil, waarna ook de weblogs bij diverse gratis blogdiensten al even snel als dat ze opkwamen als rijpe appels weer vielen, schijnbaar na acties vanuit de school.
Spagaat
Natuurlijk waren bewoordingen als “Jos Elbers is de anti-christ” niet de subtielste om de toenmalig bestuursvoorzitter te omschrijven. Het is dan ook niet geheel onverwacht dat de hogeschool hier ongelukkig mee was. Het is overigens niet alleen InHolland dat al geruime tijd onder vuur ligt. De reactie op de kritieken en vooral de maatregelen die werden genomen om andere klachten terug te dringen spreken van grotere problemen binnen de hogescholen. De hogescholen hebben zichzelf namelijk in een spagaat laten zetten, door overheid en eigen bestuurders. Per definitie moeten de hogescholen namelijk een vrij brede ‘middenmoot’ aan studenten in een praktijk-gerichte opleiding opleiden.
In plaats daarvan zien de instellingen zichzelf liever als een soort kleine universiteit. Ze mogen nu in bepaalde gevallen ook masterprogramma’s gaan aanbieden en maken daarnaast maar al te graag gebruik van vertalingsproblemen om de titel “university” ergens in de naam op te nemen. Voor de instelling lijkt het uitermate belangrijk dat ook de aantrekkelijke internationale studenten de instelling weten te vinden, waar het voor ons als samenleving meer van belang is nu eindelijk weer eens goede praktijkopleidingen te krijgen.
De naam als kapitaal
Zo kan het voorkomen dat ook in 2010 weer gewoon een uitspraak als “er wordt nu nog te weinig nagedacht over hoe het onderwijs eruit ziet” gehoord kon worden. Terwijl in de praktijk steeds vaker gezocht wordt naar steeds theoretisch aandoende opleidingen en mooie labels. De hogescholen hebben zichzelf, net als de samenleving, ten doel gesteld steeds aantrekkelijker gelabelde studenten neer te zetten en verliezen daarmee hun rol van gedegen hoger beroepsonderwijs uit het oog. Men wil graag een university, men wil graag die theoretische onderbouwing, die internationale student en die masteropleiding. En dat terwijl we nu juist zo’n behoefte hebben aan ook die hogeropgeleide student met de poten in de klei van de praktijk. Wanneer we als samenleving nu daar ook eens een goed PR-verhaal bij konden verzinnen waren we al een heel eind. Van de hogescholen zelf hoeven we het initiatief waarschijnlijk niet te verwachten: die zijn veel te druk bezig de eigen naam op een zelf bedacht ‘hoger’ niveau proberen te houden.
Gyurka Jansen wijdde in 2004 en 2005 talloze blogposts aan de perikelen rond InHolland, is wekelijks te horen op Radio 1 en geeft training en advies over nieuwe media.