Jason Collins is sinds afgelopen weekend groot nieuws in Amerika. De 34-jarige basketballer is als eerste sportheld uit een van de vier grootste sporten (basketbal, honkbal, ijshockey, American football) uit de kast gekomen en heeft daar alle lof voor gekregen van onder andere Bill Clinton en de familie Obama. Ook bekende spelers uit de NBA prijzen hun collega voor zijn moedige beslissing. ThePostOnline sprak met Philip Tijsma van homobelangenvereniging COC over het belang van deze coming out. “Jason Collins is een fantastisch rolmodel”
“Het is zo belangrijk dat een basketballer, die op het allerhoogste niveau speelt, eerlijk durft te zeggen dat hij homoseksueel is”, opent Tijsma enthousiast. De woordvoerder benadrukt dat juist in het basketbal, een sport waar toch de machocultuur regeert, het taboe rondom homoseksualiteit moeilijk te doorbreken is. “Maar Collins is een groot voorbeeld voor andere sporters die nu nog liegen over hun geaardheid omdat ze vrezen voor negatieve reacties. Ze zien nu dat ze in ieder geval niet meer de enige zijn.”
Volgens Tijsma is het vooral in teamsporten lastig om uit de kast te komen. “We kennen genoeg verhalen van sporters die bang zijn om het mikpunt van spot te worden in een team en die dus maar verzwijgen dat ze homo zijn. Als ze later toch eerlijk zijn blijken de reacties heel vaak positief te zijn. Maar het is niet voor niets dat veel sporters hier lang over twijfelen.”
In Nederland is het wachten op een voetballer die het voorbeeld van Collins volgt. Er wordt niet aan getwijfeld dat er homoseksuele spelers in de voetballerij rondlopen, maar de typische voetbalcultuur lijkt een bekendmaking tegen te houden. “Eén op de twintig mensen heeft bi- of homoseksuele gevoelens, overal ter wereld, in elke cultuur. Waarschijnlijk ligt het cijfer trouwens hoger, maar als je voor het gemak hier van uitgaat dan heeft iedere voetbalselectie wel een speler die niet voor zijn geaardheid durft uit te komen.”
“Misschien is het zo dat er een vorm van zelfselectie plaatsvindt in de voetballerij. Dat er genoeg talentvolle spelers zijn die zich afvragen of ze wel zin hebben om hoog te voetballen, maar dan niet eerlijk te kunnen zijn. Het zou kunnen dat de statistieken in het voetbal daarom iets lager liggen, omdat deze jongens hierom bewust gestopt zijn. Des te meer reden om het taboe snel te doorbreken.”
Het COC wil voor de sporters een veilig klimaat creëren. Hiertoe is onder meer de alliantie Gelijkspelen opgericht. “Zo proberen we met een aantal belangrijke sportorganisaties als het NOC*NSF en de John Blankenstijn Foundation de sociale acceptatie van homoseksuele sporters te bevorderen.” Onderdeel van de samenwerking is de coming out-dag, die ieder jaar op 11 oktober wordt gehouden. “Op die dag spreken voorbeelden uit de sport, homo en hetero, over de stappen die we met z’n allen nog moeten maken en de aandacht die we daar aan moeten blijven geven.”
Daarnaast werkt het COC samen met de KNVB, hetgeen bijvoorbeeld heeft geresulteerd in het plan voor acceptatie van homoseksualiteit in de voetballerij. “Michael van Praag, bondsvoorzitter van de sportbond, heeft bij de lancering van dat plan en fantastische speech gehouden, dat heeft veel indruk gemaakt.”
Met de bekendmaking van Jason Collins dat hij homoseksueel is, lijkt weer een stap gezet naar einddoel van doorbroken taboe’s en acceptatie van homo’s in de macho sportcultuur. “Hopelijk volgen er snel Nederlandse voetballers, maar dat moeten ze pas doen als ze er zelf klaar voor zijn en zich er goed bij voelen.”, sluit Tijsma af. “Bij het COC blijven we ons in ieder geval inzetten en we zullen de sporters steunen waar we maar kunnen.”
