Weten & Tech

Recensie: De geschiedenis van de vooruitgang

01-05-2013 10:23

Waar gaat het heen de mensheid? Is onze geschiedenis een geschiedenis van de vooruitgang? Of is deze laatste economische crisis het bewijs dat er grenzen aan de groei zijn en dat optimisme ongegrond is? In  De geschiedenis van de vooruitgang gaat historicus Rutger Bregman op bovenstaande vragen in. Zijn boek heeft alles weg van een magnum opus.

Is het ook een magnum opus?

Het gaat over de geschiedenis van de mensheid van de homo erectus tot de homo economicus van nu, van de Grieken en Romeinen naar de zakkenvullers van de geprivatiseerde overheidsinstellingen en de Occupy-beweging, en van Plato en Aristoteles via Jean-Jacques Rousseau en markies De Condorcet naar Judith Butler en Alan Sokal. Hoe de wereldgeschiedenis is verlopen en hoe het er nu voorstaat met de mensheid beschrijft Bregman in één grote synthese, die niet alleen getuigt van een enorme eruditie maar ook van een buitengewoon scherp inzicht in de problemen van de huidige vereconomiseerde maatschappij. Maar ook De geschiedenis van de vooruitgang is geen magnum opus. Bregman is slechts 24. De uil van Minerva moet zijn vlucht nog maken. Bregmans De ontdekking van de hemel is nog niet op ons neergedaald.

Het aardige van Bregman is dat hij zijn kennis op een hele Britse manier met ons deelt, namelijk met ironie en zelfspot. Ook is het boek bijzonder goed leesbaar en is de argumentatie helder. Waar sommige van zijn generatiegenoten grossieren in duur taalgebruik, om toch maar vooral heel intellectueel over te komen, daar spreekt Bregman geen woord Frans. In plaats van “Il faut cultiver notre jardin” zegt Voltaires Candide dat de tuin moet worden onderhouden.

Optimisme en hoop

Volgens Bregman is de geschiedenis van de mensheid wel degelijk een geschiedenis van vooruitgang, en is er dus reden om optimistisch te blijven. De levensverwachting is hoger, de levensstandaard stijgt, er is technische vooruitgang, de democratie zegeviert in steeds meer landen en de mensenrechten worden steeds meer gerespecteerd. Natuurlijk is er soms sprake van terugval. Soms leiden bepaalde veranderingen eerst tot een verslechtering van de levensomstandigheden, zoals bijvoorbeeld de Industriële Revolutie met haar 24-uurseconomie en haar stinksteden, maar uiteindelijk profiteerde de mensheid hier toch van. Of dit ook zo blijft weet Bregman natuurlijk niet zeker – resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst – maar hoop doet leven.

Die positieve boodschap van hoop maakt het boek zeer de moeite waard. Helemaal in deze cynische tijden waarin professionele zwartkijkers als Thierry Baudet en Ewald Engelen het publieke debat lijken te beheersen met hun apocalyptische visioenen over de ondergang van Europa en de economie. De geschiedenis van de vooruitgang begint dan ook met een citaat van Bregmans favoriete filosoof Bertrand Russell:

“For those to whom dogmatic religion can no longer bring comfort, there is need of some substitute, if life is not to become dusty and harsh and filled with trivial self-assertion.”

Geseculariseerd optimisme

Wat Bregman voorstaat is een soort van geseculariseerd optimisme, vrijgemaakt van leerstellige godsdienst en ideologie, dat een alternatief moet zijn voor cynisme, plat egoïsme en de waan van de dag. Bregmans optimistische interpretatie van de geschiedenis is wel op feiten gebaseerd, maar gaat veel serieuzer om met die feiten die niet in het model passen dan bijvoorbeeld het communisme. Je zou het een realistisch idealisme kunnen noemen.

Kleine kritiekpuntjes

Omdat Bregman in zevenmijlslaarzen door de wereldgeschiedenis wandelt is het bijna onvermijdelijk dat hij fouten maakt. Niet de Turkse moslims maar de Moren heersten in de middeleeuwen over Spanje; de naïeve optimistische filosoof Pangloss uit Candide staat niet model voor Gottfried Leibniz maar diens leerling Christan Wolff; het begrip intellectueel ontstond tijdens de zogenoemde Dreyfuss-affaire eind negentiende eeuw, ten tijde van de Franse Verlichting noemde je een maatschappelijk geëngageerde denker een ‘homme de lettres’.

Het zijn kleine kritiekpuntjes. Het gaat om pietluttige details. Voor iedereen die eens echt kosmopolitisch wil navelstaren,  dus met een horizon die niet beperkt wordt door de grenzen van Nederland of Europa, is De geschiedenis van de vooruitgang een must. Het boek bevat nog veel meer dan dat ik hier in mijn korte recensie heb besproken. Verleden, heden en toekomst worden in deze wervelende wereldgeschiedenis vakkundig met elkaar verweven. Ik ben heel benieuwd hoe Bregman dit boek in zijn magnum opus zal overtreffen. Dat magnum opus komt, want de geschiedenis van vooruitgang gaat natuurlijk ook op voor Bregmans eigen oeuvre. Hoop doet leven.

N.a.v. Rutger Bregman, De geschiedenis van de vooruitgang. Amsterdam, De Bezige Bij 2013. ISBN 9789023477549.